Inhoudsopgave
Advertenties
Uitgangsvariabelen
Solargroep
Maximaalbegrenzing
T.coll. < T.coll.MAX
T.coll. > T.coll.MIN
T.ref. < T.ref.MAX
T.begr. < T.begr.MAX
T.coll. > T.ref.
Voorrang
Tijdvenster
Stabilisatietijd
Blokkade (drainback)
• De uitgangsvariabele "Maximaalbegrenzing" krijgt de status "AAN" indien de maximale drem-
pelwaarde van de referentiesensor T.ref.MAX of van de begrenzingssensor (indien aangeslo-
ten) T.begr.MAX bereikt wordt.
• Is geen solarvoorrangsfunctie geprogrammeerd, staat de uitgangsvariabele „Voorrang" altijd
op status AAN.
• Is geen stabiliseringstijd gedefinieerd, staat de uitgangsvariabele „Tijdvenster" altijd op status
AAN.
• Is geen drainbackfunctie geprogrammeerd, dan staat de status „Blokkade (drainback)" altijd
op AAN.
Status solargroep AAN/UIT, keuze van de uitgang
Status maximale begrenzing AAN/UIT (AAN = boilerbegrenzing op
T.ref. of T.begr. bereikt)
Status UIT, indien de maximale begrenzing op de collector actief is.
Status AAN, indien de collectortemperatuur hoger als de minimale
drempelwaarde is.
Status AAN, indien de referentietemperatuur lager als de maximale
drempelwaarde T.ref.MAX is.
Status AAN, indien de temperatuur op de begrenzingssensor lager
als T.begr.MAX is.
Status AAN, indien de collectortemperatuur met Diff.aan cq. Diff.uit
hoger als de referentietemperatuur is.
Status UIT, indien door de solarvoorrangsfunctie de solarfunctie
gedeactiveerd wordt.
Status AAN, indien het tijdvenster voor de stabiliseringstijd optreedt
Tijdsteller voor de aflopende stabiliseringstijd
Status UIT, indien de blokkade gedurende de blokkadetijd van de
drainbackfunctie het inschakelen van de solarfunctie verhindert.
135
Advertenties
Inhoudsopgave
