Open het schuifdak niet als er sneeuw of
WEGWIJS IN UW
ijs op ligt: risico op beschadiging. Auto's
AUTO
met een schuifdak kunnen niet worden
voorzien van een imperiaal.
VEILIGHEID
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten
STARTEN EN RIJDEN
om te voorkomen dat onverwachtse bediening
van het schuifdak gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers. Oneigenlijk gebruik
van het schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer
LAMPJES EN
voor en tijdens het bedienen altijd of iemand
BERICHTEN
kan worden verwond door het bewegende
schuifdak of door voorwerpen die door het
mechanisme worden meegesleept of geraakt.
NOODGEVALLEN
KNELBEVEILIGING
Voor bepaalde versies/markten, het schuifdak is
ONDERHOUD EN
uitgerust met een knelbeveiliging die tijdens
ZORG
het sluiten van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen; wanneer dit gebeurt, onderbreekt het
systeem de beweging en keert de ruitbeweging
TECHNISCHE
onmiddellijk om.
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
60
BELANGRIJK
NOODBEDIENING
Als het elektrisch systeem voor de bediening van het
schuifdak niet werkt, kan het schuifdak handmatig
bediend worden zoals hieronder is beschreven:
❒ voor handmatige bediening, verwijder de
beschermdop A fig. 45 uit de behuizing op de
binnenste hoes voor het zonnescherm
❒ neem de meegeleverde inbussleutel uit de
gereedschapshouder in de bagageruimte of,
afhankelijk van de versie, in het dashboardkastje;
❒ steek de betreffende sleutel in de zitting A fig. 45
en draai hem rechtsom om het schuifdak te
openen of linksom om het schuifdak te sluiten.
fig. 45
F0W0105