Pulsoxymetergegevens beheren
4. Druk op de softtoets PULS. De pulsfrequentietrendgegevens worden
weergegeven.
Afbeelding 50. Pulsfrequentie-displayscherm met pulsfrequentietrendgegevens, trend van 1 uur
De trendgegevensdisplay voor pulsamplitude weergeven
In het scherm met pulsamplitudetrendgegevens wordt de amplitude van de
pulsaties van de patiënt weergegeven gedurende de tijdsperiode die op het scherm
wordt aangegeven. Raadpleeg De displayschaal met trendgegevens selecteren op
pagina 73 voor het instellen van de gewenste trendgegevensschaal.
1. Zorg dat de pulsoxymeter in de normale monitoringmodus staat en druk op
de softtoets TREND.
2. Druk op de softtoets MONITR.
3. Druk op de softtoets WRGAVE.
4. Druk op de softtoets VOLGND.
5. Druk op de softtoets AMP. De trendgegevens voor de pulsamplitude-eenheden
(PAU) worden weergegeven.
Afbeelding 51. Displayscherm met trendgegevens voor pulsamplitude, trend van 1 uur
De PAT-meting (16 : 16) geeft de pulsamplitude-eenheden (hoog en laag)
bij de cursorpositie aan (streeplijn). U kunt de cursor naar rechts of naar links
verplaatsen met de OMHOOG-toets (rechts) of de OMLAAG-toets (links).
De histogramtrendgegevensdisplay weergeven
Het histogram geeft trendgegevens weer voor het percentage zuurstofsaturatie
(%SpO
) en pulsfrequentie (BPM (slagen/min)). De trendgegevens worden
2
weergegeven die zijn opgeslagen gedurende de periode die wordt aangegeven
op het scherm. Raadpleeg De displayschaal met trendgegevens selecteren op
pagina 73 als u de gewenste trendgegevensschaal wilt instellen. De pulsamplitude
kan niet worden weergegeven in het histogram.
72
Gebruiksaanwijzing