Ingangsvariabelen
Ingangsvariabelen zijn de verbindingen met de sensoren, uitgangsvariabelen van andere functiemo-
dules of andere bronnen.
Door de keuze van het symbool
Door de keuze van een ingangsvariabele worden alle bronnen voor instelling weergegeven.
• Gebruiker
• Ingangen
• Uitgangen
• Functies
• Vaste waarde
Na de selectie van de bron wordt de verdere keuze binnen de gewenste bron mogelijk.
Belangrijk: Bij iedere ingangsvariabele dient het op type van het ingangssignaal te worden gelet:
In de beschrijving van de functiemodule wordt bij iedere ingangsvariabele het type van het signaal
aangegeven. Digitale ingangssignalen (AAN/UIT) kunnen normaal of invers worden overgenomen.
Iedere functiemodule beschikt over de ingangsvariabele "Vrijgave", welke een activering van de ge-
hele functie vormt. Daardoor wordt een eenvoudige blokkade cq. vrijgave van de gehele module door
een digitaal signaal (AAN/UIT) bereikt.
Bepaalde ingangsvariabelen zijn voor het functioneren van de module beslist benodigd en kunnen
niet op „ongebruikt" gezet worden. Deze worden in het display weergegeven met een donkere ach-
tergrond in de omschrijving van de functies. Andere kunnen optioneel worden gebruikt.
Voorbeeld:
8
worden alle ingangsvariabelen van de functie weergegeven.
• Systeemwaardes
• DL-Bus
• CAN-Bus analoog
• CAN-Bus digitaal
analoog (getalswaarde) of digitaal (UIT/AAN)