Naar wens kunnen wij de milieuvriendelijke verwerking van apparaten, welke door ➢ Technische Alternative zijn geproduceerd, overnemen. Verpakkingsmateriaal dient milieuvriendelijk te worden afgevoerd. ➢ Een niet correcte recycling kan grote schade toebrengen aan het milieu omdat een ➢...
Montagehandleiding Leveromvang • CAN uitbreidingsmodule CAN-I/O45 • Bedieningshandleiding • 7x 2-polige stekker • 3x 4-polige stekker • 1x 3-polige stekker • Pluggen • Spaanplaatschroeven Montage van het apparaat LET OP! Voor het openen van de behuizing altijd de voeding uitschakelen! Werkzaamheden in de module mogen alleen spanningsloos worden uitgevoerd.
Montagehandleiding Sensormontage De correcte positionering en montage der sensor is voor het correct functioneren van het systeem van groot belang. Evenzo dient erop te worden gelet, dat deze volledig in de Dompelbuizen zijn ingeschoven. De meegeleverde wartels dienen als bescherming tegen uittrekken. In de dompelbuizen mag bij het gebruik in de open lucht geen water binnendringer (bevriezingsgevaar).
Montagehandleiding Warmwatersensor: Bij het gebruik van de regeling in systemen voor het maken van warmwater middels externe warmtewisselaar en toerengeregelde pomp (tapwaterstation) is een snelle reactie op wijzigingen van de waterstroom uiterst belangrijk. Daarom dient de warmwatersensor direct aan de Uitgang van de warmtewisselaar te worden geplaatst.
Montagehandleiding Klemmenoverzicht en jumper 230V-aansluitingen Alle bekabeling met netspanning (230V) dienen in de behuizing zo kort mogelijk te worden gehouden en mogen niet langs de componenten aan de laagspanningszijde (processor etc.) worden geleid. Zekering L: Net voeding (fase) N: Net Nulaansluiting Aarde-aansluiting PE S: maakcontact A1 S3: maakcontact...
Montagehandleiding Sensorkabels Klemmenoverzicht sensoren Sensor 4 Sensor 3 Sensor 2 Sensor 1 De ingangen IN3 en IN4 kunnen door het omsteken van de jumpers op spanningsmeting van 0 tot 10V worden omgeschakeld. Het is dan echter niet mogelijk sensorwaardes te verwerken. Voorbeeld: Ingang IN4 als sensoringang Ingang IN4 als 0-10V-spanningsingang...
Montagehandleiding Dataleiding voor DL-Bus Klemmenoverzicht dataleiding voor DL-Bus De DL-Bus bestaat uit slechts 2 aders: DL en sensormassa (⊥). De voeding voor de DL-Bussensoren wordt via de DL-Bus zelf geleverd. De bekabeling kan stervormig of echter ook serieel (van een apparaat naar de volgende) opgebouwd worden.
Montagehandleiding CAN-Busnetwerk Klemmenoverzicht CAN-Busleiding Jumper voor terminering, hier: getermineerd Richtlijnen voor de opbouw van een CAN-Netwerk Technische basisprincipes De CAN-Bus bestaat uit de verbindingen CAN-High, CAN-Low, GND en een +12V voeding voor Buscomponenten, welke niet over een eigen voeding beschikken. De totale last van alle apparaten met 12V- en 24V-voeding mag gezamenlijk niet meer als 6 Watt bedragen.
Om de diverse componenten van een CAN-netwerk voor indirecte blikseminslag te beschermen, wordt het gebruik van een speciaal voor bussystemen ontwikkelde overspanningsbeveiliging aanbevolen. Voorbeelden: CAN-Bus-overspanningsbeveiliging CAN-UES van Technische Alternative Gasontladingsafleider voor indirecte aarding EPCOS N81-A90X Voorbeelden van verschillende netwerkvarianten Symboolverklaring: …...
Pagina 13
Montagehandleiding Netwerk (over meerdere gebouwen) zonder CAN-Busconverter CAN-BC2: optionee optioneel indirecte aarding indirecte aarding optioneel Max. kabellengte: 1.000m bij 50 kbit/s De afscherming dient aan iedere netwerkknoop te worden doorverbonden en op één punt te worden geaard, bij voorkeur in het midden van de leiding. Het is aan te bevelen het scherm in de andere gebouwen middels een gasontladingsafleider indirect te aarden.
Montagehandleiding Netwerk – kabelkeuze en netwerktopologie Voor het gebruik in CANopen- netwerken is de paarwijze getwiste kabel (shielded twisted pair) beschikbaar. Hierbij gaat het om een kabel met getwiste aderparen en een gemeenschappelijk buitenscherm. Deze kabel is tegen elektromagnetische storingen relatief ongevoelig en er kunnen capaciteiten tot 1000 m bij 50 kbit/s gerealiseerd worden.
Pagina 15
Montagehandleiding Bekabeling Een CAN-Busnetwerk mag nooit stervormig uit elkaar lopend opgebouwd worden. De correcte opbouw bestaat uit een kabelstrang van het eerste apparaat (met afsluiting) naar de tweede en verder naar de derde enz. Het laatste busapparaat krijgt weer de brug ter busafsluiting. FOUT CORRECT Voorbeeld: Verbinden van drie netwerkknopen (NK) met een 2x2 polige kabel en termineren van de...
Pagina 16
Montagehandleiding Om toegestane lange kortsluitleidingen te kunnen maken wordt een CAN-Busconverter gebruikt. Hierdoor wordt de kortsluitleiding van het andere CAN-Busnetwerk ontkoppeld en kan als zelfstandig CAN-Busnetwerk worden beschouwd. zelfstandig CAN- Busnetwerk Fabriekstesten hebben uitgewezen: 1) Stervormige aftakkingen van maximaal 10 meter veroorzaken geen beïnvloeding van de overdracht.
Montagehandleiding Klemmenoverzicht analoge uitgangen (0-10V / PWM) De aansluitingen A4 en A5 zijn de pluspolen, de aansluitingen ⊥ de minpolen. Bij parametrering als „Schakeluitgang“ kan een hulprelais HIREL-230V of HIREL-PF worden aangesloten.
Montagehandleiding Aansluiting hulprelais HIREL-230V Voorbeeld: Aansluiting voor uitgangen 4 en 5 De uitgangen A4 – A5 dienen als schakeluitgang te worden ingesteld. Het hulprelais kan niet in de module worden ingebouwd, maar benodigt een eigen behuizing. HIREL-230V Relais 1 Relais 2 Zekering 6,3A F Schakelschema HIREL-230V Relais 1:...
Montagehandleiding Hulp bij storingen Indien op de uitgangen ondanks een ingeschakeld relais geen spanning meetbaar is, dient de zekering (3,15A traag) te worden gecontroleerd. De zekering beschermd de relaiscontacten tegen beschadigingen door kortsluiting of overbelasting. Een uitgeschakelde status-LED-weergave duidt op een uitval van de voedingsspanning voor de elektronica.
Het actuele standaardtype van Technische Alternative is PT1000. Tot 2010/2011 was het standaardtype KTY (2kΩ). Handmatig schakelen van een uitgang niet mogelijk:...
Montagehandleiding Foutenopsporing in het CAN-netwerk Voor het isoleren van de fout wordt aanbevolen het netwerk in gedeeltes af te sluiten en zo te bepalen wanneer de fout verdwijnt. Algemene testen: Knoopnummers – er mag geen knoopnummer dubbel te worden toegekend ...
Montagehandleiding EU-conformiteitsverklaring Document-nr. / Datum: TA17029 / 02.02.2017 Fabrikant: Technische Alternative RT GmbH Vestigingslocatie: A- 3872 Amaliendorf, Langestraße 124 De gehele verantwoording voor de weergave van deze conformiteitsverklaring wordt door de fabrikant gedragen. Productomschrijving: CAN-I/O45 Merknaam: Technische Alternative RT GmbH...
Bediening Bedieningshandleiding Deze verkorte handleiding richt zich tot de eindgebruiker van de module. Voor een betere leesbaarheid van de handleiding zijn de termen „Gebruiker“, „Installateur“ en „Expert“ gebruikt, zonder daarbij onderscheid te maken in geslacht. Beide geslachten worden echter wel aangesproken hiermee.
Bediening Bediening via de UVR16x2 of CAN-MTx2 Gebruikersniveau’s Om foutieve bediening van de regelaar te voorkomen, kunnen zich 3 verschillende gebruikersgroepen op de regelaar aanmelden: Gebruiker, Installateur of Expert. De installateur en de expert hebben een wachtwoord nodig voor de toegang. Na het starten van de regelaar of na het updaten bevindt zich de regelaar altijd in de gebruikersmodus.
Bediening De apparaten worden via een 4,3“ touchscreen (= „aanrakingsgevoelig beeldscherm“) bediend. Voor het gemak staat een bedienstift ter beschikking. Aanzicht CAN-MTx2 Aanzicht UVR16x2 met geopend deksel Bedienstift Met de stift kunnen bedieningsvlakken angetipt en kan de displayweergave door schuiven verder gescrolld worden.
Bediening Weergave hoofdmenu In het hoofdmenu heeft u de mogelijkheid, in specifieke menu”s weergavewaardes en instellingen te zien en ook bepaalde, voor u vrijgegeven toestanden, te wijzigen. Tip het „Home-symbool“ aan om in het functieoverzicht te komen. Het functieoverzicht is het voor de gebruiker belangrijkste menu.
Bediening Weergave functieoverzicht Het functieoverzicht kann in standaard- of volledige schermweergave zijn geprogrammeerd. Standaardweergave Voorbeelden: Startpagina met 4 linkvlakken Van de startpagina (= 1 pagina) komt men door het aantippen van in het hoofdmenu van de regelaar. Is de toegang tot het hoofdmenu alleen voor de Installateur of voor de Expert toegestaan, dan dient het betreffende paswoord te worden opgegeven.
Pagina 30
Bediening Het terug gaan naar de laatst weergegeven pagina is door het aantippen van mogelijk. Om op de startpagina van het functieoverzicht te komen, wordt aangetipt. Vanuit de startpagina komt men door aantippen van in het hoofdmenu van de regelaar. Is de toegang tot het hoofdmenu alleen voor de Installateur of voor de Expert toegestaan, dan dient het betreffende paswoord te worden opgegeven.
Pagina 31
Bediening Volledige schermweergave In de beeldvullende weergave worden de bovenste statusbalk en de schakelvlakken aan de zijkant niet weergegeven Voorbeelden: Startpagina met 4 linkvlakken Pagina met grafische elementen en links naar schakelklok, kalender en instellingen:...
Pagina 32
Bediening Drukt men 3 seconden op het beeldscherm, verschijnen er 4 buttons, waarmee men de versie- informatie van de regelaar, basisinstellingen of de instellingen voor datum, tijd en locatie kan raadplegen of men in het hoofdmenu van de regelaar kan komen. Vai deze button komt Men in het hoofdmenu van de regelaar.
Bediening Statusbalk In het bovenste bereik van het display worden de uitgangstoestanden, meldingen, storingen, datum en tijd weergegeven. Uitgangstoestand Ingeschakelde uitgangen worden door een groene achtergrond gemarkeerd. In het volgende voorbeeld zijn de uitgangen 1, 3 en 6 ingeschakeld. De uitgang 5 is handmatig uitgeschakeld (Hand/UIT), de uitgang 6 handmatig ingeschakeld (Hand/AAN).
Pagina 34
Met de waardes voor de geografische lengte en breedte worden de zonnegegevens van de betreffende locatie verkregen. Deze kunnen in functies (bv. beschaduwingsfunctie) gebruikt worden. De fabriekszijde standaardinstelling voor de GPS-gegevens betreffen die van Technische Alternative in Amaliendorf / Oostenrijk.
Functieoverzicht algemeen Functieoverzicht Bevindt men zich in het hoofdmenu, dan wordt door het aantippen van de „Home“-button functieoverzicht weergegeven. Het functieoverzicht is door de programmeur vrij instelbaar en kan daarom in iedere regelaar anders uit zien. Deze kan met behulp van afbeeldingen of ook alleen als tabel vormgegeven worden. Door de programmeur geselecteerde waardes kunnen ofwel door alle gebruikerniveau’s, alleen door de expert of alleen door de expert en installateur worden gewijzigd.
Functieoverzicht algemeen Wijzigen van waardes Door het aantippen van de gewenste waardes wordt ofwel een numeriek veld of een keuzebox weergegeven. Er kunnen alleen waardes worden gewijzigd, welke door de programmeur voor het gebruikersniveau vrijgegeven zijn. Voorbeeld: Wijziging van de gewenste ruimtetemperatuur T.ruimte Normaal via een numeriek veld: Vervolgens verschijnt het numerieke veld: Er wordt de actuele waarde opgegeven (voorbeeld: 20,0°C).
Pagina 37
Functieoverzicht algemeen Voorbeeld: Wijzigen van de bedrijfsmodus van de cv-groep met een keuzebox („RAS“ betekent, dat de bedrijfsmodus door de schuifschakelaar van de ruimtesensor bepaald wordt): Er verschijnt een keuzebox met de mogelijke instellingen: Na het aantippen van de gewenste instelling wordt deze gewijzigd en de gewijzigde instelling in het functieoverzicht weergegeven.
Cv-groepregeling De belangrijkste functies De voor de gebruiker belangrijkste functies zijn: • • Cv-groepregeling Ruimteregeling • • Schakelklok Warmtevraag warmwater • • Kalender Solarregeling Hierna worden de verschillende instellingsparameters van deze functies beschreven: Cv-groepregeling In de functie cv-groepregeling wordt de gewenste aanvoertemperatuur voor de cv-groep verkregen en de cv-pomp op basis van instelbare uitschakelvoorwaarden geschakeld.
Pagina 39
Cv-groepregeling Instellingen voor het bedrijf van de cv-groep met verdere link naar de stooklijnparameters: Via Bedrijf kan de interne bedrijfsmodus van de functie gewijzigd worden. „RAS“ geeft aan, dat de instelling van de ruimtesensor overgenomen wordt. Is geen ruimtesensor gemonteerd, dan neemt de cv-groep bij instelling „Tijd/Auto“...
Pagina 40
Cv-groepregeling Instellingen voor de stooklijn: Ruimte-invloed: Is een ruimtesensor gemonteerd, kan hier vastgelegd worden hoe sterk de gemeten ruimtetemperatuur de berekening van de gewenste aanvoertemperatuur beïnvloedt. Een waarde hoger als 50% heeft een zeer hoge invloed en is in de meeste gevallen ongunstig. Niveau: Deze parameter heeft de vergelijkbare invloed op de berekening als de wijziging van de waardes T.ruimte Normaal en T.ruimte Verlaagd, maar geldt echter zowel in het verwarmings- als ook in het verlaagde tijdvenster.
Pagina 41
Schakelklok Schakelklok Via de functie „schakelklok“ wordt in de cv-groepregeling de omschakeling tussen T.ruimte Normaal en T.ruimte Verlaagd vastgelegd. De functie kan alleen voor een of ook meerdere cv-groepen gezamenlijk gebruikt worden. De „schakelklok“ kan echter ook voor het schakelen van andere functies of toestanden gebruikt worden.
Pagina 42
Kalender Kalender Met de kalenderfunctie worden interne instellingen en opgaves van de schakelklok voor de cv-groep overgegeven. De volgende kalendermodi zijn instelbaar: • Vakantie • Party • Feestdag • Standby Er staan maximaal 10 datumvensters ter beschikking, waarin de betreffende modus ingesteld kan worden.
Pagina 43
Ruimteregeling Ruimteregeling De functie is speciaal voor het aansturen van zoneventielen voor verwarmen en/of koelen van ruimtes gedacht. Via setpoint op de ruimtetemperaturen en met de bedrijfsmodusschakelaar op de ruimtesensor kan tussen verwarmen en koelen omgeschakeld worden. Uitschakelvoorwaarden verhinderen een verwarmen cq. koelen boven cq. onder grenswaarde op de buitentemperatuur. Er kan daarnaast een bewaking van de vloertemperatuur worden gedaan, zodat het uitkoelen of oververhitten van de vloer wordt voorkomen.
Pagina 44
Warmtevraag warmwater Warmtevraag warmwater Deze functie dient in veel systemen voor het vastleggen van de warmwatertemperatuur in de boiler. De warmtevraag staat op dit moment op UIT, daarom is de effectief gewenste temperatuur 5°C. Via het schakelveld „Instellingen“ (tandwiel) kan men de gewenste temperaturen vastleggen: De warmtevraag warmwater kan via een tijdprogramma van de functie schakelklok tussen twee gewenste temperaturen omgeschakeld worden.
Pagina 45
Solarregeling Solarregeling De solarregeling is een verschilregeling tussen collector- en referentietemperatuur (bv. boilertemperatuur onder) voor het schakelen van een solarpomp. Optioneel: gebruik van ene begrenzingssensor (bv. boilertemperatuur boven). Inschakelvoorwaarden voor de solarpomp: 1. De collectortemperatuur dient de minimale collectortemperatuur te overschrijden en mag de maximale grenswaarde T.coll.
Meldingen Meldingen Sensor- en Busfouten Afhankelijk van de programmering kunnen in het menu „Meldingen“ ook sensorenfouten en foutieve CAN- DL-ingangen weergegeven worden. Zulke fouten worden door rechter waarschuwingsdriehoek in de statusbalk weergegeven. Door het aantippen van de waarschuwingsdriehoek komt men in het menu „Meldingen“. Hier worden de foutieve ingangen weergegeven.
Bediening via de C.M.I. Bediening via de C.M.I. Toegang tot de C.M.I. kan zowel via de PC/ netwerk, via internet en via het C.M.I.-webportaal (https://cmi.ta.co.at) of via port-forwarding op de router worden verkregen. Na het inloggen via de toegansgcode verschijnt de Home-pagina van de C.M.I.. Met de LED’s wordt de bedrijfstoestand van de C.M.I.
Bediening via de C.M.I. Net zoals bij het functie-overzicht kan het schema ook uit meerdere pagina’s bestaan. Voorbeeld van een eenvoudig schema met 2 cv-groepen Wijzigen van een waarde Om een waarde te kunnen wijzigen, dient deze door de programmeur voor de gebruiker te zijn vrijgegeven.
Opmerking: De volgende garantiebepalingen beperken het wettelijke recht op garantie niet, maar vullen uw rechten als consument aan. 1. De firma Technische Alternative RT GmbH geeft twee jaar garantie vanaf verkoopsdatum aan de eindgebruiker op alle door haar verkochte apparaten en onderdelen. Defecten dienen onverwijld na vaststelling en binnen de garantietermijn te worden gemeld.