BUITENLAMPEN VERVANGEN
WEGWIJS IN UW
AUTO
Voor het type lamp en het vermogen, zie "Een lamp
vervangen".
KOPLAMPUNITS
VEILIGHEID
De achterlichtunits omvatten de gloeilampen voor de
dimlichten, het grootlicht en de richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is als volgt fig. 125:
Grootlicht/dimlichten
A
STARTEN EN RIJDEN
Richtingaanwijzers
B
GROOTLICHT/DIMLICHTEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒ verwijder het deksel A fig. 125;
❒ druk de stekker + lamphouder B fig. 126 omlaag;
❒ verwijder de lamp C uit de stekker D en vervang
NOODGEVALLEN
hem;
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 125
164
❒ monteer de nieuwe lamp op de stekker en zorg
voor een optimale vergrendeling, plaats vervolgens
het stekkergedeelte en de lamphouder B terug in
het huis;
❒ monteer het deksel A fig. 125.
RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒ verwijder het deksel B fig. 125;
❒ draai de lamphouder linksom, verwijder de lamp
en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp op de stekker en zorg
voor een optimale vergrendeling, plaats vervolgens
het stekkergedeelte in de behuizing door hem
rechtsom te draaien;
fig. 126
F0W0033
F0W0068