SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen moet aan de
plaatselijke voorschriften voldoen.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de banden van de
voorwielen (aandrijfwielen) gemonteerd worden.
Het gebruik van sneeuwkettingen uit het assortiment
Lineaccessori Fiat wordt aanbevolen.
Controleer de spanning van de sneeuwkettingen na
enkele tientallen meters rijden.
BELANGRIJK Er kunnen geen sneeuwkettingen op
het noodreservewiel gemonteerd worden (bij
bepaalde versies/markten). Als er een voorband lek
is, vervang dan een achterwiel door het
noodreservewiel en monteer het achterwiel op de
vooras. Op die manier kunnen, met twee normale
aanddrijfwielen aan de voorkant, sneeuwkettingen
gemonteerd worden.
Bedien het gaspedaal uiterst voorzichtig
als sneeuwkettingen gemonteerd zijn;
voorkom of beperk het risico op
doorslippen van de aangedreven wielen die breuk
van de ketting en bijgevolg beschadiging van de
carrosserie of de mechanische onderdelen kunnen
veroorzaken.
BELANGRIJK
op 185/55 R15 82T banden kunnen geen
sneeuwkettingen gemonteerd worden.
BELANGRIJK
op 175/65 R14 82T banden kunnen
sneeuwkettingen met smalle schakels (9
mm) gemonteerd worden.
BELANGRIJK
op 175/65 R15 84T banden kunnen
sneeuwkettingen met smalle schakels (7
mm) gemonteerd worden.
BELANGRIJK
Beperk de snelheid als sneeuwkettingen
gemonteerd zijn; rijd niet harder dan
50 km/h.Vermijd kuilen, trottoirbanden en
stoepen en rijd geen lange stukken op
sneeuwvrije wegen om de auto en het wegdek
niet te beschadigen.
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
135