Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Technische Alternative UVR 16x2 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor UVR 16x2:
Inhoudsopgave

Advertenties

UVR 16x2
Versie V1.18 NL
Vrijprogrammeerbare
universele regeling
Programmering
nl
Deel 1: Algemene informatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Technische Alternative UVR 16x2

  • Pagina 1 UVR 16x2 Versie V1.18 NL Vrijprogrammeerbare universele regeling Programmering Deel 1: Algemene informatie...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Basisprincipes ........................5 Stappenplan ............................ 6 Omschrijvingen ..........................6 Algemene opmerkingen voor de parametrering ................8 Datum / Tijd / Locatie ......................9 Batterijreserve ..........................10 Waardeoverzicht ........................11 Ingangen ..........................12 Parametrering ..........................13 Sensortype en meetgrootheid ....................13 Omschrijving ..........................
  • Pagina 4 Actieve CAN-knopen ........................43 DL-Bus ..........................44 DL-instellingen ..........................44 DL-ingang ............................. 45 DL-Bus adres en DL-Bus index ....................45 Omschrijving ..........................46 DL-Bus time-out ........................46 Sensorcheck ..........................46 Meetgrootheid .......................... 46 Waarde bij time-out ........................46 Sensorcorrectie ........................47 Sensorfout ..........................
  • Pagina 5: Basisprincipes

    Basisprincipes Basisprincipes Deze handleiding dient als programmeerhulp direct op het apparaat, maar geldt ook als belangrijke verklaring van de elementen, welke voor de programmering met de programmeersoftware TAPPS 2 benodigd zijn (functies, in- en uitgangen, etc.). In de basis is de programmering met TAPPS 2 aan te bevelen. Daardoor kan de programmeur de gehele functionaliteit op de PC als grafisch logisch plan tekenen (= programmeren) en parametreren.
  • Pagina 6: Stappenplan

    Basisprincipes Stappenplan Om een efficiënte programmering uit te voeren, dient een vaste volgorde te worden aangehouden: Voorwaarde voor het maken van een programmering en de parametrering is een exact hydraulisch schema. Aan de hand van dit schema moet worden vastgelegd, wat hoe geregeld moet worden. Op basis van de gewenste regelfunctionaliteit dienen de sensorposities te worden bepaald en in het schema in te tekenen.
  • Pagina 7 Basisprincipes Weergave met reeds gedefinieerde omschrijvingen Voor het wijzigen of nieuw maken van omschrijvingen staat een alfanumeriek toetsenbord ter beschikking. Er kunnen tot 100 verschillende omschrijvingen door de gebruiker worden gedefinieerd. Het maximale tekenaantal per omschrijving bedraagt 24. De reeds gedefinieerde omschrijvingen staan voor alle elementen (ingangen, uitgangen, functies, vaste waardes, Bus- in- en uitgangen) ter beschikking.
  • Pagina 8: Algemene Opmerkingen Voor De Parametrering

    Basisprincipes Algemene opmerkingen voor de parametrering van ingangen, uitgangen, vaste waardes, functies, basisinstellingen en CAN- en DL-in- en uitgangen. Iedere invoer dient met het selecteren van te worden afgesloten. Indien de invoer dient te worden geannuleerd, wordt gekozen. Voorbeeld: Invoer van getalswaardes Voor de invoer van getalswaardes wordt een toetsenbord weergegeven.
  • Pagina 9: Datum / Tijd / Locatie

    Datum / Tijd / Locatie Datum / Tijd / Locatie In de statusbalk worden rechts boven de datum en tijd weergegeven. Door de keuze van dit statusveld komt men in het menu voor datum, tijd en locatiegegevens. Voorbeeld: Allereerst worden de parameters voor de systeemwaardes weergegeven. Tijdzone - 01:00 betekent de tijdzone „UTC + 1 uur“.
  • Pagina 10: Batterijreserve

    Met de waardes voor de geografische lengte en breedte worden de locatieafhankelijke zonnegegevens bepaald. Deze kunnen in functies (bv. beschaduwingsfunctie) worden gebruikt. De fabriekszijdige voorinstelling voor de GPS-data betreft de standplaats van Technische Alternative in Amaliendorf / Oostenrijk. Vervolgens worden de locatieafhankelijke zonnegegevens weergegeven.
  • Pagina 11: Waardeoverzicht

    Waardeoverzicht Waardeoverzicht In dit menu worden de actuele waardes van de ingangen 1 – 16, de DL- ingangen en de analoge en digitale CAN-ingangen weergegeven. De DL- en CAN-ingangen worden door verder te scrollen onder de ingangen zichtbaar. De verschillende waardes worden door het aantippen van de gewenste groep zichtbaar. Voorbeeld: Ingangen...
  • Pagina 12: Ingangen

    Ingangen Ingangen De regelaar beschikt over 16 ingangen voor analoge (meetwaardes), digitale (AAN/UIT) signalen of impulsen. Na keuze in het hoofdmenu worden die ingangen met hun omschrijving en de actuele meetwaarde cq. toestand weergegeven. Voorbeeld vaan een reeds geprogrammeerd systeem, ingang 1 is nog ongebruikt:...
  • Pagina 13: Parametrering

    Ingangen Parametrering Sensortype en meetgrootheid Na de selectie van de gewenste ingang wordt het sensortype vastgelegd. Allereerst volgt de instelling van het type van het ingangssignaal Digitaal Analoog Impuls Digitaal Keuze van de meetgrootheid: Uit / Aan Uit / Aan (invers) Nee / Ja Nee / Ja (invers) Analoog...
  • Pagina 14 Ingangen Impulsingang De ingangen 15 en 16 kunnen impulsen met max. 20 Hz en ten minste 25 ms impulsduur verwerken (S0-impulsen). De ingangen 1 - 14 kunnen impulsen met max. 10 Hz en ten minste 50 ms impulsduur verwerken. Keuze van de meetgrootheid Windsnelheid Voor de meetgrootheid „Windsnelheid“...
  • Pagina 15: Omschrijving

    Ingangen Omschrijving Invoer van de ingangsomschrijving door keuze uit de vooringestelde omschrijvingen uit verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerde omschrijvingen. Sensortype analoog / temperatuur: Algemeen Opwekker Verbruiker Leiding Klimaat Gebruiker (gebruikersgedefinieerde omschrijvingen) Daarnaast kan aan iedere omschrijving een getal 1 – 16 worden toegewezen. Sensorcorrectie Voor de meetgrootheden temperatuur, solarstraling, vochtigheid en regen van het sensortype analoog bestaat de mogelijkheid voor een sensorcorrectie.
  • Pagina 16: Sensorcheck Voor Analoge Sensoren

    Ingangen Sensorcheck voor analoge sensoren Een geactiveerde „Sensorcheck“ (invoer: „Ja“) genereert bij een kortsluiting cq. een onderbreking automatisch een foutmelding: In de bovenste statusbalk wordt een Waarschuwingsdriehoek weergegeven, in het menu „Ingangen“ krijgt de defecte sensor een rode rand. Voorbeeld: Kortsluiting sensor 1 Standaardwaarde...
  • Pagina 17: Toewijzing Van De Mogelijke Sensortypes Aan De Ingangen

    1000 1045 1091 1114 1138 1186 1235 1285 1337 1390 1444 1500 TK5000 Het standaardtype van Technische Alternative is PT1000. Tot 2010/2011 was het standaardtype van de fabriekszijdige instellingen KTY (2kΩ). PT100, PT500: omdat deze sensoren vanwege externe storingsinvloeden gevoeliger zijn, dienen de sensorkabels te zijn afgeschermd en dient de gemiddelde waardetijd te worden verhoogd.
  • Pagina 18: Uitgangen

    Uitgangen Uitgangen De regelaar beschikt over 16 uitgangen. Door het aantippen van de uitgangsnummering in de bovenste statusbalk komt men ook in het menu „Uitgangen“. Niet gedefinieerde uitgangen zijn niet weergegeven. Na de selectie worden de uitgangen met hun omschrijving en de actuele toestand weergegeven (zie hoofdstuk „Displayweergave“).
  • Pagina 19: Parametrering

    Uitgangen Parametrering Na selectie van de gewenste uitgang volgt het vastleggen van het uitgangstype. Eerst volgt de noodzakelijke instelling voor het uitgangstype. Uitgangstype Er zijn de volgende uitgangstypes beschikbaar, welke echter niet bij alle uitgangen te selecteren zijn: Schakeluitgang Uitgangspaar 0-10V Uitgangen 1/2, 3/4, 6/7, 8/9, 10/11, 12/13 en 14/15 als uitgangspaar Deze uitgangen kunnen als eenvoudige schakeluitgang of samen met de onderstaande...
  • Pagina 20 Uitgangen Alle schakeluitgangen Voor alle schakeluitgangen inschakelvertraging en een nalooptijd worden ingesteld. Alle uitgangen Voor alle uitgangen kan het handbedrijf tot gebruikersgroepen (Gebruiker, Installateur, Expert) worden beperkt. Uitgangen 12 tot 16 als analoge uitgangen Deze uitgangen stellen een spanning van 0 tot 10V ter beschikking, bv. voor vermogensregeling van branders (brandermodulatie) of toerentalregeling van elektronische pompen.
  • Pagina 21 Uitgangen Uitgangsstatus van de analoge uitgangen Voor de uitgangsstatus kan worden vastgelegd, of de status AAN boven of onder een instelbare drempelwaarde dient te worden uitgegeven. Voorbeeld: Als een analoge uitgang meer dan 3,00 V uitgeeft, dan gaat de uitgangsstatus van UIT naar AAN.
  • Pagina 22 Uitgangen Weergave in het menu Uitgangen In de menuweergave wordt der bedrijfstoestand van de analoge uitgang weergegeven. De uitgangsstatus kann door het aantippen worden gewijzigd. Auto: uitvoer aan de hand van de bron en verschaling Hand: instelbare waarde Hand/UIT: uitvoer volgens instelling „Dominant UIT“...
  • Pagina 23: Omschrijving

    Uitgangen Omschrijving Invoer van de uitgangsomschrijving door keuze uit vooringestelde omschrijvingen van verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerde omschrijvingen. Algemeen Klimaat Gebruiker (gebruikersgedefinieerde omschrijvingen) Daarnaast kan aan iedere omschrijving een getal van 1 tot 16 worden toegewezen. Overzicht uitgangen Uitgang 1 Uitgangsparen 1/2 en 6/7 alleen voor relaisversies mogelijk...
  • Pagina 24: Uitgangsteller

    Uitgangen Uitgangsteller Door de keuze van dit symbool kunnen voor iedere uitgang de bedrijfsuren en impulsen (inschakelingen) worden afgelezen. Voorbeeld: bij uitgang 1 kan der tellerstand sinds 26-4-2016 worden afgelezen. Na het aantippen van het schakelveld wordt gevraagd, of men de totale tellerstanden en die van „gisteren“...
  • Pagina 25 Uitgangen Onder de bedrijfsuren kunnen de impulsen (schakelingen) worden afgelezen. worden totaal aantal impulsen (inschakelingen), het impulsaantal van gisteren en vandaag weergegeven. Na het aantippen van het schakelveld wordt gevraagd, of men de vandaag getelde impulsen will wissen.  LET OP: De tellerstanden worden ieder uur in het interne geheugen weggeschreven. Bij een stroomuitval kan daarom de telling van maximaal 1 uur verloren gaan.
  • Pagina 26: Weergave Van De Verbindingen

    Uitgangen Weergave van de verbindingen Na de keuze van het symbool worden voor de uitgang de verbindingen met de functies weergegeven. Voorbeeld: In dit voorbeeld wordt de uitgang 1 door 2 functies aangestuurd, waarbij deze momenteel door de functie 1 (Solar1) wordt ingeschakeld. Door het aantippen van een functie komt men direct in het menu van de functie.
  • Pagina 27: Blokkeerbeveiliging

    Uitgangen Blokkeerbeveiliging Circulatiepompen, welke voor langere tijd niet lopen (bv. verwarmingspompen gedurende de zomer), hebben vaak aanloopproblemen als gevolg van interne corrosie. Dit probleem kan worden voorkomen, indien de pomp periodiek voor 30 seconden wordt ingeschakeld. Het na uitgang 16 toegevoegde menu Blokkeerbeveiliging maakt het mogelijk een tijdstip en selectie uit alle uitgangen op te geven, welke een blokkeerbeveiliging dienen te hebben.
  • Pagina 28: Displayweergave

    Uitgangen Displayweergave Voorbeeld een reeds geprogrammeerd systeem: Uitgangen 1, 4 en 5 zijn ingeschakeld Uitgangen 3 en 4 zijn in handbedrijf De ingeschakelde uitgangen worden groen geaccentueerd. Uitgangen in handbedrijf worden door een handsymbool onder het uitgangsnummer gekenmerkt. Voorbeeld: Dominant geschakelde uitgangen (door functie „Melding“): De uitgang 2 is dominant ingeschakeld (rode omranding)
  • Pagina 29: Vaste Waardes

    Vaste waardes Vaste waardes In dit menu kunnen tot 64 vaste waardes gedefinieerd worden, welke bv. als ingangsvariabelen van functies kunnen worden gebruikt. Na keuze in het hoofdmenu worden de reeds gedefinieerde vaste waardes met hun omschrijving en actuele waarde cq. toestand weergegeven. Voorbeeld:...
  • Pagina 30: Parametrering

    Vaste waardes Parametrering Voorbeeld: vaste waarde 1 Type vaste waarde Na keuze van de gewenste vaste waarde volgt het vastleggen van het type. Digitaal Analoog Impuls Digitaal Keuze van de meetgrootheid: Uit / Aan Nee / Ja Keuze, of der status via een keuzebox of door een enkele klik kan worden omgeschakeld. Wijzigen van een digitale vaste waarde Door de selectie van het licht weergegeven schakelveld kan de vaste waarde via een keuzebox of door aantippen („klik“)worden gewijzigd.
  • Pagina 31: Analoog

    Vaste waardes Analoog Keuze uit een veelvoud van eenheden cq. dimensies Na de opgave van de omschrijving geschiedt het vastleggen van de toegestane grenzen en van de actuele vaste waarde. Binnen deze grenzen kan de waarde in het menu worden versteld. Voorbeeld: Wijzigen van een analoge vaste waarde Door het aantippen van het licht weergegeven schakelveld kan de vaste waarde via een...
  • Pagina 32: Impuls

    Vaste waardes Impuls Met deze vaste waarde kunnen korte impulsen door het aantippen in het menu „Vaste waardes" worden gegenereerd. Voorbeeld: In het menu van de vaste waardes ken tevens een impuls door aantippen worden gewist. Functiegrootte Keuze van de functiegrootte: bij activatie kan een AAN-impuls (van UIT naar AAN) of een UIT-impuls (van AAN naar UIT) worden gegenereerd.
  • Pagina 33: Meldingen

    Meldingen Meldingen Dit menu geeft de geactiveerde meldingen aan. Voorbeeld: Melding 21 is actief. Is ten minste een melding actief, dan wordt in de bovenste statusbalk een waarschuwingsdriehoek weergegeven. Indien de melding is verborgen, kan door het aantippen van de driehoek het pop-up-venster van de melding weergegeven worden.
  • Pagina 34: Can-Bus

    CAN-Bus CAN-Bus Het CAN-netwerk maakt de communicatie mogelijk tussen CAN-Busapparaten. Door het verzenden van analoge of digitale waardes via CAN-uitgangen kunnen andere CAN-Busapparaten deze waardes als CAN-ingangen overnemen. Dit menu bevat alle weergaves en instellingen, welke voor de opbouw van een CANopen-netwerk noodzakelijk zijn.
  • Pagina 35: Datalogging

    C.M.I. beschreven. Digitale en analoge waardes - Iedere regelaar kan middels 2 datapakketten max. 26 digitale en 32 analoge waardes uitgeven, welke in het menu „CAN-Bus/Datalogging“ van de UVR 16x2 gedefinieerd worden. De bronnen voor de te loggen waardes kunnen ingangen, uitgangen, functie-uitgangsvariabelen, vaste waardes, systeemwaardes, DL- en CAN-Busingangen zijn.
  • Pagina 36: Can-Instellingen

    CAN-Bus CAN-instellingen Knoop Vastleggen van het eigen CAN-knoopnummer (Instelbereik: 1 – 62). Het apparaat met knoopnummer 1 geeft het tijdstempel voor alle andere CAN-Busapparaten voor. Omschrijving Aan iedere regelaar kan een eigen omschrijving worden toegekend. Busrate De standaard busrate van het CAN-netwerk bedraagt 50 kbit/s (50 kBaud), welke voor de meeste CAN-Busapparaten voorgegeven is.
  • Pagina 37: Can-Analoge Ingangen

    CAN-Bus CAN-analoge ingangen Er kunnen tot 64 CAN-analoge ingangen geprogrammeerd worden. Deze worden door de opgave van het verzend-knoopnummer en het nummer van de CAN-uitgang van de verzendknoop vastgelegd. Knoopnummer Na invoer van het knoopnummer van de verzendknoop worden de verdere instellingen uitgevoerd. Van het apparaat met dit knoopnummer wordt de waarde van een CAN-analoge uitgang overgenomen.
  • Pagina 38: Omschrijving

    CAN-Bus Omschrijving Aan iedere CAN-ingang kan een eigen omschrijving gegeven worden. De keuze van de omschrijving geschiedt zoals bij de ingangen uit verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerd. Voorbeeld: CAN-Bus time-out Vastleggen van de time-outtijd van de CAN-ingang (minimale waarde: 5 minuten). Zolang de informatie voortdurend vanuit de CAN-Bus wordt ingelezen, is de netwerkfout van de CAN-ingang „Nee“.
  • Pagina 39: Waarde Bij Time-Out

    CAN-Bus Waarde bij time-out Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd“ weergegeven. Wordt de time-outtijd overschreden, kan worden vastgelegd of de laatst overgedragen waarde („Onveranderd“) of een instelbare vervangingswaarde uitgegeven wordt. Sensorcorrectie Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd“ weergegeven. De waarde van de CAN-ingang kan met een vaste waarde worden gecorrigeerd.
  • Pagina 40: Can-Digitale Ingangen

    CAN-Bus CAN-digitale ingangen Er kunnen tot 64 CAN-digitale ingangen geprogrammeerd worden. Deze worden door de opgave van het verzend-knoopnummer en het nummer van de CAN-uitgang van de verzendknoop vastgelegd. De parametrering is nagenoeg identiek met die van de CAN-analoge ingangen. Onder meetgrootheid /Gebruikersgedefinieerd kan de weergave voor de CAN-digitale ingang van UIT / AAN naar Nee / Ja worden gewijzigd en kan worden vastgelegd, of bij overschrijden van de time-outtijd de laatst verzonden status („Onveranderd“) of een te kiezen vervangingswaarde...
  • Pagina 41: Omschrijving En Verzendvoorwaarde

    CAN-Bus Omschrijving en verzendvoorwaarde Aan iedere CAN-analoge uitgang kan een eigen omschrijving worden gegeven. De keuze van de omschrijving geschiedt zoals ingangen verschillende betekenisgroepen gebruikersgedefinieerd. Voorbeeld: Verzendvoorwaarde Voorbeeld: bij wijziging > 1.0 K Bij een wijziging van de actuele waarde ten opzicht van de laatst gezonden met meer als 1,0K wordt opnieuw gezonden.
  • Pagina 42: Can-Digitale Uitgangen

    CAN-Bus CAN-digitale uitgangen Er kunnen tot 32 CAN-digitale uitgangen geprogrammeerd worden. Deze worden door de opgave van de bron in de regelaar vastgelegd. De parametrering is – behoudens de verzendvoorwaarden – identiek met die van de CAN-analoge uitgangen. Omschrijving en verzendvoorwaarden Aan iedere CAN-digitale uitgang kan een eigen omschrijving worden gegeven.
  • Pagina 43: Actieve Can-Knopen

    CAN-Bus Actieve CAN-knopen Actualiseren de weergave Door het aantippen van het veld worden de actieve CAN-knopen in het CAN-Busnetwerk weergegeven. Met „Status“ wordt de CAN-Bus-status van de regelaar weergegeven. De status wisselt an een start van de regelaar volgens een vaste volgorde automatisch van init. → preop(erational) →...
  • Pagina 44: Dl-Bus

    De DL-Bus dient als busleiding voor diverse sensoren en/of voor datalogging middels C.M.I. of D-LOGG. De DL-Bus is een bidirectionele dataleiding en alleen met producten van Technische Alternative compatibel. Het DL-Busnetwerk werkt onafhankelijk van het CAN-Busnetwerk. Dit menu bevat alle weergaves en instellingen, welke voor de opbouw van een DL-Busnetwerk noodzakelijk zijn.
  • Pagina 45: Dl-Ingang

    DL-Bus DL-ingang Via een DL-ingang worden sensorwaardes van DL-Bussensoren overgenomen. Er kunnen tot 32 DL-ingangen geprogrammeerd worden. Voorbeeld: parametrering van DL-ingang 1 Keuze: Analoog of Digitaal DL-Bus adres en DL-Bus index Iedere DL-sensor dient een eigen DL-Busadres te hebben. De instelling van het adres van de DL- sensor wordt in het datablad van de sensor beschreven.
  • Pagina 46: Omschrijving

    DL-Bus Omschrijving Aan iedere DL-ingang kan een eigen omschrijving worden gegeven. De keuze van de omschrijving geschiedt zoals bij de ingangen uit verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerd. Voorbeeld: DL-Bus time-out Zolang de informatie voortdurend van de DL-Bus wordt ingelezen, is de netwerkfout van de DL- ingang „Nee“.
  • Pagina 47: Sensorcorrectie

    Door het relatief hoge stroomverbruik van de DL-sensoren dient de „Buslast“ in acht te worden genomen: De regelaar UVR 16x2 levert de maximale buslast van 100%. De buslasten van DL-sensoren worden in de technische gegevens van de betreffende DL-sensoren aangegeven.
  • Pagina 48: Dl-Uitgang

    DL-Bus DL-uitgang Via een DL-uitgang kunnen analoge- en digitale waardes naar het DL-Busnetwerk worden gezonden. Zo kan bv. een digitaal commando voor het activeren van een O -sensor O2-DL uitgegeven worden. Voorbeeld: parametrering van DL-uitgang 1 Opgave van de bron in de regelaar, waarvan de waarde voor de DL-uitgang stamt. Ingangen Uitgangen Functies...
  • Pagina 49: Omschrijving En Doeladres

    DL-Bus Omschrijving en doeladres Omschrijving en opgave van het doeladres van de DL-sensor, welke geactiveerd dient te worden. De opgave van de index is momenteel weliswaar voorbereid, er bestaat echter nog geen DL- Busapparaat, welke deze opgave benodigd. Voor de activering van de O -sensor heeft daarom de index geen invloed en kan verwaarloosd worden.
  • Pagina 50: Basisinstellingen

    Basisinstellingen Basisinstellingen Weergave alleen expertmodus Weergave alleen installateur- of expertmodus In dit menu worden instellingen uitgevoerd, welke vervolgens voor alle verdere menu’s gelden. Taal Keuze van de displaytaal Helderheid Keuze van de displayhelderheid voor het aanpassen aan de omgevingshelderheid (Instelbereik: 5,0 – 100,0% Display timeout Het display wordt na een instelbare tijd, waarin er door de gebruiker geen activiteiten worden...
  • Pagina 51: Simulatie

    Basisinstellingen Simulatie Mogelijkheid de simulatiemodus te activeren (alleen in expertmodus mogelijk): Geen gemiddelde meettijd van de buitentemperatuur in de cv-groepregeling. Alle temperatuuringangen worden als PT1000 sensor gemeten, ook indien er een ander sensortype is gedefinieerd. Geen weergave van een ruimtesensor als RAS. Keuze: Analoog –...
  • Pagina 52: Gebruikersgedefinieerde Omschrijvingen

    Basisinstellingen Gebruikersgedefinieerde omschrijvingen In dit menu kan men voor alle elementen van de regelaar gebruikersgedefinieerde omschrijvingen invoeren, wijzigen of wissen. Dit menu is alleen toegankelijk in het installateur- of expertniveau. Weergave met reeds gedefinieerde omschrijvingen Voor het wijzigen of nieuw aanmaken staat een alfanumeriek toetsenbord ter beschikking. Er kunnen tot 100 verschillende omschrijvingen door de gebruiker gedefinieerd worden.
  • Pagina 53: Gebruiker

    Gebruiker Gebruiker Actuele gebruiker Keuze of de gebruiker Expert, Installateur of Gebruiker is. Voor de toegang tot het installateur- of expertniveau is de invoer van een paswoord noodzakelijk, welke door de programmeur kan worden opgegeven. Na het laden van functiedata uit het expert- of installateurniveau springt de regelaar terug in het gebruikersniveau en neemt de geprogrammeerde paswoorden over.
  • Pagina 54 Gebruiker Lijst van toegestane acties Niveau Weergaves en toegestane acties Functieoverzicht met bedieningsmogelijkheid Toegang tot het hoofdmenu alleen indien in de „Basisinstellingen“ voor „Gebruiker“ vrijgegeven Waardeoverzicht Ingangen: alleen weergave, geen toegang tot de parameters Uitgangen: wijziging van de uitgangsstatus van voor de Gebruiker vrijgegeven uitgangen, weergave van de bedrijfsuren, geen toegang tot de parameters Vaste waardes: wijziging van de waarde of de status van voor de Gebruiker Gebruiker...
  • Pagina 55: Versie En Serienummer

    Versie Versie en serienummer In dit menu worden het serienummer, interne productiegegevens en de naam van de actuele functiedata (met datum) weergegeven. Het serienummer is ook op het typeplaatje van de regelaar zichtbaar (bovenste zijvlak).
  • Pagina 56: Databeheer

    Databeheer Databeheer Alleen in installateur – of expertmodus zichtbaar De volgende actie kunnen in dit menu worden uitgevoerd: Functiedata opslaan, laden of wissen Firmware laden Functieoverzicht laden of wissen Statusweergave van de datatransfer Herstart van de regelaar Functiedata Weergave van de actuele functiedata met tijdstip van het inladen...
  • Pagina 57: Laden

    Versie Laden... Van de SD-kaart kunnen functiedata in de regelaar worden geladen. Er kunnen meerdere functiedata opgeslagen zijn. Nah de keuze van de gewenste functiedata (*.dat-bestand) volgt de vraag, hoe de tellerstanden en calibratiewaardes van de warmtemetingen moeten worden behandeld. De volgende acties kunnen worden uitgekozen: Behouden De tellerstanden cq.
  • Pagina 58: Wissen, Ombenoemen En Verzenden Van Opgeslagen Bestanden

    Databeheer Wissen, ombenoemen en verzenden van opgeslagen bestanden Om opgeslagen bestanden te herbenoemen oft e wissen, tipt men op het bestandssymbool, dan wordt een keuze zichtbaar: Bestand wissen Bestand herbenoemen Bestand naar het gekozen knoopnummer zenden Terug uit deze keuze kann door het nogmaals aantippen van het bestandssymbool. Bestand wissen Er verschijnt een controlevraag, welke door aantippen van bevestigd wordt.
  • Pagina 59: Opslaan

    Versie Opslaan... De actuele functiedata kunnen op de SD-kaart worden opgeslagen. Aan de functiedata kunnen eigen omschrijvingen worden gegeven. Er kunnen meerdere functiedata opgeslagen worden. Voorbeeld: In dit voorbeeld zijn reeds meerdere functiedata op de SD-kaart opgeslagen. Indien de functiedata onder een nieuwe naam opgeslagen worden, wordt aangeklikt.
  • Pagina 60: Firmware Laden

    Databeheer Firmware Laden ... Vanaf de SD-kaart kan de firmware (= bedrijfssysteem, bestand*.bin) naar de regelaar of ook naar andere X2-apparaten via de CAN-Bus worden geladen. Er kunnen meerdere versies van het bedrijfssysteem op de SD-kaart zijn opgeslagen. Zoals bij het laden van functiedata kunnen de opgeslagen firmware-bestanden worden gewist, herbenoemd of naar andere X2-apparaten worden geladen.
  • Pagina 61: Status

    Versie Status Hier wordt weergegeven, of een datatransfer via Databeheer vanaf de SD-kaart naar de regelaar of omgekeerd succesvol was. Deze statusweergave geldt niet voor datatransfers van een andere regelaar, een C.M.I. of een CAN- Monitor. Totale reset Een totale reset is alleen vanuit het installateur- of expertniveau na een controlevraag mogelijk. Een totale reset wist de functiemodules, de parametrering van alle in- en uitgangen, Bus-in- en uitgangen, vaste- en systeemwaardes.
  • Pagina 62: Herstarten

    Databeheer Herstarten einde menu „Databeheer“ bestaat de mogelijkheid een herstart van de regelaar uit te voeren controlevraag), zonder de regelaar van het net af te koppelen. Reset Door het kort indrukken (met een dunne pen) op de resetknop aan de voorzijde van de regelaar en loslaten voordat de pieptoon eindigt, start de regelaar opnieuw op (= reset).
  • Pagina 63: Calibreren

    Databeheer Calibreren In het geval dat de sensorposities van de touchscreen niet overeenkomen met de achtergrond en dardoor de regelaar niet meer probleemloos kan worden bediend, kan door „Calibreren“ de touchs- creen opnieuw worden ingesteld. Het calibreren kan door het drukken op het bedieningsoppervlak na de start van de regelaar gedurende de weergave van het TA-logo worden gestart.
  • Pagina 64: Systemwaardes

    Systemwaardes Systemwaardes In dit menu wordt de status van de systeemwaardes weergegeven, welke voor de ingangsvarianelen van functies en CAN- en DL-uitgangen als bron ter keuze staan. De systeemwaardes zijn in 4 groepen ingedeeld: Systeemwaardes „Algemeen“ Deze systeemwaardes kunnen - bij een betreffende programmering – in een bewaking van het regelsysteem te voorzien.
  • Pagina 65 Systemwaardes Systeemwaardes „Tijd“ Systeemwaardes „Datum“ Seconde (van de lopende kloktijd) Minuut (der lopende kloktijd) Maand Uur (der lopende kloktijd) Jaar (zonder eeuwwaarde) Seconden-impuls Weekdag (beginnend met maandag) Minuten-impuls Kalenderweek Uur-impuls Dag van het jaar Zomertijd (digitale waarde UIT/AAN) Dagimpuls Tijd (hh:mm) Maandimpuls Jaarimpuls Weekimpuls...
  • Pagina 66: Functieoverzicht

    Functieoverzicht Functieoverzicht Het functieoverzicht is pas vanaf versie V1.04 van de regelaar mogelijk. De programmering van het functieoverzicht geschiedt met behulp van de software „TA-Designer“ en wordt in het helpbestand van die software beschreven. Zijn meerdere UVR16x2-regelaars of apparaten met X2-technologie in het systeem met de CAN-Bus verbonden, dan kunnen er ook waardes van deze apparaten worden weergegeven.
  • Pagina 67: Led-Controlelamp

    LED-controlelamp LED-controlelamp De LED-controlelamp kan door middel van 3 kleuren verschillende toestanden aangeven. Weergave bij start van de regelaar Controlelamp Verklaring Rood continu De regelaar bootet (= startroutine na het inschakelen, een reset of update) Oranje continu Hardware-initialisatie na het booten Groen knipperend Na de hardwareinitialisatie wacht de regelaar ca.
  • Pagina 68: Technische Gegevens Uvr16X2 (Relaisversies)

    Technische gegevens UVR16x2 (Relaisversies) Temperatuursensoren van het type PT1000, KTY (2 kΩ/25°C), KTY (1 Alle ingangen kΩ/25°C), PT100, PT500, Ni1000, Ni1000TK5000 en ruimtesensoren RAS cq. RASPT, stralingssensor GBS01, thermoelement THEL, vochtsensor RFS, regensensor RES01, impulsen max. 10 Hz (bv. voor volumestroomgever VSG), spanning bis 3,3V DC, weerstand (1- 100kΩ) en als digitale ingang Ingang 7...
  • Pagina 69: Technische Gegevens Uvr16X2 (Triac-Versies)

    Technische gegevens UVR16x2 (Triac-versies) Verschillen in de uitgangs-eigenschappen t.o.v. de relaisversie: Uitgang 1, 2, 6, 7 Triac-uitgangen Uitgang 3, 4, 8-11 Relaisuitgangen, gedeeltelijk met wisselcontact Uitgang 5 Relais-wisselcontact potentiaalvrij Uitgangen 12 - 16 Analoge uitgangen 0-10V (max. 20mA) of PWM (10V/1kHz) of uitbreidingsmogelijkheid als schakeluitgang met hulprelaismodules Uitgang 16 Aanvullende eigenschap: gestabiliseerde spanningsuitgang voor...
  • Pagina 72 Impressum Deze bedieningshandleiding is auteursrechtelijk beschermd. Een gebruik buiten het auteursrecht behoeft toestemming van de firma Technische Alternative elektronische Steuerungsgerätegesellschaft m. b. H.. Dit geldt in het bijzonder voor reproduceren, vertalingen en gebruik in elektronische media. elektronische Steuerungsgerätegesellschaft m. b. H.

Inhoudsopgave