Pulsoxymetergegevens beheren
De interface Verplegingoproep gebruiken
Functie Verplegingoproep
WAARSCHUWING
Gebruik de verplegingoproepfunctie niet als primaire bron voor alarmmelding.
De akoestische en visuele alarmen van de pulsoxymeter, gebruikt in combinatie
met klinische indicaties en symptomen, zijn de belangrijkste manieren om medisch
personeel op de hoogte te brengen dat er een alarmconditie optreedt.
WAARSCHUWING
De verplegingoproepfunctie van de OxiMax N-600x-pulsoxymeter functioneert
wanneer de oximete werkt op de netvoeding of op de batterij. De verpleging-
oproepfunctie werkt echter niet wanneer de pulsoxymeteralarmen zijn onderdrukt.
De verplegingoproepfunctie van de OxiMax N-600x-pulsoxymeter stelt zorgverleners in
staat patiëntalarrmen op afstand te controleren. De functie werkt in combinatie met
het verplegingoproepsystemen van uw instelling. U krijgt toegang tot deze functie
via de datapoortpinnen 7, 8, 10, 11 of 15 zoals aangegeven op Afbeelding 71 op
pagina 88.
De pulsoxymeter biedt twee typen interface voor verplegingoproepsystemen: een
RS-232 level-functie en relaissluiting. De RS-232 level-verplegingoproepfunctie is
actief als de pulsoxymeter is aangesloten op een stopcontact of op batterijen werkt.
De relaisgebaseerde verplegingoproepfunctie is actief als de pulsoxymeter is
aangesloten op een stopcontact of op batterijen werkt.
Wanneer de functie is ingeschakeld, wordt de locatie op afstand geseind met
akoestische alarmen. Als het akoestische alarm is uitgeschakeld of onderdrukt,
is de verplegingoproepfunctie eveneens uitgeschakeld.
Pin 11 op de gegevenspoort is het RS-232 level-verplegingoproepsignaal en pin 5 of 10
de aarde (Zie Afbeelding 71 op pagina 88). Zonder alarmconditie is het voltage tussen
de pinnen 10 en 11 -5 VDC tot -12 VDC, of +5 VDC tot +12 VDC, afhankelijk van de optie
die u met de softtoetsen hebt gekozen (NORM+ of NORM-). Met een akoestisch alarm
wordt de polariteit voor uitvoer tussen de pinnnen 5 en 11 omgekeerd.
De pinnen 7 en 15 vormen een relais dat wordt gesloten als er een alarm op de
pulsoxymeter afgaat. De pinnen 8 en 15 vormen een relais dat wordt geopend als er een
alarm afgaat. Pin 15 is gemeenschappelijk, pin 7 is normaal geopend en pin 8 is normaal
gesloten. Zie Classificatie van Verplegingoproeprelais op pagina 134 voor vermogens.
Pin
7 NO
Geopend
8 NC
Gesloten
94
Tabel 12. Relaispinstatussen voor verplegingoproep
Geen alarm of Alarm
onderdrukt
Akoestisch alarm
Gesloten
Geopend
Pulsoxymeter uit
Gesloten
Geopend
Gebruiksaanwijzing