Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

BYD HAN EV 2024 Gebruikershandleiding pagina 114

Inhoudsopgave

Advertenties

Voorzorgsmaatregelen
• De adaptieve cruisecontrol is een
comfortsysteem en GEEN
veiligheidssysteem, obstakeldetector of
waarschuwingssysteem voor
botsingen. De bestuurder moet het
voertuig te allen tijde onder controle
houden en is volledig verantwoordelijk
voor het voertuig.
• De adaptieve cruisecontrol assisteert in
plaats van de rol van de bestuurder te
vervangen. De bestuurder is
verantwoordelijk voor het naleven van
de verkeersregels en het onder
controle houden van het voertuig.
• De adaptieve cruisecontrol is geschikt
voor snelwegen en wegen in goede
staat, niet voor complexe stedelijke of
slingerwegen.
• De controle over het voertuig wordt
overgedragen aan de bestuurder als
het gas- of rempedaal wordt ingetrapt
terwijl de adaptieve cruisecontrol actief
is. Hierdoor kan het adaptieve
cruisecontrolsysteem geen veilige
afstand houden tot de voorligger.
• De adaptieve cruisecontrol reageert
mogelijk niet of traag op een voorligger
die plotseling remt of stopt, waardoor
het risico bestaat dat er laat wordt
geremd. In dergelijke gevallen zal er
geen verzoek zijn tot overname van de
rijcontrole.
• In sommige gevallen, bijvoorbeeld
wanneer de voorligger te langzaam
rijdt, wanneer er te snel van rijstrook
wordt gewisseld of wanneer de veilige
afstand tot de voorligger te klein is,
heeft het systeem niet voldoende tijd
om de relatieve snelheid te verlagen. In
dat geval moet de reactie van de
bestuurder komen. Het systeem kan
niet in alle gevallen hoorbare of visuele
waarschuwingen geven.
• Een korte afstand van een
aangrenzende rijstrook (of een voertuig
op een aangrenzende rijstrook die te
dicht bij de rijstrook van het voertuig
met adaptieve cruisecontrol rijdt) kan
112
ertoe leiden dat de adaptieve
cruisecontrol remt.
• Voertuigen die in de rijstrook van het
voertuig met adaptieve cruisecontrol
komen en binnen het detectiebereik
van de radar worden geïdentificeerd
als doelvoertuigen en geven
dienovereenkomstig een reactie, wat
kan leiden tot hard of laat remmen.
• Detectie kan in sommige omgevingen
worden beïnvloed of vertraagd. Als de
radardwarsdoorsnede van het doel
(zoals een fiets, vierwieler of
voetganger) te klein is, is het systeem
mogelijk niet in staat om de afstand
vast te stellen, wat resulteert in een
late of geen reactie op dergelijke
doelen. In dergelijke gevallen moet de
snelheid van het voertuig door de
bestuurder worden geregeld.
Daarnaast kan de detectie ook worden
beïnvloed of vertraagd door ruis of
elektromagnetische interferentie.
• De adaptieve cruisecontrol kan zich
niet richten op voertuigen met een te
kleine contactverhouding, dus de
bestuurder moet de controle over het
voertuig behouden.
• Wanneer het voertuig stopt terwijl het
een voorligger volgt, herkent het
systeem in zeldzame gevallen niet het
uiteinde van het voertuig voor u, maar
het onderste uiteinde van het doel
(bijvoorbeeld de achteras van een
vrachtwagen met een hoog chassis of
een voertuigbumper). In dergelijke
gevallen kan het systeem geen juiste
stopafstand garanderen, dus moet de
bestuurder alert blijven en klaar zijn om
te remmen.
• Als adaptieve cruisecontrol wordt
geactiveerd terwijl het voertuig stilstaat,
identificeert het systeem eventuele
stilstaande obstakels voor u en houdt
het voertuig stil om een veilige opstart
te garanderen en botsingen te
voorkomen. Deze functie kan echter
niet alle obstakels identificeren, dus de
bestuurder moet alert zijn op de
obstakels aan de voorzijde of andere
verkeersdeelnemers.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave