6.2.4
Contrast
6.2.5
Achtergrond in standby
54
Beschrijving van de menu's
•
Hoofdmenu > Weergave > Contrast
Het contrast van het display kan aangepast worden. De veranderingen zijn direct
zichtbaar. Onder normale omstandigheden wordt een contrastinstelling van ca. 50
aangeraden.
Tip
Indien het display per ongeluk te helder of te donker ingesteld wordt, zodat er
niets meer kan worden afgelezen, kan dit als volgt aangepast worden:
Schakel de UL1000 und UL1000 Fab uit en schakel deze weer
in. Druk tijdens de opstartfase zo lang op toets nr. 3 of nr. 7 tot
het display weer goed leesbaar is. Deze instelling wordt alleen
continu in EPROM opgeslagen wanneer de instelling in het
contrastmenu bevestigd wordt. Indien dit niet bevestigd wordt,
gelden bij opnieuw inschakelen de oude instellingen.
Toets nr. 3: Pijl omlaag
Het contrast verlagen (donker). De minimale waarde is 0.
Toets nr. 4: Weergave inverteren
Het contrast van het display inverteren.
Toets nr. 5: ?
Helptekst
Toets nr. 7: Pijl omhoog
Het contrast verhogen (lichter). De maximale waarde is 99.
•
Hoofdmenu > Weergave > Achtergrond in standby
In de standby-modus kan de interne achtergronduitstroomsnelheid weergegeven
(AAN) of niet weergegeven worden (UIT). De fabrieksinstelling is UIT.
Toets nr. 3: UIT
De achtergrond-uitstroomsnelheid wordt niet weergegeven.
Toets nr. 5: ?
Helptekst
Toets nr. 7: AAN
De achtergrond-uitstroomsnelheid wordt weergegeven.
De interne achtergrond wordt veroorzaakt door het restgas (bijv. helium) dat nog niet
weggepompt werd. De bronnen voor het restgas zijn lucht of geabsorbeerde gassen
van de binnenkant van de lekdetector. Deze achtergrond zal nooit helemaal
verdwijnen. Zeer schone systemen, die zeer lang geëvacueerd zijn, vertonen een
achtergrond in het bereik van 10
gerekend worden met een achtergrond in het bereik van 10
-9
bereik van 10
mbar l/s
-11
mbar l/s. Onder normale omstandigheden moet
-10
mbar l/s of het lagere