Kenlijn-functie
Basisschema
Voorbeelden van een 3D-kenlijnveld en een 2D-kenlijn
Functiebeschrijving
De kenlijn-functie maakt het mogelijk op basis van waardes X en Y een Z-waarde te berekenen
(3D-kenlijnveld). De waardes kunnen ook in het negatieve bereik voorkomen.
In het voorbeeld van het basisschema zijn voor 5 X-waardes en 4 Y-waardes 20 Z-waardes gede-
finieerd.
Wordt alleen 1 Y-waarde gedefinieerd (voorbeeld basisschema: Y = 0), dan wordt een 2D-kenlijn
gegenereerd.
Tussenwaardes tussen de gedefinieerde punten worden door de functie geïnterpoleerd. Er vindt
geen extrapolatie plaats voor waardes buiten het gedefinieerde bereik. Ligt een punt buiten de
gedefinieerde punten, dan wordt de hoogte van het punt uitgegeven, waarop deze het kenlijnveld
cq. de kenlijn heeft verlaten.
Voor de waardes X, Y en Z kunnen naar wens functiegroottes worden opgegeven.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Z (vrijgave = uit)
X
Y
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoge waarde voor de waarde Z (=uitkomst), indien de vrijgave UIT is
Analoog ingangssignaal voor de waarde X
Analoog ingangssignaal voor de waarde Y
85