Uso degli effetti speciali
– Effetto digitale
(1) In modo CAMERA, premere FN per
visualizzare PAGE1 (p. 20).
(2) Premere DIG EFFT. Appare la schermata di
selezione dell'effetto digitale.
(3) Selezionare il modo di effetto digitale
desiderato. Ne modi STILL e LUMI.,
l'immagine ferma viene memorizzata.
(4) Premere –/+ per regolare l'effetto.
Voci regolabili
STILL
Il rapporto di immagine ferma
che si desidera sovrapporre
all'immagine in movimento.
FLASH
L'intervallo del movimento a
flash.
LUMI.
Lo schema di colore dell'area
nell'immagine ferma che va
scambiato con un'immagine in
movimento.
TRAIL
Il tempo di sparizione delle
immagini incidentali.
SLOW SHTR
La velocità dell'otturatore.
Maggiore è il numero di velocità
dell'otturatore, più lenta è la
velocità dell'otturatore.
OLD MOVIE Nessu na regolazione necessaria.
(5) Premere
OK per tornare a PAGE1.
1
FN
Per tornare a FN
Premere EXIT.
To cancel the digital effect
Premere
OFF per tornare a PAGE1.
Speciale effecten – Digitale
opname-effecten
(1) Zet de camcorder in de "CAMERA" stand en
druk op de FN toets zodat de PAGE1
aanraaktoetsen verschijnen (zie blz. 20).
(2) Druk op de DIG EFFT aanraaktoets. Nu
verschijnt er een scherm voor keuze van het
digitale opname-effect.
(3) Kies het gewenste digitale opname-effect.
Bij de STILL en LUMI. effecten wordt er een
stilstaand beeld in het geheugen vastgelegd.
(4) Druk op de –/+ toets om het digitale effect
naar wens bij te regelen.
Instelmogelijkheden
STILL
FLASH
LUMI.
TRAIL
SLOW SHTR
OLD MOVIE
(5) Druk op de
naar het PAGE1 scherm.
2~4
DIG
DIG EFFT
OFF
EFFT
SLOW
SHTR
STILL
L'indicatore a barre appare durante la
regolazione dei seguenti modi di effetto
digitale: STILL, FLASH, LUMI., TRAIL. /
De instelbalkjes verschijnen bij de volgende
opname-effecten: dubbelbeeld-opname
(STILL), interval-opname (FLASH),
helderheidssleutel-opname (LUMI.) en
nabeeld-opname (TRAIL).
Terugkeren naar het FN beginscherm
Raak de EXIT toets aan.
Uitschakelen van de digitale
opname-effecten
Druk op de
het PAGE1 scherm.
U kunt de intensiteit van het
toegevoegde stilstaande
achtergrondbeeld instellen.
U kunt de lengte van het interval
tussen de stilstaande beelden
kiezen.
U kunt het kleurschema kiezen
van het gebied in het stilstaande
beeld waar de bewegende
beelden in verschijnen.
U kunt de tijdsduur voor het
vervagen van de nabeelden
instellen.
U kunt de sluitertijd kiezen. Hoe
hoger het nummer dat u kiest,
des te langzamer zal de sluiter
werken.
Hierbij zijn geen instellingen
nodig.
OK toets om terug te keren
OK
OFF
OLD
MOVIE
–
FLASH
LUMI.
TRAIL
OFF toets om terug te keren naar
OK
+
LUMI.
55