❒ draai met de sleutel A fig. 113 de wielbouten
ongeveer één slag los;
❒ plaats de krik onder de auto, nabij het te
verwisselen wiel;
❒ gebruik het toestel A fig. 114 om de krik te
verlengen tot de bovenkant van de krik B fig. 115
in de rand C van de chassisbalk komt (nabij de
markering
op de chassisbalk);
❒ waarschuw de passagiers dat de auto wordt
opgekrikt; zorg dat niemand in de nabijheid van de
auto komt tot de auto weer helemaal op de grond
staat;
fig. 113
❒ plaats de slinger D fig. 114 in het huis in toestel A
en krik de auto op tot het wiel enkele centimeters
van de grond is;
❒ verwijder het wieldeksel na de 3 wielbouten te
hebben losgedraaid en draai vervolgens de vierde
wielbout los om het wiel te verwijderen (alleen
voor versies met wieldeksel bevestigd met
wielbouten);
❒ zorg dat de contactvlakken van het
noodreservewiel en de velg schoon zijn om het
loskomen van de wielbouten te voorkomen;
fig. 114
F0W0179
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0W0025
153