6.6.7
Controle
Kalibratiebevel
Deeltjesbescherming
Bescherming tegen besmetting
80
Beschrijving van de menu's
•
Hoofdmenu > Instellingen > Controle
•
Hoofdmenu > Instellingen > Diverse > Kalibratiebevel
Hier kan ingesteld worden of de bediener wel of niet aan de noodzakelijke kalibratie
dient te worden herinnerd. De fabrieksinstelling is "Uit".
Toets nr. 3:
Uit
Het bevel om met de kalibratie te starten, verschijnt niet.
Toets nr. 7:
Aan
Het bevel om met de kalibratie te starten, verschijnt.
Wanneer het bevel voor de kalibratie ingeschakeld is, verschijnt een overeenkoms-
tige melding 30 minuten na het inschakelen of wanneer de temperatuur in de UL1000
und UL1000 Fab sinds de laatste kalibratie meer dan 5 °C veranderde.
•
Hoofdmenu > Instellingen > Controle > Deeltjesbescherming
Deze modus kan in- en uitgeschakeld worden.
Wanneer deze modus ingeschakeld is, begint de UL1000 und UL1000 Fab pas met
wegpompen wanneer de inlaatdruk onder 1 mbar gedaald is, d.w.z. er wordt aange-
nomen dat het testitem door een andere parallel lopende pomp weggepompt wordt.
Doel: Wanneer de lekdetector zelf bij een hoge druk geen gas hoeft weg te pompen,
kunnen er ook geen deeltjes in de lekdetector terechtkomen die zich anders wellicht
in de gasstroom hadden bevonden.
Toets nr. 3:
Uit
Toets nr. 5:
Helptekst
Toets nr. 7:
Aan
•
Hoofdmenu > Instellingen > Controle > Bescherming tegen besmetting
Indien deze modus ingeschakeld is, sluit de UL1000 und UL1000 Fab alle inlaatven-
tielen zodra de gemeten uitstroomsnelheid de geprogrammeerde uitstroomsnelheid
overstijgt. Hierdoor komt er niet onnodig veel helium in de massaspectrometer
terecht. Een besmetting van de lekdetector met helium wordt vermeden. Het helium
dat in het testitem terecht gekomen is, kan dan door een externe pomp weggepompt
worden. Indien er geen extra pomp beschikbaar is, wordt aangeraden het testitem te
beluchten alvorens de metingen te hervatten.