BELANGRIJK
De dagverlichting is een alternatief voor
het dimlicht in landen waar dit tijdens
het rijden overdag verplicht is, en is tevens
toegestaan in landen waar dit niet verplicht is.
BELANGRIJK
De dagverlichting mag het dimlicht niet
vervangen tijdens het rijden in het
donker en in tunnels. Het gebruik van de
dagverlichting wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar u
rijdt. Neem de wettelijke voorschriften in acht.
STADSLICHT EN DIMLICHT
Draai, met de contactsleutel in de stand MAR, de
ring A fig. 31 naar
. Als het dimlichten is
ingeschakeld, gaat de dagverlichting uit en worden
het stadslicht en het dimlicht ingeschakeld. Het
controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
Als de contactsleutel naar STOP wordt gedraaid of
wordt verwijderd en de ring wordt van O naar
gedraaid, gaan het stadslicht en de
kentekenplaatverlichting branden. Het
controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
PARKEERLICHTEN
Deze lichten kunnen alleen worden ingeschakeld met
de contactsleutel in de stad STOP of verwijderd,
door de ring A eerst naar de stand O en vervolgens
naar de stand
te draaien.
Het controlelampje
gaat op het
instrumentenpaneel branden.
GROOTLICHT
Om het grootlicht in te schakelen, moet de ring op
staan, en de hendel naar het stuurwiel getrokken
worden. Het controlelampje
instrumentenpaneel gaat branden.
Wanneer de hendel weer naar het stuurwiel wordt
getrokken, gaat het grootlicht uit, het dimlicht gaat
branden en het controlelampje
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek voor het grootlichtsignaal de hendel naar het
stuurwiel (instabiele stand). Het controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat branden.
RICHTINGAANWIJZERS
Breng de hendel in de (stabiele) stand:
omhoog: inschakeling rechter richtingaanwijzer;
omlaag: inschakeling linker richtingaanwijzer.
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
op het
LAMPJES EN
BERICHTEN
dooft.
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
47