Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Emotron VFX 2.1 Gebruiksaanwijzing pagina 142

Inhoudsopgave

Advertenties

PID-activeringsband [387]
De activeringsband (wekmarge) voor de PID is gekoppeld
aan de procesreferentie en bepaalt de grenswaarde waarbij de
FO weer moet ontwaken/starten.
387
PID Act.Band
Standaard:
0
Bereik:
0-10000 in proceseenheid
OPMERKING: De band is altijd een positieve waarde.
Voorbeeld 1: PID-regeling = normaal
(flow- of drukregeling)
[321] = F (AnIn)
[322] = bar
[310] = 20 bar
[342] = 2 s (inactief omdat [386] geactiveerd is en met een
hogere prioriteit)
[381]= On
[386] = 10 s
[387] = 1 bar
De frequentieregelaar gaat naar stop/slaapstand als het
toerental (PID-uitvoer) gedurende 10 seconden lager dan of
gelijk is aan Min Toeren. De frequentieregelaar zal
inschakelen/ontwaken als de "Proceswaarde" onder de PID-
activeringsband komt, die gekoppeld is aan de
procesreferentie, d.w.z. dat deze onder (20-1) bar komt. Zie
Afb. 104.
[711] Proceswaarde
[310] Proces Ref
[387]
[712] Toerental
[386]
Stoppen/slaap
[341] Min Toeren
Afb. 104 Stop/slaapstand PID bij normale PID.
Voorbeeld 2: PID-regeling = omgekeerd
(tankniveauregeling)
[321] = F (AnIn)
[322] = m
[310] = 7 m
[342] = 2 s (inactief omdat [386] geactiveerd is en met een
hogere prioriteit)
[381]= Omkeren
[386] = 30 s
[387] = 1 m
De frequentieregelaar gaat naar stop/slaapstand als het
toerental (PID-uitvoer) gedurende 30 seconden lager dan of
gelijk is aan Min Toeren. De frequentieregelaar zal
inschakelen/ontwaken als de "Proceswaarde" boven de PID-
activeringsband komt, die gekoppeld is aan de
procesreferentie, d.w.z. dat deze boven (7+1) m komt. Zie
Afb. 105.
138
Functiebeschrijving
Activeren/wekken
[711] Proceswaarde
[387]
[310] Proces Ref
[712] Toerental
[386]
Stoppen/slaap
[341] Min Toeren
Afb. 105 Stop/slaapstand PID bij omgekeerde PID.
Test stabiele toestand PID [388]
Bij toepassingen waarbij de feedback onafhankelijk kan
worden van het motortoerental, kan deze functie PID Test
stabiele toestand worden gebruikt om de PID-bediening op
te heffen en de frequentieregelaar geforceerd in de slaapstand
te zetten, d.w.z. dat de frequentieregelaar automatisch het
uitgangstoerental verlaagt terwijl tegelijkertijd de
proceswaarde wordt gewaarborgd.
Voorbeeld: drukgeregelde pompsystemen met lage of
helemaal geen flow waarbij de procesdruk onafhankelijk is
geworden van het pomptoerental, bijv. door langzaam
gesloten kleppen. Door over te schakelen naar de slaapstand
wordt verwarming van de pomp en motor voorkomen en
wordt er geen energie verspild.
PID Test stabiele toestand vertraging.
OPMERKING: Het is belangrijk dat het systeem een
stabiele situatie heeft gerealiseerd voordat de Test
stabiele toestand wordt gestart.
388
PID StabVert
Standaard:
Uit
Bereik:
Off, 0,01–3600 s
CG Drives & Automation 01-7492-03r0
Activeren/wekken

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fdu 2.1

Inhoudsopgave