Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingsmeldingen; Werking Met Aanhanger; Algemene Waarschuwingen - Fiat PANDA 2013 Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

De frequentie van het geluidssignaal:
❒ neemt toe naarmate de afstand tussen de auto en
WEGWIJS IN UW
AUTO
het obstakel afneemt
❒ wordt onafgebroken wanneer de afstand tussen de
auto en het obstakel minder dan 30 cm bedraagt
en stopt onmiddellijk als de afstand toeneemt
VEILIGHEID
❒ is constant als de afstand tussen de auto en het
obstakel onveranderd blijft.
Meetbereik
STARTEN EN RIJDEN
Wanneer de sensoren meerdere obstakels signaleren,
dan wordt alleen rekening gehouden met het
dichtstbijzijnde obstakel.
LAMPJES EN
BERICHTEN

STORINGSMELDINGEN

Bij het inschakelen van de achteruitversnelling
worden eventuele storingen in de parkeersensoren
aangegeven met het lampje
NOODGEVALLEN
instrumentenpaneel, samen met een bericht op het
multifunctionele display (voor bepaalde versies/
markten) (zie het hoofdstuk "Lampjes en berichten").
ONDERHOUD EN
ZORG

WERKING MET AANHANGER

De werking van de sensoren wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de elektrische stekker van de
TECHNISCHE
aanhanger in het stopcontact van de trekhaak van de
GEGEVENS
auto wordt gestoken. De sensoren worden
automatisch ingeschakeld zodra de stekker van de
aanhangerkabel verwijderd wordt.
ALFABETISCH
REGISTER
92
op het
Voor een correcte werking van het
systeem mogen de sensoren nooit bevuild
zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg
ervoor dat ze tijdens het reinigen niet gekrast of
beschadigd worden.Vermijd het gebruik van
droge, ruwe of harde doeken. De sensoren moeten
met schoon water worden gewassen, waaraan
eventueel autoshampoo is toegevoegd.Wanneer
speciale reinigingsapparaten worden gebruikt,
zoals stoomreinigers of hogedrukreinigers, reinig
dan de sensoren zeer snel en houd de straal op
minstens 10 cm afstand.

ALGEMENE WAARSCHUWINGEN

❒ Let tijdens parkeermanoeuvres in bijzondere mate
op obstakels die zich boven of onder de sensoren
kunnen bevinden.
❒ Onder bepaalde omstandigheden kunnen
voorwerpen in de buurt van de auto niet
gedetecteerd worden en kunnen zo schade aan de
auto veroorzaken of zelf beschadigd raken.
De volgende omstandigheden kunnen van invloed zijn
op de werking van de parkeersensoren:
❒ Verminderde gevoeligheid van de sensoren en
afname van de prestaties van het systeem kunnen
te wijten zijn aan de aanwezigheid van ijs, sneeuw,
modder, dikke verf op de sensoren.
❒ De sensoren kunnen een onbestaand voorwerp
(echogeluid) wegens mechanische geluiden
detecteren, bijvoorbeeld tijdens het wassen van de
auto, in geval van regen, sterke wind, hagel.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave