2.3.2.2
Digitale uitgang (digital out)
28
Installatie
De volgende relaisuitgangen staan ter beschikking voor verdere signaalverwerking.
Het maximale vermogen van de relaiscontacten ligt bij 25V AC/1A.
Contact Signaal
1
+24V, verbonden met contact1 van de
connector "IN" (digitale ingang)
2
GND_24V (referentiepotentiaal voor
de 24 V spanning)
3
Trigger 1
4
Trigger 2
5
Vrij
6
ZERO active
7
Ready
8
CAL active
Beschrijving van de werking van de digitale uitgangen:
Trigger 1
Is open indien trigger level 1 overschreden werd of het apparaat zich niet in de
meetmodus bevindt.
Trigger 2
Is open indien trigger level 2 overschreden werd of het apparaat zich niet in de
meetmodus bevindt.
Zero active
Is gesloten indien zero-functie ingeschakeld is.
Ready
Is gesloten indien het apparaat gereed voor de meting is (emissie ingeschakeld,
geen storing).
CAL active
Is gesloten indien het apparaat zich op dat moment in de kalibratieroutine bevindt.
CAL Request
Is open indien er een kalibratie uitgevoerd gaat worden.
Uitzondering: Bij een externe kalibratie geeft een open CAL request-uitgang aan, dat
het externe testlek gesloten dient te worden.
Bij een externe kalibratie geeft een open uitgang aan dat het extern gekalibreerde
testlek gesloten dient te worden.
Error
Is open indien een storing weergegeven wordt.
Waarschuwing
Is open indien een waarschuwing weergegeven wordt.
Purge
Is gesloten indien spoelen actief.
Measure
Is gesloten indien het apparaat zich in de meetmodus bevindt.
Recorder Strobe
Is gesloten indien recorder-uitgang ongeldig is. Wordt alleen gebruikt indien
recorder-uitgang op "uitstroomsnelheid" staat.
Contact Signaal
9
CAL Request
10
ERROR
11
Waarschuwing
12
Purge
13
Measure
14
Recorder Strobe
15
Referentiepotentiaal voor de
digitale uitgangssignalen
16
Vrij