Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Start Met Transfertoerental [39E] - Emotron VFX 2.1 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Start met transfertoerental [39E]

De start met transfertoerental wordt gebruikt om het
doorschieten van flow/druk bij het toevoegen van nog een
pomp tot een minimum te beperken. Als er een extra pomp
moet worden ingeschakeld, zal de masterpomp vertragen tot
de ingestelde startwaarde voor het transfertoerental voordat
de extra pomp wordt gestart. De instelling is afhankelijk van
de dynamische eigenschappen van zowel de
masteraandrijving als de extra aandrijvingen.
Het transfertoerental wordt proefondervindelijk bepaald.
Algemeen geldt:
• Als de extra pomp 'trage' dynamische start/stop-eigen-
schappen heeft, moet een hoger transfertoerental worden
gebruikt.
• Als de extra pomp 'snelle' dynamische start/stop-eigen-
schappen heeft, moet een lager transfertoerental worden
gebruikt.
39E
TransS Start
Standaard: 60%
Bereik:
0-100% van totaal MIN toeren tot MAX toeren
OPMERKING: Wanneer ingesteld op 100%, wordt het
transfertoerental, bij het starten van de pompen,
genegeerd en wordt het toerental niet aangepast.
De slavepomp wordt dus meteen gestart en het
toerental van de masterpomp wordt gehandhaafd.
Voorbeeld
Max Toeren = 1500 rpm
Min Toeren = 200 rpm
TransS Start = 60%
Als er een extra pomp nodig is, wordt het toerental omlaag
geregeld naar min toeren + (60% x (1500 rpm - 200 rpm)) =
200 rpm + 780 rpm = 980 rpm. Als dit toerental is bereikt,
zal de extra pomp met het kleinste aantal uren runtijd
worden ingeschakeld.
Inschakelprocedure start
Toerental
Actueel
Trans
Min
Werkelijk
startcommando van
volgende pomp (RELAIS)
Afb. 111 Start met transfertoerental
144
Functiebeschrijving
Extra pomp
Masterpomp
Flow/Druk
(NG_50-PC-16_1)
Flow/Druk
Transfertoerental vermindert
doorschieten
Afb. 112 Effect van transfertoerental
Insteltijdstop [39F]
De insteltijd biedt het proces de gelegenheid om zich,
voordat de pompregeling doorgaat, te stabiliseren nadat een
pomp is uitgeschakeld. Als een extra pomp D.O.L. (Direct
Δ
On Line) of Y/
, wordt gestart, kan de flow of druk nog
steeds fluctueren door de 'ruwe' start/stop-methode. Dit kan
leiden tot het onnodig starten en stopzetten van extra
pompen.
Tijdens de insteltijd geldt het volgende:
• De PID-regelaar is uit.
• Het toerental wordt op een vast niveau gehouden na het
stopzetten van een pomp.
39F
Instel Stop
Standaard: 0 s
Bereik:
0–999 s
CG Drives & Automation 01-7492-03r0
Tijd

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fdu 2.1

Inhoudsopgave