Advertenties
u een zelfklevende OxiMax-pulsoxymetriesensor hebt aangesloten, knippert
de onderste indicator aan de onderzijde gedurende 60 seconden.
a. GRAFIK-softtoets: geeft gebeurtenissen weer in omgekeerde chronologische volgorde
van boven tot onder op het scherm. Geef, indien beschikbaar, de vorige of de volgende
grafieken weer. Ga met de TERUG-softtoets terug naar het menu SENSOR.
b. TABEL-softtoets: geeft gebeurtenissen in grafiekvorm weer. Geef, indien
beschikbaar, de vorige of de volgende tabellen weer. Druk de tabelgegevens
af (PRINTN) of ga TERUG naar het menu SENSOR.
Menu INST
Gebruik het menu INST om het voorkeursweergavescherm te kiezen, de tijdelijke
grenzen en gevoeligheid in te stellen, de tijd en de datum van de pulsoxymeter
in te stellen, de voorkeurstaal te selecteren, of het communicatieprotocol, de
verpleegsteroproepfuncties en de responsmodus in het menu INST te selecteren.
Met een pulsoxymetriesensor die de trendgegevens bewaart, hebt u toegang tot
de historische trendgegevens van de sensor.
1. WEERGAVE-menu: selecteer plethysmogram curve, blip-weergave,
trendgegevensweergave of GCF-weergave (General Care Format). Keert terug
naar de standaardweergave nadat het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
a. PLETH-softtoets: hiermee opent u het plethysmografische (pleth) curvescherm.
b. ECHO-softtoets: hiermee opent u de blip-balkweergave.
c. TREND-menu: hiermee opent u de trendgegevensweergave. Lijkt op de menuoptie
MONITR-trendweergave.
WRGAVE-softtoets: hiermee geeft u sensortrendgegevens weer. Isoleer
-
oxygenatie- (optie SpO
weer (optie DUBBEL).
ZOOM-softtoets: hiermee hebt u toegang tot de opties TIJD, SCHAAL, AUTO EN
-
TERUG als de trendweergave is ingesteld op DUBBEL, SpO
d. GCF-softtoets: hiermee opent u de GCF-weergave (General Care Format). Deze bevat
de blip-balk en SpO
pictogrammen in en groot, eenvoudig af te lezen formaat.
2. SENSOR-menu: hiermee opent u het trendhistoriemenu van de sensor. Dit menu
is alleen beschikbaar als u een type pulsoxymetriesensor hebt dat de
trendgegevens bewaart op een chip in de pulsoxymetriesensor.
a. GEGEVENS-softtoets: hiermee opent u de trendhistoriegegevens van de sensor.
Op het apparaat ziet u welk type pulsoxymetriesensor het betreft, net als het type
gegevens dat beschikbaar is.
b. BER.-softtoets: hiermee bepaalt u of berichten zijn in- of uitgeschakeld (Ja of Nee),
en of sensor-events moeten worden gecontroleerd (Ja of Nee).
3. KLOK-menu: hiermee kunt u de klok, de datum en de tijd instellen.
Gebruikershandleiding
) of pulsfrequentietrendgegevens (optie PF), of geef beide
2
, pulsfrequentiewaarden en -grenzen, en SatSeconds- en SPD-
2
Pulsoxymeter-softtoetsmenu's
, of de modus PF.
2
53
Advertenties
