BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De bagageruimteverlichting bevindt zich links in de
achterklep. Wanneer de achterklep wordt geopend,
gaat de bagageruimteverlichting automatisch branden.
Wanneer de achterklep wordt gesloten, gaat de
verlichting automatisch uit. De stand van de sleutel in
het contactslot beïnvloedt de werking van de
bagageruimteverlichting niet.
BEDIENINGSELEMENTEN
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk op knop A fig. 35 om de lichten in/uit te
schakelen. Controlelampjes
instrumentenpaneel branden als de lichten AAN zijn.
BELANGRIJK Het gebruik van de
alarmknipperlichten wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar u rijdt:
neem de wettelijke voorschriften in acht.
Noodremmen
Bij het remmen in noodsituaties gaan de
alarmknipperlichten automatisch branden, evenals de
controlelampjes
en
op het instrumentenpaneel.
De lichten gaan automatisch uit wanneer het
noodremmen ophoudt.
fig. 35
en
op het
F0W0191
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
53