1.1.2
Instructies
1.1.3
Vacuümsymbolen
1.1.4
Begripsdefinities
Automatische afstelling / massa-instelling
Automatische selectie meetbereik
8
Algemeen
Tip
Informatie over praktische werkwijze.
Instructie: Informatie over bijzondere technische eisen die door de bediener van het
apparaat in acht dienen te worden genomen.
De aanwijzingen bij de afbeeldingen bestaan uit een nummer van het hoofdstuk, een
nummer van de afbeelding en een positienummer, in deze volgorde. Bijvoorbeeld:
Afb. 2-4/7 heeft betrekking op hoofdstuk 2, afbeelding 4 en positie 7.
Hieronder vindt u enkele van de meest voorkomende vacuümsymbolen die in dit
handboek worden gebruikt.
Vacuümpomp, algemeen
Turbomoleculairpomp
Drukmeter
Ventiel
Deze functie stelt de massaspectrometer zo in, dat de maximale uitstroomsnelheid
wordt bereikt. De procescomputer verandert de spanning die de ionen versnelt
binnen het geselecteerde massabereik dusdanig, dat door de ionendetector een
maximale ionenstroom gedetecteerd wordt. Bij elke kalibratie wordt de massa
automatisch ingesteld.
Het versterkingsbereik van de voorversterker en de vacuümbereiken worden
automatisch geselecteerd.
De automatische selectie van het meetbereik van de UL1000 of de UL1000 Fab
bestrijkt het gehele bereik of het totale lekbereik afhankelijk van de geselecteerde
bedrijfsmodus: Vacuümmodus of snuffelmodus. Niet alleen het leksignaal, maar ook
de druk in het testitem (inlaatdruk PE) en de voorvacuümdruk (PV) worden voor de
besturing geraadpleegd. Binnen de hoofdbereiken worden de bereiken met ventielen
omgeschakeld. De omschakeling tussen fijne metingen binnen de hoofdbereiken
gebeurt door de omschakeling van de versterkingsfactor in de voorversterker.