Algemene inleiding
in de SpO
-trend bij volwassenen, worden zorgverleners op deze patronen gewezen
2
middels een visuele indicator en optioneel een akoestisch alarm. Het
driehoekspictogram voor SPD verschijnt op de monitorweergave wanneer de
functie is ingeschakeld. De driehoek wordt van onder naar boven gevuld naarmate
patronen ernstiger worden. De driehoek loopt van boven naar onder leeg naarmate
patronen minder ernstig worden. Als de driehoek vol is, klinkt er een alarm. Als SPD
is ingeschakeld, is de standaardinstelling Aan met de gevoeligheid ingesteld op 1.
De functie kan worden uitgeschakeld in het menu GRENZN. Zorgverleners kunnen
kiezen uit drie instellingen voor alarmgevoeligheid: 1 (hoge gevoeligheid),
2 (gemiddelde gevoeligheid) of 3 (lage gevoeligheid), waarbij 1 resulteert in meer
alarmen en 3 in minder alarmen. De snelheid waarmee het SPD-pictogram wordt
opgevuld, hangt af van de SPD-gevoeligheidsinstelling. Neem voor activering
contact op met de Technical Services Department van Nellcor (+1 800 6355267) of
uw plaatselijke vertegenwoordiger. Zie De functie OxiMax SPD™ Alert gebruiken op
pagina 62 voor het gebruik van de functie.
SatSeconds-pictogram: de SatSeconds-functie biedt alarmmanagement voor
milde of korte overschrijdingen van de SpO
is ingeschakeld, wordt het SatSeconds-cirkelpictogram met de klok mee gevuld
wanneer het SatSeconds-alarmmanagementsysteem SpO
die buiten de ingestelde grenzen vallen. Het SatSeconds-pictogram loopt weer
leeg tegen de klok in wanneer de SpO
bevindt. Als het SatSeconds-pictogram vol is, klinkt er een alarm met gemiddelde
prioriteit. Zichtbaar in alle schermweergaven. Zie voor meer informatie over het
gebruik van de functie De SatSeconds™-alarmmanagementfunctie gebruiken op
pagina 66.
Pictogram voor snelle responsmodus: wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek
van de menubalk wanneer het pictogram is ingeschakeld. Het pulsoxymeteralgoritme
reageert bij het berekenen van de %SpO2 met verschillende snelheden op
veranderingen in de SpO
vijf tot zeven seconden in de Normale modus. De instelling van de responsmodus
heeft geen invloed op de algoritmeberekening van de pulsfrequentie, en heeft geen
invloed op de registratie van trendgegevens, die met intervallen van één seconde
plaatsvindt. De responsmodus heeft echter mogelijk invloed op het gedrag van het
SPD-alarm. Zichtbaar in alle schermweergaven wanneer de functie is ingeschakeld.
Zie voor meer informatie over het gebruik van de functie De responsmodus instellen
op pagina 57.
Pictogram voor alarmgrenzen voor neonaten: wordt uiterst rechts in de
benedenhoek van de menubalk weergegeven wanneer het pictogram is
ingeschakeld. Zichtbaar wanneer de alarmgrenzen zijn ingesteld op grenswaarden
voor neonaten, maar niet zichtbaar wanneer de alarmgrenzen zijn ingesteld op
grenswaarden voor volwassenen. Zie voor meer informatie over het gebruik van
de functie Modus voor volwassenen of neonaten instellen op pagina 60.
16
-grens. Wanneer de SatSeconds-functie
2
-waarden zich binnen de ingestelde grenzen
2
gegevens: twee tot vier seconden in de Snelle modus en
2
-waarden detecteert
2
Gebruiksaanwijzing