Voorbeeld: meldingstype „Fout", uitgang 1 dominant UIT, uitgang 2 dominant AAN, waarschu-
wingssignaal geactiveerd, uitgang voor waarschuwingssignaal: uitgang 12.
Na meldingsactivatie en wegvallen van de storingsoorzaak verschijnt de volgende weergave
(rood):
Verdwijnt het meldingvenster, kan deze door het aanraken van de waarschuwingsdriehoek in de
statusbalk weer weergegeven worden.
Voorbeeld: meldingstype „Storing", uitgang 1 dominant UIT, uitgang 2 dominant AAN, waarschu-
wingssignaal geactiveerd, uitgang voor waarschuwingssignaal: uitgang 12.
Na meldingsactivatie en wegvallen van de storingsoorzaak verschijnt de volgende weergave
(rood):
110