88
Kalibratie
•
Zorg ervoor dat het testlek aangesloten en open is.
•
Lees de uitstroomsnelheid af van het testlek en vergelijk deze met de
weergegeven uitstroomsnelheid. Druk bij afwijkingen op de toets
uitstroomsnelheid bewerken (toets nr. 4) en corrigeer de waarde.
•
Druk wanneer de uitstroomsnelheden overeenkomen op START (toets nr. 8).
Fig. 7-1: Externe kalibratie, stap 1
•
Hier is geen actie nodig.
Fig. 7-2: Externe kalibratie, stap 2
•
De balkweergave toont een signaal dat slechts weinig mag schommelen. Druk in
dit geval op OK (toets nr. 8).
Fig. 7-3: Externe kalibratie, stap 3