HERINNERING
voertuig om de elektrische
vergrendeling van de oplaadpoort
los te maken voordat u de
oplaadconnector eruit trekt. De
stekker moet binnen 30 seconden
worden uitgetrokken, anders wordt
de poort weer vergrendeld.
U kunt het antidiefstalslot activeren
op het infotainment-touchscreen,
zoals beschreven in
'Antidiefstalvergrendeling van de
oplaadpoort' in dit hoofdstuk.
Als de oplaadconnector niet kan
worden verwijderd na het
ontgrendelen, probeer dan nog een
paar ontgrendelpogingen. Als dat
niet werkt, probeer dan het
ontgrendelen in een noodgeval. Zie
voor de bedieningsprocedure
'Ontgrendelen van de oplaadpoort in
noodgevallen' in
'Antidiefstalvergrendeling van de
oplaadpoort'.
• Koppel de voedingsstekker los.
• Sluit de oplaadpoortdop en de
poortklep.
• Bewaar de laadapparatuur op de juiste
wijze.
HERINNERING
Sluit de klep van de oplaadpoort niet
wanneer de poortdop volledig open
is.
WAARSCHUWING
Laat de Type 2-laadkabel nooit vallen
en trek er nooit direct aan. Wees
voorzichtig bij het verplaatsen van de
apparatuur. Bewaar de apparatuur na
gebruik op een koele plaats.
AC-laadpalen gebruiken
1. Apparatuur
• Enkelfasige AC-laaddoos*
• Gebruik een normconforme
huishoudelijke oplaaddoos.
Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de laadapparatuur voor het
gebruik ervan en volg de
bedieningsstappen.
• De enkelfasige AC-oplaaddoos
bestaat uit een oplaaddoos, een
oplaadconnector en een
aansluitkabel. Zie de
gebruikershandleiding van de
oplaaddoos voor informatie over de
stroomonderbreker en de
noodstopschakelaar.
• Enkelfasige AC-laadpaal
• Laad het voertuig op met een AC-
laadpaal op een openbare plaats.
Laadtijd: Raadpleeg het bericht over
oplaadtijd op het instrumentenpaneel
of het infotainment-touchscreen.
2. Opladen
• Ontgrendel het voertuig en open de
klep van de oplaadpoort:
• Sluit de oplaadpoortdop en de
poortklep (zie de instructies voor het
Mode 2-opladen).
• De voertuigpoort aansluiten:
• Steek de oplaadconnector in de
poort en zorg ervoor dat deze goed
vastzit.
• Instellingen voor opladen:
04
85