2.
Monteren
In dit hoofdstuk wordt de montage van de
frequentieregelaar beschreven.
Wij adviseren om vóór de montage eerst de installatie te
ontwerpen.
• Zorg ervoor dat de frequentieregelaar geschikt is voor de
montagelocatie.
• De montageplaats moet het gewicht van de frequentiere-
gelaar kunnen dragen.
• Wordt de frequentieregelaar doorlopend blootgesteld
aan trillingen en/of schokken?
• Overweeg dan het gebruik van een trillingsdemper.
• Controleer de omgevingscondities, vermogenswaarden,
vereiste koellucht, compatibiliteit van de motor enz.
• Bepaal hoe de frequentieregelaar wordt gehesen en ver-
voerd.
Opmerking: IP20-eenheden zijn bedoeld voor
montage in een kast.
2.1
Hefinstructies
Opmerking: Om persoonlijk letsel en schade aan de
eenheid tijdens het heffen te voorkomen, adviseren
wij om de hieronder beschreven hefmethodes te
gebruiken.
Aanbevolen voor frequentieregelaar-
modellen -090 tot en met -365
Afb. 2
Heffen frequentieregelaarmodel -090 tot en met -365.
CG Drives & Automation 01-7492-03r0
Belasting: 56 tot 95 kg
(123 - 202 lbs)
Aanbevolen voor FO-modellen -300 tot en
met -3K0
Hijsogen
Afb. 3
Verwijder de dakunit en gebruik de hijsogen voor het
hijsen van de enkelvoudige kasten 600 mm (23,6
inch) en 900 mm (35,4 inch).
Frequentieregelaars met één kast kunnen veilig worden
gehesen/vervoerd met behulp van de bijgeleverde hijsogen
en hijskabels/-kettingen zoals aangegeven op in de
afbeelding Afb. 3 hierboven.
Afhankelijk van hoek A van kabel/ketting (in Afb. 3),
zijn de volgende belastingen toegestaan:
Hoek kabel/ketting A
45 °
60 °
90 °
Neem contact op met Emotron voor hijsinstructies voor
andere kastmaten.
A°
Toegestane belasting
4.800 N (1.080 lbf)
6.400 N (1.439 lbf)
13.600N (3.057 lbf)
Monteren
15