ECO-FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op de knop ECO fig. 38 om de functie in te
schakelen.
Bij geactiveerde ECO-functie, is de auto ingesteld
voor het rijden in de stad, wat gekenmerkt wordt
door een lager brandstofverbruik. Wanneer de
functie actief is, brandt de LED op de knop.
Deze functie blijft in het geheugen opgeslagen:
wanneer de auto opnieuw wordt gestart, behoudt
het systeem de instelling die het vóór het afzetten
van de motor had. Druk opnieuw op de ECO-toets
om de functie uit te schakelen en de normale
rij-instelling te herstellen.
fig. 38
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Deze grijpt bij een botsing in en veroorzaakt het
volgende:
❒ onderbreking van de brandstoftoevoer met
afzetten van de motor als gevolg
❒ automatische ontgrendeling van de portieren
❒ automatische inschakeling van de
interieurverlichting
❒ inschakeling van de alarmknipperlichten.
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, verschijnt
er bij sommige versies een melding op de display.
BELANGRIJK Controleer de auto zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de motorruimte,
onder de auto of in de buurt van de tank. Draai
na een botsing de contactsleutel naar STOP om te
voorkomen dat de accu leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte werking van de
auto te herstellen:
❒ draai de contactsleutel naar de stand MAR;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒ schakel de richtingaanwijzer links in;
❒ schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒ schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
F0W0039
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
55