2.3.2
Aansluitingen voor toebehoren en besturingssignalen
26
Installatie
Fig. 2-6
Tip
Bij de aansluitingen toebehoren (accessories), digital out (digitale uitgang),
digital in (digitale ingang) en recorder (schrijver) bevindt pin 1 zich boven. De
pin-nummers worden naar beneden verder geteld. De connectors 2 en 3 zijn
mechanisch gecodeerd om verwisseling met de contrasteker te voorkomen.
Verwijder voor het aansluiten van de contrastekkers (bijv. stekkergroep
20099024) de geleidingsneuzen, zodat de stekker in de connector past.
Tip
De aansluitingen voor de externe apparaten kunnen veilig van het netwerk
gescheiden worden en vallen onder veiligheidskleinspanning.
Voorzichtig
De electronica van het apparaat kan verstoord worden.
Sluit daarom alleen apparaten aan op de lekdetector die niet meer op het net
aangesloten zijn.
1. Toebehoren (accessories)
2. Digitale uitgang (digital out)
3. Digitale ingang (digital in)
4. Schrijver (recorder)
5. RS232
6. Afstandsbediening / Radio-
transmitter
7. Stopcontact
8. Netschakelaar
9. Aansluiting om de kabel te
bevestigen
10. Luidspreker
11. Beluchtingsaansluiting
12. Spoelgasaansluiting
(UL1000 Fab) / Gasballast
aansluiting (UL1000)