Gegevens van de OxiMax™-pulsoxymeter beheren
Het type gegevens dat wordt weergegeven in de grafiek wordt aangegeven links van
de verticale as (%SpO
). Daaronder staat het bereik van de waarden (min./max.)
2
tijdens de event. De duur van de event wordt weergegeven onder het waardenbereik.
Op de verticale as wordt de magnitudeschaal van de gegevens in de grafiek
aangegeven. De horizontale as is niet voorzien van labels. De schaal van deze as
wordt automatisch aangepast aan het aantal intervallen van 30 seconden
gedurende de event. De alarmgrens (lager dan de alarmgrens van SpO
) wordt
2
weergegeven door een horizontale stippellijn door de grafiek. Het eerste
gegevenspunt is de alarmdrempel.
Events worden stuk voor stuk weergegeven. Voor elke event wordt één grafiek
weergegeven. Grafieken worden chronologisch weergegeven met de recentste
event eerst wanneer u naar de grafische sensoreventdisplay gaat. U kunt andere
events weergeven met de twee softtoetsen links, die zijn voorzien van pijlen naar
links en naar rechts. Aan het begin van een reeks events, bijvoorbeeld event 1 van 2,
is de softtoets met de pijl naar links blanco. Aan het einde van de reeks, bijvoorbeeld
bij event 2 van 2, is de softtoets met de pijl naar rechts blanco.
U kunt de events ook doorlopen met de OMHOOG-toets en de OMLAAG-toets onder
de ALARMONDERDRUKKING-toets op het pulsoxymeterpaneel.
Met de softtoets VORIGE gaat u terug naar het vorige TREND/SENSOR-
submenuniveau.
Eventoverzichtgegevens van de sensor bekijken
Wanneer de pulsoxymeter in de normale monitoringmodus staat, kunt u
de sensoroverzichtgegegevens van de sensor bekijken.
1. Sluit een OxiMax-pulsoxymetriesensor aan die patiëntgegevens bevat
op de SpO
-sensorpoort en kabel van de pulsoxymeter.
2
2. Druk op de softtoets TREND.
3. Druk op de softtoets SENSOR.
4. Druk op de softtoets GRAFIEK.
Afbeelding 65. Grafisch scherm Sensoreventoverzicht, pagina 5
Opmerking:
Met de softtoetsen met de pijlen naar links en naar rechts kunt u de pagina's van
de eventgrafiek doorlopen.
5. Druk op de softtoets EXIT.
Gebruiksaanwijzing
83