HERINNERING
→ Vehicle Settings
(Voertuiginstellingen) → Locks
(Vergrendelingen). (Configuraties
van het daadwerkelijke voertuig
prevaleren.)
Vergrendelen/ontgrendelen met
microschakelaar vergrendeling
Vergrendelen
• Druk, met het contact uitgeschakeld en
portieren gesloten maar niet
vergrendeld, op de microschakelaar op
de portiergreep van het voorportier.
Alle portieren vergrendelen
tegelijkertijd, de verborgen
portiergrepen trekken automatisch in
en de richtingaanwijzer knippert twee
keer.
Ontgrendelen
• Wanneer het antidiefstalalarmsysteem
is ingeschakeld, drukt u op de
microschakelaar op de portiergreep
van het voorportier terwijl u de
smartkey bij u draagt. Alle portieren
ontgrendelen en de richtingaanwijzers
knipperen twee keer. De verborgen
portiergreep gaat automatisch naar
buiten en de richtingaanwijzer knippert
twee keer.
• Als het antidiefstalalarmsysteem is
ingeschakeld, kunt u een portier binnen
30 seconden na het ontgrendelen
openen. Anders vergrendelen alle
portieren automatisch en trekken de
vier portiergrepen in.
• Het indrukken van de microschakelaar
werkt niet als:
• Dit wordt uitgevoerd terwijl een
portier wordt geopend of gesloten.
• Het contact niet is uitgeschakeld.
• De smartkey in het voertuig
achterblijft.
HERINNERING
Als de smartkey zich te dicht bij een
portiergreep of ruit aan de
buitenkant bevindt, is het mogelijk
dat de toegangsfunctie niet kan
worden geactiveerd.
Ruiten openen/sluiten met de
microschakelaar*
• Wanneer het contact is uitgeschakeld,
houdt u de microschakelaar ingedrukt
terwijl de smartkey in de nabijheid is
om alle ruiten te sluiten of te openen.
(Om deze functie in of uit te schakelen,
gaat u naar het Infotainment-
touchscreen →
Settings (Voertuiginstellingen) →
Locks (Vergrendelingen).)
De kofferruimte
vergrendelen/ontgrendelen
De kofferruimte openen met de
smartkey
Druk tweemaal op de ontgrendelknop van
de kofferruimte op de smartkey. De
richtingaanwijzers knipperen tweemaal.
→ Vehicle
51
03