Voorpaneel
en geeft aan dat het pulsoxymeteralgoritme het aantal vereiste gegevens dynamisch
aanpast voor het meten van de SpO
en pulsfrequentie. Wanneer de indicator
2
continu brandt, heeft het pulsoxymeteralgoritme de hoeveelheid gegevens
uitgebreid die vereist zijn voor het meten van SpO
en pulsfrequentie. In dit geval is
2
de precisie van het volgen van snelle wijzigingen in deze waarden mogelijk minder.
Opmerking:
Degradatie kan worden veroorzaakt door omgevingslicht, verkeerde plaatsing van de
sensor, elektronische ruis, elektrochirurgische interferentie, beweging door de patiënt
of andere oorzaken.
Indicator Gegevens in sensor: brandt om aan te geven dat de bevestigde OxiMax-
pulsoximetriesensor een sensorevent van de patiënt bevat. De eventinformatie van
de sensor kunt u bekijken of afdrukken.
Batterijvoeding: geeft de resterende batterijvoeding van de pulsoxymeter weer.
De batterijvoedingindicator bestaat uit vier balken, die elk staan voor ongeveer
1,5 uur. Alle vier de balken zijn verlicht als de batterij helemaal is opgeladen.
Als de batterij bijna leeg is, worden er geen balken weergegeven. Zichtbaar
in alle schermweergaven. Zie Batterijspanning op pagina 33.
Plethysmografische (pleth): deze niet-genormaliseerde curve gebruikt real-time
sensorsignalen die de relatieve pulsatiesterkte en de kwaliteit van de inkomende
signalen weerspiegelen. Deze indicator is alleen beschikbaar in de pleth-weergave.
Pulsamplitude (blip-balk): geeft de pulsslag en de relatieve (niet-genormaliseerde)
pulsamplitude aan. Als de gedetecteerde pulsatie sterker wordt, lichten bij elke
hartslag meer balken op. Deze indicator is alleen pulsatie in GCF-weergave (General
Care Format).
%SpO2-waarde: toont de zuurstofsaturatieniveaus van de hemoglobine. De
displaywaarde knippert met nullen tijdens alarmen voor pulsverlies en knippert
met de %SpO
-waarde wanneer het SpO
zich buiten de alarmgrenzen bevindt.
2
2
Bij het zoeken naar de pulsatie wordt het scherm constant bijgewerkt. De huidige
instellingen voor de boven- en onderalarmgrens worden weergegeven als kleinere
waarden aan de rechterkant van de dynamische %SpO
-waarde. Zichtbaar in alle
2
schermweergaven.
Pulsfrequentiewaarde: geeft het aantal pulsaties per minuut (slagen/min) weer.
Deze knippert als de pulsatie wegvalt of als de pulsfrequentie buiten de alarmgrenzen
valt. Bij het zoeken naar de pulaatie wordt het scherm constant bijgewerkt.
Pulsfrequentiewaarden die buiten het normale bereik vallen (20 tot 250 BPM
(slagen/min)) worden weergegeven als respectievelijk 0 en 250. De huidige
instellingen voor de boven- en onderalarmgrens worden weergegeven als kleinere
waarden aan de rechterkant van de dynamische pulsfrequentiewaarde. Zichtbaar
in alle schermweergaven.
Pictogram Saturation Pattern Detection (SPD): het OxiMax SPD™ Alert (SPD)
detecteert desaturatiepatronen in de SpO
-trend bij volwassenen. Wanneer de
2
SPD-functie is ingeschakeld, detecteert de pulsoxymeter desaturatiepatronen die
wijzen op herhaaldelijke reductie in de luchtstroom in de bovenste luchtwegen naar
de longen van de patiënt. Wanneer de SPD-functie desaturatiepatronen detecteert
Gebruiksaanwijzing
15