11.4.2
Procesbeveiliging [420]
Submenu met instellingen voor de beveiligingsfuncties voor
de frequentieregelaar en de motor.
Netonderbreking [421]
Als er dip in de netvoeding optreedt en de
netonderbrekingsfunctie is ingeschakeld, zal de
frequentieregelaar automatisch het motortoerental verlagen
om de regeling van de toepassing in de hand te houden en
een trip door onderspanning te voorkomen tot de
ingangsspanning weer toeneemt. Daarom wordt de rotatie-
energie in de motor/last gebruikt om het spanningsniveau
van de tussenkring zo lang mogelijk of tot de motor tot
stilstand komt op het overbruggingsniveau te houden. Dit is
afhankelijk van de traagheid van de combinatie motor/last
en de belasting van de motor op het moment dat de dip
optreedt; zie Afb. 117.
421
Netonderbr
Standaard:
Aan
Bij spanningsdip zal de netonderbrekingstrip
Uit
0
het systeem beveiligen.
Bij een dip in het net decelereert de
Aan
1
frequentieregelaar totdat de spanning
toeneemt.
Tussenkringspanning
Overbrug-
gingsni-
veau
Onder-
span-
nings-
niveau
Toerental
(06-F60new)
Afb. 117 Netonderbreking
OPMERKING: Gedurende de netonderbreking
knippert de led trip/limiet.
OPMERKING: LVO en OVC zijn niet actief in de
koppelmodus.
CG Drives & Automation 01-7492-03r0
Rotor Vast [422]
Als de functie rotor blokkeren is ingeschakeld, zal de
frequentieregelaar de motor en de toepassing beschermen bij
vastlopen tijdens het opvoeren van het motortoerental
vanuit stilstand. Deze beveiliging zal de motor laten uitlopen
tot stilstand en een fout aangeven als de koppellimiet bij zeer
laag toerental gedurende meer dan 5 seconden actief is
geweest.
422
Rotor Vast
Standaard:
Uit
0
Aan
1
Motor los [423]
Met de functie motor los ingeschakeld is de
frequentieregelaar in staat om een fout te detecteren in het
motorcircuit: motor, motorkabel, thermisch relais of
uitgangsfilter. Motor los veroorzaakt een trip en de motor zal
uitlopen tot stilstand als gedurende een periode van 500 ms
een ontbrekende motorfase wordt gedetecteerd. . De
detectietijd tijdens DC-start is 50 ms en tijdens Fast-start 10
ms.
423
Motor los
Standaard:
Uit
0
Trip
1
Start
2
t
t
Uit
Geen detectie
De frequentieregelaar zal trippen als er een
geblokkeerde rotor wordt gedetecteerd.
Tripmelding "Rotor vast".
Uit
Deze functie is uitgeschakeld en dient
alleen te worden gebruikt als er geen
motor of een bijzonder kleine motor is
aangesloten.
De frequentieregelaar zal trippen als de
motor wordt losgekoppeld. Tripmelding
"Motor los".
Test op losgekoppelde motor wordt alleen
tijdens startprocedure uitgevoerd.
153