De pulsoxymeter gebruiken
Controleer de trendgegevensparameters voor specifieke tijdsegmenten
en stel de minimum- en maximumtrendwaarden in.
a. WRGAVE-menu: isoleer oxygenatie- (SpO
of geef beide weer (DUBBEL). Open de submenu's HIST en Amplitude door de optie
VOLGND te kiezen.
- DUBBEL-softtoets: geef isoleer oxygenatie- (SpO
gegevens (PULS), of geef samen weer gedurende een bepaalde tijdsduur.
- SpO
bepaalde tijdsduur.
- Pulsfrequentie-softtoets: isoleer pulsfrequentietrendgegevens (PULS)
gedurende een bepaalde tijdsduur.
- HIST-softtoets: kies ervoor om de huidige trendgegevenshistorie te
verwijderen of te houden. Selecteer JA om de gegevens te verwijderen.
Selecteer NEE om de historie te behouden en terug te gaan naar het menu
HIST. Ga TERUG of om naar het hoofdmenu te gaan.
- AMP-softtoets: stel de trendgegevensweergave in op PAU (Pulse Amplitude
Units) in het menu AMP (amplitude). Dit is een willekeurige maateenheid die
de de piek-dalafstand van een plethysmogram meet. Wanneer de weergave is
ingesteld op PAU, kunnen de trendgegevens amplitudes tot 200 PAU
registreren.
b. ZOOM-menu: hiermee hebt u toegang tot de opties TIJD, SCHAAL, AUTO EN TERUG
als de trendweergave is ingesteld op DUBBEL, SpO
Opmerking:
Het ZOOM-menu geeft geen toegang tot deze opties als de modus AMP wordt gebruikt.
De opties SCHAAL en AUTO worden niet weergegeven als opties als er geen te controleren
trendgegevensoverzicht is.
- TIJD-softtoets: selecteer de uren, minuten of seconden voor het weergeven
van een specifiek tijdsegment van trendgegevens. Doorloop de opties door op
de TIJD-softtoets te drukken. De opties hebben deze volgorde: 48h, 36h, 24h,
12h, 8h, 4h, 2h, 1h, 30m, 15m, 40s of 20s.
- SCHAAL-softtoets: selecteer de maximum- en minimumwaarden voor de
SpO
De standaard PULS-trendwaarden zijn 5 tot 250. Doorloop de opties door
op de Select-softtoets te drukken. De opties hebben deze volgorde: variantie
van ±5, ±10, ±15, ±20, ±25, ±30, ±35, ±40 en ±50 eenheden.
- AUTO-softtoets: verkrijg de afgeronde maximum- en minimumwaarden,
gebaseerd op alle grafische trendgegevens.
- WISSEN-softtoets: kies ervoor om de huidige trendgegevens te verwijderen
of te houden. Selecteer JA om de gegevens te verwijderen. Selecteer NEE om
de gegevens te behouden en terug te gaan naar het vorige menu.
2. SENSOR-submenu: het SENSOR-menu is alleen beschikbaar wanneer u een
zelklevende patiëntgebonden OxiMax-pulsoxymetriesensor gebruikt. Nadat
52
-softtoets: isoleer oxygenatietrendgegevens (SpO
2
-of PULS-trendgrafiek. De standaard SpO
2
) of pulsefrequentietrendgegevens (PULS),
2
) en pulsfrequentietrend-
2
) gedurende een
2
, of de modus PULS.
2
-trendwaarden zijn 10 tot 100.
2
Gebruikershandleiding