Het controlelampje
instrumentenpaneel branden. De richtingaanwijzers
WEGWIJS IN UW
schakelen automatisch uit als het stuurwiel weer
AUTO
wordt rechtgezet.
"Lane change"-functie
VEILIGHEID
Zet, als u het verwisselen van rijbaan wilt aangeven,
de linkerhendel korter dan een halve seconde naar
de instabiele stand. De richtingaanwijzer aan de
gekozen kant knippert vijf maal en wordt vervolgens
STARTEN EN RIJDEN
automatisch uitgeschakeld.
"FOLLOW ME HOME" SYSTEEM
LAMPJES EN
Met dit systeem kan de ruimte vóór de auto een
BERICHTEN
bepaalde periode worden verlicht.
Inschakeling: trek, met de contactsleutel in de
stand STOP of verwijderd, de hendel binnen 2
NOODGEVALLEN
minuten na het uitzetten van de motor naar het
stuurwiel.
Telkens dat de hendel wordt bediend, blijft de
verlichting 30 seconden langer branden, tot een
ONDERHOUD EN
maximum van 210 seconden; hierna schakelt de
ZORG
verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat
het
controlelampje op het instrumentenpaneel
TECHNISCHE
branden en toont de display een melding plus de tijd
GEGEVENS
dat de functie actief zal blijven.
ALFABETISCH
REGISTER
48
of
gaat op het
Het
controlelampje gaat branden wanneer de
hendel voor het eerst wordt bediend en blijft
branden totdat de functie automatisch wordt
uitgeschakeld. Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt alleen de inschakeltijd van de verlichting
verlengd.
Uitschakeling: houd de hendel langer dan twee
seconden naar het stuurwiel getrokken.