Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de
achterruit voorzichtig met een doek af, en
volg hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming niet
te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water met
een specifiek autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen
(bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te reinigen.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uit: hierbij mag de waterstraal niet
rechtstreeks op de elektronische regeleenheden of
op de motoren van de ruitenwissers worden gericht.
Laat deze werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in de stand
STOP staan en de motor koud zijn. Controleer na
het reinigen of de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet verwijderd of
beschadigd zijn.
INTERIEUR
Controleer af en toe of er geen water onder de
matten is blijven staan, waardoor het plaatwerk kan
gaan roesten.
BELANGRIJK
Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
BELANGRIJK
Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen
niet blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C.Wanneer de auto in de zon staat,
kan de binnentemperatuur deze waarde ruim
overschrijden.
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
205