Er geschiedt geen extrapoleren voor waardes buiten het gedefinieerde bereik. Ligt een punt bui-
ten de gedefinieerde punten, dan wordt de hoogte van het punt uitgegeven, waarop deze het ken-
lijnveld cq. de kenlijn heeft verlaten.
Voorbeeld voor 2 waardes buiten de gedefinieerde punten
(kenlijnveld voor X = 1 tot X = 5 en Y =1 tot Y =4):
88