Parameters submenu Feestdag
Binnen het tijdvenster
Gew.waarde 1
Gew.waarde 2
Gew.waarde 3
außerhalb der Zeitfenster
Gew.waarde 1
Gew.waarde 2
Gew.waarde 3
Tijdvenster 1 - 5
• Er wordt onderscheid gemaakt tussen gewenste waardes binnen en buiten het tijdvenster.
Deze gewenste waardes staan bij het optreden van het datumvenster als uitgangsvariabelen
ter beschikking.
Parameters submenu Datumvenster 1 - 10
Bedrijfsmodus
Optreden
Van
tot
• Binnen dit datumvenster worden de geselecteerde bedrijfsmodi actief.
Uitgangsvariabelen
Status vakantie
Status party
Status feestdag
Status standby
Bedrijfsmodus
Gew.waarde 1
Gew.waarde 2
Gew.waarde 3
• Zijn meerdere bedrijfsmodi gelijktijdig actief, dan wordt de bedrijfsmodus kalender met de
hoogste prioriteit en de bijbehorende gewenste waarde uitgegeven.
De bedrijfsmodi hebben de volgende prioriteit:
Bedrijfsmodus
Party
Vakantie
Standby
Feestdag
• De koppeling met de cv-groep- of de koelgroepregeling wordt in de hoofdstukken van deze
functiemodules beschreven.
78
Gewenste waarde bij optreden van het tijdvenster
Opgave van de analoge gewenste waarde 1
Opgave van de analoge gewenste waarde 2
Opgave van de analoge gewenste waarde 3
Opgave van de analoge gewenste waarde 1
Opgave van de analoge gewenste waarde 1
Opgave van de analoge gewenste waarde 3
Er kunnen maximaal 5 tijdvensters voor de modus feestdag worden
opgegeven
Keuze: Niet actief, Party, Vakantie, Standby, Feestdag
Keuze: Eenmalig of Jaarlijks
Opgave datum, kloktijd
Opgave datum, kloktijd
Status AAN, indien bedrijfsmodus vakantie actief
Status AAN, indien bedrijfsmodus party actief
Status AAN, indien bedrijfsmodus feestdag actief
Status AAN, indien bedrijfsmodus standby actief
Uitgave van de actieve bedrijfsmodus (met weergave van het bedrijfs-
modusnummer)
Uitgave van de betreffende gewenste waarde 1
Uitgave van de betreffende gewenste waarde 2
Uitgave van de betreffende gewenste waarde 3
Prioriteit
1 (hoogste prioriteit)
2
3
4 (laagste prioriteit)