7.5
Lastmonitor en
procesbeveiliging [400]
7.5.1 Belastingsmonitor [410]
De monitorfuncties bieden de mogelijkheid om de
frequentieregelaar ook als lastmonitor te gebruiken.
Lastmonitoren worden gebruikt om machines en processen
tegen mechanische overbelasting en onderbelasting te
beveiligingen, zoals het vastlopen van een transportband,
wormtransporteur, riembreuk in een ventilator of het
drooglopen van een pomp. De belasting wordt gemeten in
de FO via het berekende motoraskoppel. Er is een
overbelastingsalarm (Max Alarm en Max Vooralarm) en een
onderbelastingsalarm (Min Alarm en Min Vooralarm).
Het basismonitortype maakt gebruik van vaste niveaus voor
overbelastings- en onderbelastings(voor)alarmen over het
gehele toerentalbereik. Deze functie kan worden gebruikt bij
toepassingen met een constante belasting, waarbij het
koppel niet afhankelijk is van het toerental, bijv.
transportband, pneumatische pomp, schroefpomp enz.
Voor toepassingen met een koppel dat afhankelijk is van het
toerental, heeft het monitortype Lastcurve de voorkeur.
Door de actuele lastcurve van het proces te meten, meestal
over het bereik van minimaal naar maximaal toerental, kan
een juiste beveiliging bij elk toerental worden gerealiseerd.
Max Alarm en Min Alarm kunnen worden ingesteld voor
een triptoestand. De vooralarmen fungeren als
waarschuwingsconditie. Alle alarmen kunnen worden
bewaakt op de digitale uitgangen of relaisuitgangen.
De autoset-functie stelt automatisch tijdens bedrijf de 4
alarmniveaus in: Max Alarm, Max Vooralarm, Min Alarm
en Min Vooralarm.
Afb. 76 geeft een voorbeeld van de monitor functies voor
toepassingen met een constant koppel.
CG Drives & Automation 01-7492-03r0
Hoofdfuncties
71