6.4.6.1
Lokaliseren
6.4.6.2
Uitstroomsnelheid proportioneel
6.4.6.3
Gewenste waarde
6.4.6.4
Triggeralarm
De toon van het akoestische signaal verandert zijn frequentie alleen binnen een
uitstroomsnelheidskader Fig. 6-8waarin het bereik van een decade onder de waarde
van triggerdrempel 1 tot een decade boven de waarde van de triggerdrempel ligt.
Beneden dit kader is de toon constant laag en boven het kader is deze constant
hoog.
Voorbeeld: De triggerdrempel 1 bedraagt 4×10
-8
4×10
mbar l/s tot 4×10
f
2570 Hz -
491 Hz -
0.1 • Tr. 1
Fig. 6-8 Lokaliseren
De frequentie van het akoestische signaal is proportioneel met de balkweergave. Het
frequentiebereik bedraagt 300 Hz tot 3300 Hz. ZIe hoofdstuk Refer to chapter 6.2.1
Schaalverdeling lineair/logaritmisch voor het vaststellen van het aantal decades.
Het akoestische signaal is uit zolang de uitstroomsnelheid kleiner is dan de waarde
voor triggerdrempel 1. Tijdens de triggerdrempel 1 verandert de toonhoogte propor-
tioneel met de uitstroomsnelheid Fig. 6-9.
f
3000 Hz -
375 Hz -
Geen toon
no tone
Tr. 1
Fig. 6-9: Gewenste waarde
Zodra de uitstroomsnelheid de waarde voor de triggerdrempel overschrijdt, ontstaat
een multifrequentiesignaal. Dit verandert niet wanneer de uitstroomsnellheid veran-
dert.
-7
-6
mbar l/s voldoende.
Tr. 1
10 • TR. 1
1000 • TR.1
mbar l/s. Dus is het kader van
LR
LR
Beschrijving van de menu's
63