• Tik langzaam op de auto aan de
linkerkant om te schakelen tussen
zichtbaar en onzichtbaar.
• Nadat het voertuig is gestart, wordt het
beeld van vóór de laatste uitschakeling
weergegeven op het transparante
panoramische weergavescherm. De
getoonde vreemde voorwerpen kunnen
afwijken van de werkelijke voorwerpen
aan de onderkant van de carrosserie
en de omliggende blinde gebieden. De
update van het bodemplaatbeeld
begint pas nadat het voertuig is gaan
rijden en is voltooid wanneer het
voertuig verder is gereden dan zijn
lengte.
WAARSCHUWING
Dit systeem maakt gebruik van
fisheye-camera's met groothoeklens,
waardoor het object op het scherm
enigszins vervormd kan lijken in
vergelijking met het daadwerkelijke
object.
Het panoramische weergavesysteem
mag alleen worden gebruikt voor
parkeer-/rijhulp. Het is niet veilig om
alleen op dit systeem te vertrouwen
om het voertuig te parkeren of te
besturen, omdat er enkele dode
hoeken voor en achter het voertuig
zijn. De omgeving van het voertuig
moet tijdens het parkeer-/rijproces op
andere manieren worden
geobserveerd, om ongevallen te
voorkomen.
Gebruik het panoramisch
weergavesysteem niet als de
zijspiegels niet zijn uitgeklapt. Als het
panoramisch weergavesysteem wordt
WAARSCHUWING
gebruikt voor parkeren/rijden, zorg er
dan voor dat alle autoportieren
gesloten zijn.
De afstand tot een object dat wordt
weergegeven op het panoramische
weergavescherm kan verschillen van
de subjectief waargenomen afstand,
vooral wanneer het object zich dichter
bij het voertuig bevindt. Beoordeel de
afstand op verschillende manieren.
Camera's zijn geïnstalleerd boven de
voorbumper, de onderste delen van
de zijspiegels en de kentekenplaat
achter. Zorg ervoor dat de camera's
niet geblokkeerd worden.
Om te voorkomen dat de prestaties
van de camera worden beïnvloed,
mag u niet rechtstreeks op de
camera's spuiten wanneer u de
carrosserie van het voertuig wast met
water onder hoge druk. Veeg water of
stof op tijd van de camera.
Bescherm de camera's tegen impact
om schade of storingen te
voorkomen.
Als u na het inschakelen van het
voertuig op de startknop voor
panoramische weergave drukt of in
achteruit schakelt terwijl het
infotainmentsysteem niet volledig is
geactiveerd, wordt de uitvoer op het
scherm met panoramische weergave
vertraagd weergegeven of gaat het
scherm knipperen. Dit is een normaal
onderdeel van het inschakelproces
van de camera.
Wanneer het voertuig met een lage
snelheid rijdt, wordt de transparante
panoramische weergavefunctie
beïnvloed door snelheidsfluctuaties of
meerdere stops, dus er zal een
verkeerde uitlijning zijn tussen de
beelden onder het voertuig en die
buiten het voertuig.
04
133