Inhoudsopgave
Advertenties
Activeringsfunctie geheugen
• Als de versnellingspook in de stand 'P'
staat, kan het geheugensysteem van
de bestuurdersstoel door het indrukken
van de geheugensysteemschakelaar
een geheugenactivering uitvoeren als:
• Het antidiefstalalarmsysteem is
uitgeschakeld.
• De snelheid van het voertuig nul is.
• Geheugenschakelaarsignalen geldig
zijn.
Begroetingsfunctie
• Normale functie
• Automatisch achteruit: Nadat het
contact is uitgeschakeld, gaat de
stoel automatisch achteruit wanneer
het bestuurdersportier open is of
wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend.
• Automatisch vooruit: Als het
geopende bestuurdersportier wordt
gesloten nadat het voertuig is
ingeschakeld naar een andere
versnelling vanuit 'OFF' (UIT) of
wanneer het voertuig wordt
uitgeschakeld, beweegt de stoel
automatisch naar voren naar de
positie van waaruit deze eerder naar
achteren is bewogen.
• Gebruikersinstellingen
• U kunt automatische voor- en
achteruitfuncties annuleren of
herstellen via de opties op het
scherm Voertuiginstellingen op het
infotainment-touchscreen.
Verwarmings- en ventilatiesystemen
voor voorstoelen en achterbank*
• Wanneer het contact is ingeschakeld,
schakelt u de verwarmings- en
ventilatiefunctie in of uit door op de
knoppen op het infotainment-
touchscreen te tikken.
• Veeg de linker-/rechterknop om de te
verwarmen of te ventileren achterbank
te selecteren.
Aanpassing van de verwarming
• Stoelverwarming: Tik op het
infotainment-touchscreen op de
stoelverwarmingsknoppen om een
verwarmingsniveau te selecteren:
Modus 1 en modus 2.
• Tik op OFF (UIT) om de
stoelverwarming uit te schakelen.
Afstelling ventilatie
• Tik op het infotainment-touchscreen op
de stoelventilatiebedieningen om een
ventilatiemodus te selecteren: Modus 1
en modus 2.
• Tik op OFF (UIT) om de stoelventilatie
uit te schakelen.
Verwarming van de achterruit en
zijspiegels
• Schakel de verwarming van de
achterruit en zijspiegels in of uit met de
verwarmingsschakelaar voor de
achterruit en zijspiegels.
Achterbank
Achterbank afstellen*
• De hendel voor het afstellen van de
achterbank bevindt zich op de rand van
• Trek de hendel ① naar achteren om
het achterportier.
de rugleuning naar achteren te
• Duw de hendel ① naar voren om de
bewegen.
rugleuning naar voren te bewegen.
03
59
Advertenties
Inhoudsopgave
