Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gradiëntherkenning; Parameters Flankherkenning - Technische Alternative UVR610 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UVR610:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gradiëntherkenning
Functiebeschrijving
In deze functie zijn 2 verschillende modi te selecteren:
Met de Flankherkenning wordt de richting van een waardeverandering met verschillende metho-
des herkend en in de uitgangsvariabelen uitgegeven. Tegelijkertijd geschiedt de uitgave van de mi-
nima en maxima.
Met de Gradiëntherkenning wordt de snelheid van een waardeverandering met een ingestelde
waarde (bv. 5K/min) vergeleken.
Definities:
Gradiënt: Verloop van de wijziging van een grootheid (bv. temperatuur) tussen in de tijd (of ruim-
telijk) gedefinieerde punten. Dat kan een wijziging in positieve of negatieve richting zijn.
Quasi-Peak: Een piekwaarde (minimum of maximum) wordt middels een tijdconstante (K/min)
gewogen en wijzigt zich daardoor voortdurend (ook als gemiddelde piekwaarde omschreven).
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Signaal
Reset
Differentie
• Wordt met de ingangsvariabele „Reset" een digitaal signaal verbonden, dan geschiedt de uit-
gave van de daartoe behorende uitgangsvariabelen „Status" en „Waarde" voor de eerste bere-
kening na het einde van de reset-impuls en blijft tot aan de volgende reset bestaan.
• Wordt bij „Reset" „ongebruikt" opgegeven, dan wordt bij de flankherkenning afhankelijk van de
modus bij iedere positieve of negatieve flank „Status" en „waarde" opnieuw berekend. Bij de
gradiëntherkenning wordt het temperatuurverloop continu gemonitord.

Parameters flankherkenning

Functiegrootte
Modus
Flank
Quasi Peak
Waarde
(Weergave alleen bij
Quasi Peak ja)
• Flank: Afhankelijk van de keuze positief of negatief wordt ofwel een stijgende (positieve) of
dalende (negatieve) flank van een verloop herkend.
• Ingangsvariabele „Differentie": Pas indien de meetwaarde van de te bewaken sensor de diffe-
rentie op het minimum (positieve flank) of op het maximum (negatieve flank) bereikt, wordt
de flankherkenning actief.
• De volgende grafieken hebben betrekking op de functiegrootte „Temperatuur", maar zijn in de
basis op iedere andere functiegrootte toepasbaar.
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoog ingangssignaal van de te bewaken sensor
Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor het starten van de flank- of
gradiëntherkenning (impuls)
Analoge waarde of analoog ingangssignaal voor de Activeringsdif-
ferentie van de flankherkenning of voor de waardeverandering van
de gradiënten van de gradiëntherkenning (zie functiebeschrijving en
afbeeldingen)
Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met
eenheid en kommaposities overgenomen worden.
Keuze: Flankherkenning
Keuze: positief of negatief
Keuze Ja / Nee (verdere informatie: zie functiebeschrijving en grafieken)
Opgave van de gradiënt voor de Quasi-Peak in eenheid/minuut, bv.
opgave „5,0 K" betekent 5,0 K/min.
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave