Veiligheidsinstructies Gefeliciteerd met uw product van CG Drives & Onjuiste aansluiting Automation! De frequentieregelaar is niet beveiligd tegen onjuiste Voordat u de eenheid voor het eerst installeert, in bedrijf aansluiting van de netspanning en met name tegen stelt of inschakelt, is het zeer belangrijk dat u eerst deze aansluiting van de netspanning op de motoruitgangen U, V handleiding zorgvuldig hebt gelezen.
Pagina 6
Compatibiliteit Transport aardlekschakelaar (RCD) Bewaar de frequentieregelaar tijdens het transport in zijn originele verpakking om schade te voorkomen. Deze Dit product kan een gelijkstroom in de beschermende verpakking is speciaal ontworpen om schokken tijdens het aardleiding veroorzaken. Wanneer een aardlekschakelaar transport te absorberen.
Inleiding Gebruik van deze gebruiksaanwijzing Binnen deze gebruiksaanwijzing wordt de afkorting De Emotron FDU wordt met name gebruikt voor de “frequentieregelaar” gebruikt om de complete regeling en bescherming van pomp- en ventilatortoepassingen frequentieregelaar als zodanig aan te duiden. die hoge eisen stellen op het gebied van flowregeling, uptime en lage onderhoudskosten.
Garantie De garantie is van toepassing als de apparatuur wordt geïnstalleerd, bediend en onderhouden volgens de instructies in deze handleiding. Duur van de garantie volgens contract. Storingen die ontstaan door verkeerde installatie of bediening, vallen niet onder de garantie. Typecodenummer Afb.
2. Met betrekking tot de verklaringen van overeenstemming en de fabrikantenverklaring kunt u voor meer informatie contact opnemen met uw leverancier of kijken op www.emotron.com/www.cgglobal.com. 1.5.1 Productnorm voor EMC Productnorm EN IEC 61800-3:2018. Eerste omgeving (uitgebreide EMC) betreft de huishoudelijke woonomgeving.
Ontmanteling 1.7.2 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende definities en verschrotting voor stroom, koppel en frequentie gebruikt: De behuizingen van de frequentieregelaars zijn gemaakt van Tabel 4 Definities recyclebaar materiaal, zoals aluminium, ijzer en kunststof. Onze frequentieregelaars voldoen aan de RoHS II-richtlijn Naam Beschrijving Aantal...
Pagina 18
Inleiding CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Aanbevolen hefpunten voor IP 20 Monteren modules vanaf bouwvorm H/H69 In dit hoofdstuk wordt de montage van de frequentieregelaar beschreven. Wij adviseren om vóór de montage eerst de installatie te ontwerpen. • Zorg ervoor dat de frequentieregelaar geschikt is voor de montagelocatie. •...
Pagina 20
Aanbevolen voor frequentieregelaar- Met combinatiehoek Voor de behuizing combinatie met interne koppel beugels kastmodellen -430 tot - 3K0 en combinatie hoeken zoals hier aangegeven, is het draagvermogen bij een kabeltrekhoek van 60° als volgt: Opmerking: Om persoonlijk letsel en schade aan de F1 = 7000 N eenheid tijdens het heffen te voorkomen, adviseren wij F2 = 7000 N...
Pagina 21
Voor de behuizing combinatie met interne koppel beugels en combinatie hoeken zoals hier aangegeven, is het draagvermogen bij een kabeltrekhoek van 60° als volgt: F1 = 7000 N F2 = 14000 N F3 = 7000 N Afb. 7 Behuizingscombinatie met interne beugels. CG Drives &...
Pagina 22
Transport met een vorkheftruck Let er bij het transport van afzonderlijke en gekoppelde panelen op dat de sokkel-/plintafdekkingen gemonteerd zijn en dat de belastingen beperkt blijven tot de directe omgeving van de sokkel-/plinthoekstukken. Transport van afzonderlijke behuizingen Afb. 8 Transport van individuele behuizing met vorkheftruck. Transport van gekoppelde panelen Voor de combinatie van behuizingen met interne koppel beugels worden de volgende draagvermogens ondersteund:...
Stand-alone apparaten 2.2.1 Koeling Afb. 10 toont de minimale vrije ruimte die rond De frequentieregelaar moet in verticale positie worden de frequentieregelaar voor de modellen 002 t/m 3K0 gemonteerd tegen een vlak oppervlak. Gebruik de sjabloon vereist is om een adequate koeling te kunnen garanderen. (in het bestandsarchief op onze startpagina) om de plaats De ventilatoren blazen de lucht van onder naar boven van de bevestigingsgaten af te tekenen.
ø 7 mm(x4) (0,27 in) 12,5 kg (26,5 lb) Afb. 11 Emotron FDU Model 48/52-003 t/m 018 (Bouw- vorm B). Afb. 13 Emotron FDU Model 48/52-003 t/m 018 (Bouw- vorm B) voorbeeld met optionele CRIO-interface en D-sub-connectors. Tabel 6 Afmetingen aangesloten op afb. 11.
Pagina 25
24 kg (53 lb) 17 kg (38 lb) Afb. 14 Emotron FDU Model 48/52-026 tot 046 (Bouwvorm C). Afb. 16 Emotron FDU Model 48-025 t/m 48-058 (Bouw- vorm C2), Model 69-002 t/m 69-025 (Bouwvorm C2(69)), achteraanzicht. Wartel M25 (026-031) Wartels...
Pagina 26
Emotron FDU Model 69-002 t/m 025 (Bouwvorm C69). ø 7 mm(x4) (0,27 in) 17 kg (37,4 lb) Afb. 18 Emotron FDU Model 69-002 tot 025 (Bouwvorm C69). Tabel 8 Afmetingen aangesloten op afb. 18. Afmetingen in mm (in) Emotron Bouwvorm FDU-...
Pagina 27
32 kg 30 kg (71 lb) (66 lb) Afb. 20 Emotron FDU Model 48/52-061 t/m 074 (Bouw- Afb. 22 Emotron FDU Model 48-072 t/m 48-105 (Bouw- vorm D), Model 69-033 t/m 69-058, vorm D2), Model 69-033 t/m 69-058 (Bouwvorm D69).
Pagina 28
(0,35 in) 56/60 kg (124/132 lb) 74 kg 163 lb) Afb. 24 Emotron FDU Model 48-090 t/m 175 Afb. 26 Emotron FDU Model 48-210 t/m 295 (Bouwvorm E). (Bouwvorm F), Emotron FDU Model 69-82 t/m 200 (Bouwvorm F69). Wartels M20...
Pagina 29
(150 lb) Afb. 28 Emotron /FDU Model 48-142 t/m 48-171 (Bouwvorm E2). Afb. 30 Emotron /FDU Model 48-205 t/m 48-293 (Bouw- vorm F2) en 48-365-20 (Bouwvorm FA2). Afb. 29 Onderaanzicht Emotron /FDU Model 48-142 t/m 48-293 (Bouwvorm E2 en F2), met kabelinterface voor netspanning, motor, DC+/DC-, remweerstand en regeling.
01-5301-00 01-5301-00 100 mm (3,9 in) 600 mm 1600 mm (63,0 in) (23,6 in) Emotron FDU48: Model 1710 t/m 1820 (Bouwvorm H5) 100 mm Emotron FDU69: Model 905 t/m 995 (3,9 in) 600 mm (Bouwvorm KA69) 1200 mm (47,2 in)
Pagina 33
2200 mm (86,6 in) 600 mm (23,6 in) 600 mm (23,6 in) Emotron FDU48: Model 2190 (Bouwvorm H6) Emotron FDU48: Model 2550 (Bouwvorm H7) Emotron FDU69: Model 1K2 (Bouwvorm K69) Emotron FDU69: Model 1K4 (Bouwvorm L69) 100 mm (3,9 in)
Pagina 34
Monteren CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Installatie 3.1.1 Afdekkap verwijderen/openen Bouwvormen B - FA (IP54) Open/verwijder de afdekkap voor toegang tot de De beschrijving van de installatie in dit hoofdstuk voldoet kabelaansluitingen en aansluitklemmen. Draai bij bouwvorm aan de EMC-normen en de machinerichtlijn. B en C de vier schroeven los en verwijder de afdekkap. Bij Selecteer kabeltype en -afscherming conform de EMC- bouwvorm D en hoger ontgrendelt u de scharnierkap met de voorschriften zoals die van toepassing zijn voor de omgeving...
3.1.2 De onderste afdekkap Kabelaansluitingen voor verwijderen/openen bij kleine en middelgrote bouwvorm E2, F2 en FA2 bouwvormen (IP20/21) IP54 - FDU48/52-003 t/m 074 (Bouwvorm B, C en D) IP54-FDU69-002 t/m 058 (Bouwvorm C69 en D69) IP20/21 - FDU48-025 t/m 365 (Bouwvorm C2, D2, E2, F2 en FA2) IP20/21 - FDU69-002 t/m 058 (Bouwvorm C2(69) en D2(69)
Pagina 37
Trekontlasting en EMC-klem voor remweerstandkabels (optie) EMC-wartel, Aansluiting van afscherming motorkabels Afb. 37 Netvoedings- en motoraansluitingen, model 003-018, bouwvorm B. Trekontlasting en EMC-klem voor aansluiting van afscherming kabels Afb. 40 Netvoedings- en motoraansluitingen, model 48-025 t/ n 48-058, bouwvorm C2 en model 69-002 t/m 69- 025, bouwvorm C2(69).
Pagina 38
Trekontlasting en EMC-klem voor remweerstandkabels (optie) Trekontlasting en EMC-klem voor aansluiting van afscherming Trekontlasting en EMC-klem kabels voor aansluiting van afscherming kabels Afb. 42 Netvoedings- en motoraansluitingen, model 48-072 t/m 48-105, bouwvorm D2 en model 69-033 t/m Afb. 44 Netvoedings- en motoraansluitingen model 48-142 69-058, bouwvorm D2(69).
3.2.2 Motorkabels Voor naleving van de EMC-emissienormen is de Tabel 13 Netvoedings- en motoraansluitingen frequentieregelaar voorzien van een RFI-netvoedingsfilter. De motorkabels moeten ook zijn afgeschermd en L1,L2,L3 Netvoeding, 3-fase Veiligheidsaarde (beveiligde aarde) aangesloten aan beide zijden. Op deze wijze wordt een zogenaamde "Kooi van Faraday"...
Pagina 40
Schakelaars tussen de motor en de Let met name op de volgende punten: frequentieregelaar • Indien er lak moet worden verwijderd, moeten er maatregelen worden genomen om latere corrosie te Als de motorkabels moeten worden onderbroken door voorkomen. Breng opnieuw lak aan nadat de werkschakelaars, uitgangsspoelen enz., is het noodzakelijk verbindingen zijn gemaakt! dat de afscherming wordt voortgezet door middel van een...
Afb. 49 toont een voorbeeld zonder gebruik van een metalen Lange motorkabels montageplaat (bijvoorbeeld als IP54-FO's worden gebruikt). Als de aansluiting naar de motor langer is dan 100 m Het is belangrijk om de "stroomkring" gesloten te houden (330 ft) (voor vermogens lager dan 7,5 kW (10,2 pk)), neem door gebruik te maken van een metalen behuizing en contact op met CG Drives &...
FDU69-082 t/m 200 (Bouwvorm F69) IP20 - FDU 48-430 en hoger (Bouwvorm H en hoger) en FDU 69-250 en hoger (Bouwvorm H69 en hoger). Emotron FDU48-090 t/m 48-295 Emotron FDU69-082 t/m 69-200 Het aansluiten van stugge motor- en netvoedingskabels op de frequentieregelaar kan worden vereenvoudigd door de kabelinterfaceplaat te verwijderen.
Pagina 43
5. Sluit de kabelschoenen aan op de betreffende aansluitklembouten voor de netvoeding en motor. 6. Bevestig de klemmen op de juiste positie en zet de kabel, met een goed elektrisch contact van de kabelafscherming, vast in de kabelklem. 7. Plaats de kabelinterfaceplaat terug en zet deze vast met de bevestigingsbouten.
Emotron FDU48-090 - extra ferrietkern Frequentieregelaar model 48-430 en monteren 69-250 en hoger Monteer de ferrietkern en de isolatieplaat (meegeleverd) op de drie motorfases U, V en W. De beschermende aarding (PE) en afscherming van de kabel moeten buiten de kern worden gemonteerd, zie Afb. 55.
PEBB 2 op IP 20-modules (Master) De Emotron IP 20-modules zijn compleet geleverd met af fabriek gemonteerde kabels voor netspanning en motor. De lengte van de kabels is ongeveer 1100 mm (43 inch). De kabels zijn gemarkeerd met L1, L2, L3 voor netvoedingsaansluiting en U, V, W voor motoraansluiting.
Kabelspecificaties 3.4.1 Striplengtes Afb. 59 toont de aanbevolen striplengtes voor motor- en Tabel 14 Kabelspecificaties netvoedingskabels. Kabel Kabelspecificatie Stroomkabel, geschikt voor vaste installatie Netvoeding voor de gebruikte spanning. Symmetrische, drieaderige kabel met concentrische beschermingsdraad (PE) of een Motor vieraderige kabel met compacte laagimpedante concentrische afscherming voor de gebruikte spanning.
Pagina 47
Afb. 60 geeft de afstand van de kabelklem tot de bevestigingsbouten aan voor het bepalen van het afstrippen van de kabels. De aanbevolen afschermingslengte voor motor- en remkabels is ongeveer 35 mm (1,4 inch). Afb. 60 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten, bouwvorm FA2. Tabel 16 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten voor netvoedings-, motor-, rem- en aardkabels voor bouwvorm FA2.
Afb. 61 geeft de afstand van de kabelklem tot de bevestigingsbouten aan voor het bepalen van het afstrippen van de kabels. De aanbevolen afschermingslengte voor motor- en remkabels is ongeveer 35 mm (1,4 inch). Afb. 61 Afstanden van de kabelklem tot de bevestigingsbouten, bouwvorm FA. Tabel 17 Afstanden van de kabelklem tot de verbindingsbouten voor netvoedings-, motor-, rem- en aardkabels voor bouwvorm FA.
IEC-waarden OPMERKING: De afmetingen van de vermogensklemmen die worden gebruikt in kastfrequentieregelaarmodellen 300 t/m 3K0 kunnen verschillen, afhankelijk van de klantspecificatie. Tabel 18 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig IEC-waarden. Kabeldoorsnede connectors Net en motor...
Pagina 50
Tabel 18 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig IEC-waarden. Kabeldoorsnede connectors Net en motor Bouw- Model FDU Kabeltype vorm Aandraai- Kabeldoorsnede Aandraaimoment Kabeldoorsnede Kabeldoorsnede Aandraaimoment moment 48-205-20 31 (voor 25-34 31 (voor 25- 48-244-20 34 mm...
Pagina 51
Tabel 19 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU69, overeenkomstig IEC-waarden. Kabeldoorsnede connectors Net en motor Bouw- Kabel- Model FDU vorm type Aandraai- Kabeldoorsnede Aandraaimoment Kabeldoorsnede Aandraaimoment Kabeldoorsnede moment 69-002-XX ***** 69-003-XX 69-004-XX 69-006-XX 2,5 - 16 2,5 - 16 flexibel...
Pagina 52
Tabel 19 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU69, overeenkomstig IEC-waarden. 69-250-54 69-300-54 (2x) 25 - 240 (2x) 25 - 240 69-375-54 69-400-54 69-430-54 69-500-54 (3x) 25 - 240 (3x) 25 - 240 69-595-54 69-650-54 PE/aarding via 69-720-54 (4x) 25 - 240...
NEMA-waarden Overzicht van bereik kabeldoorsnede van connectors met minimaal vereiste AWG-kabeldoorsnede die past op de aansluitklemmen overeenkomstig de UL-vereisten. Tabel 20 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig NEMA-waarden. Kabeldoorsnede connectors Net en motor Model...
Pagina 54
Tabel 20 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig NEMA-waarden. Kabeldoorsnede connectors Net en motor Model Bouw- Kabel- vorm type Aandraai- Kabelbereik Aandraaimoment Kabelbereik Aandraaimoment Kabelbereik moment Lb-In Lb-In Lb-In 48-205-20 275 (voor AWG 4 -...
Pagina 55
Tabel 20 Bereik en aandraaimoment voor kabelconnector van Emotron FDU48 en FDU52, overeenkomstig NEMA-waarden. Kabeldoorsnede connectors Net en motor Model Bouw- Kabel- vorm type Aandraai- Kabelbereik Aandraaimoment Kabelbereik Aandraaimoment Kabelbereik moment Lb-In Lb-In Lb-In 48-2190- Gebruik voor het aansluiten van PE/aarde-...
Thermische beveiliging op de motor Standaardmotoren zijn normaal uitgerust met een interne ventilator. De koelingscapaciteit van deze ingebouwde ventilator is afhankelijk van het toerental van de motor. Bij een laag toerental zal de koelingscapaciteit voor nominale belastingen onvoldoende zijn. Neem contact op met de leverancier van de motor voor de koelingseigenschappen van de motor bij lage toerentallen.
Besturingsaansluitingen Controlprint WAARSCHUWING! Schakel voordat u de stuursignalen Afb. 62 toont de indeling van de controlprint waarop zich aansluit of de stand van schakelaars de onderdelen bevinden die voor de gebruiker het meest van verandert altijd de netspanning uit en belang zijn.
Common Dig signaalmassa* daartoe meegeleverde afschermingsklemmen, zie Afb. 63. Voor meer informatie over het Modbus RTU-protocol en de fysieke netwerkver- Digitale ingangen binding, raadpleegt u optiehandleiding van Emotron voor seriële com- municatie RS-232/485, beschikbaar op onze website. DigIn 1 RunL (linksom)
4.2.1 Stand-by voeding interface Configuratie met jumpers (SBS, Stand by supply en schakelaars interface) De op de controlprint bevestigde stand-by voeding, X11- 4.3.1 Analoge ingangsconfiguratie connector, biedt de mogelijkheid om het (S1 - S4) communicatiesysteem in bedrijf te houden zonder dat de 3-fase netvoeding is aangesloten.
4.3.2 RS-485 afsluiting (S5) Schakelaar S5 wordt gebruikt voor het activeren van de afsluitings- en fail-safe-weerstanden voor de geïntegreerde RS-485-interface op de aansluitklemmen X1: A+ en B-. Zie Afb. 62 voor de locatie van de schakelaar. Tabel 24 Instelling schakelaar S5 Configuratie van Ingang Afsluiting...
Aansluitvoorbeeld Afb. 63 geeft een totaaloverzicht van een voorbeeld van de aansluiting van de frequentieregelaar. EMC- filter Motor Alternatief voor aansturing Optioneel*** potentiometer** Motor PTC Optioneel + 24 VDC SBS-voeding - 0 V +10 VDC 0 - 10 V AnIn 1: Referentie 4 - 20 mA AnIn 2 Common...
De stuursignalen aansluiten 4.5.1 Kabels De standaard stuursignaalaansluitingen zijn geschikt voor Aansluitklem 78 & 79 flexibele draad tot 1,5 mm (AWG16) en voor massieve zie tabel 25 draad tot 2,5 mm (AWG14). OPMERKING: De afscherming van stuursignaalkabels moet voldoen aan de niveaus voor immuniteit, zoals aangegeven in de EMC- richtlijn (beperking van stoorniveau).
Pagina 63
Aansluitklem 78 & 79 zie tabel 25 Afschermingsklemmen voor signaalkabels Afschermings- klemmen voor signaalkabels Stuursignalen Stuursignalen Afb. 67 De stuursignalen aansluiten, FDU-model 061 t/m 074, bouwvorm D en model 69-033 t/m 69-058 bouwvorm D (69). Afb. 69 De stuursignalen aansluiten, FDU-model 48-090 t/m 295 en FDU-model 69-82 t/m 200, bouwvorm E, F en F69 (principetekening).
Voorbeeld: De relaisuitgang van een frequentieregelaar die een hulprelais aanstuurt, kan op het moment van schakelen een OPMERKING: De afscherming van bron van interferentie (emissie) vormen voor een stuursignaalkabels is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de niveaus voor immuniteit, zoals meetsignaal van bijvoorbeeld een druksensor.
Aansluiten van opties Controlprint De optiekaarten worden verbonden met behulp van de Druksen- optionele connectoren X4 of X5 op de controlprint, zie Afb. 62, pagina 53, en gemonteerd boven de controlprint. De (voor- beeld) ingangen en uitgangen van de optiekaarten worden op dezelfde manier aangesloten als andere stuursignalen.
Pagina 66
Besturingsaansluitingen CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Aan de slag 5.1.2 Motorkabels Sluit de motorkabels aan volgens Afb. 72. Om te voldoen aan de EMC-richtlijn moet u gebruik maken van Dit hoofdstuk is een stapsgewijze handleiding die u laat zien afgeschermde kabels en moet de motorkabelafscherming aan hoe u de motor het snelst aan het draaien krijgt.
De functietoetsen Externe bediening gebruiken In dit voorbeeld gebruiken we externe signalen om de frequentieregelaar/motor te bedienen. We maken gebruik van een standaard 4-polige motor voor 400 V, een externe startknop en een referentiewaarde. 5.3.1 Besturingskabels aansluiten Hier bepaalt u de minimale bedrading voor het starten. In dit voorbeeld is sprake van rotatie rechtsom door motor/ frequentieregelaar.
5.3.3 De motorgegevens instellen Lokale bediening Voer de juiste motorgegevens voor de aangesloten motor in. Handmatige bediening via het bedienpaneel kan worden De motorgegevens worden gebruikt bij de berekening van gebruikt om een testrun uit te voeren. volledige operationele gegevens in de frequentieregelaar. Wij zullen hier een 400 V motor en het bedienpaneel U kunt instellingen wijzigen met de toetsen van het gebruiken.
5.4.5 De frequentieregelaar activeren Druk op de toets op het bedienpaneel om de motor rechtsom te laten draaien. Als de motor draait, zijn de belangrijkste aansluitingen in orde. Aan de slag CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Toepassingen Dit hoofdstuk bevat tabellen die een overzicht geven van de vele verschillende toepassingen/bedrijfssituaties waarvoor frequentieregelaars van Emotron geschikt zijn. Verderop vindt u toepassingsvoorbeelden van de meest voorkomende toepassingen en oplossingen. Toepassingsoverzicht 6.1.1 Pompen Doel Emotron FDU-oplossing Menu De pompcurvebeveiliging registreert afwijkingen.
6.1.3 Compressoren Doel Oplossing Emotron FDU Menu Een overbelastingssituatie wordt snel De compressor wordt beschadigd wanneer geregistreerd en de veiligheidsstop kan worden 411–41A koelmedium in de compressorschroef komt. geactiveerd om storingen te voorkomen. De functie lastcurvebeveiliging registreert De druk is hoger dan vereist, veroorzaakt lekkage, afwijkingen.
Hoofdfuncties Parameterset A Run/Stop Set B Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de belangrijkste Set C Koppels hoofdfuncties van de frequentieregelaar. Set D Regelingen Parametersets Parametersets worden gebruikt als er voor een toepassing Limieten/Bev. verschillende instellingen voor verschillende modi nodig zijn.
Voorbeelden 7.1.4 Eén motor en twee Er kan gebruik worden gemaakt van verschillende parametersets parametersets om de instelling van een frequentieregelaar Deze toepassing is handig als u bijvoorbeeld een machine makkelijk te veranderen en zo snel in te spelen op hebt die met twee verschillende toerentallen draait voor verschillende toepassingsbehoeften.
• Activeer automatisch resetten van Motor I t; stel menu Externe bedienings- [2533] in op 300 s. functies • Stel relais 1, menu [550] in op AutoRst Trip. Als het maxi- male aantal herstarts is bereikt en de frequentieregelaar in Bediening van de Run/Stop/Enable/Reset-functies de storingsconditie blijft, is er een signaal beschikbaar.
Enable Reset- en Autoreset-bediening Ingang moet actief zijn (HI) om een Run-signaal mogelijk te Als de frequentieregelaar zich in de stopmodus bevindt als maken. Als de ingang wordt ingesteld op LAAG, wordt de gevolg van een triptoestand, kan de frequentieregelaar op uitgang van de frequentieregelaar onmiddellijk afstand worden gereset door een puls (omschakeling van uitgeschakeld en zal de motor uitlopen.
De Enable-ingang moet continu actief zijn om elk start- Run-ingangen Flankgestuurd rechts- of start-links-commando te kunnen accepteren. Als Menu [21A] startsignaal Niveau/Flank moet op Flank beide RunR- en RunL-ingangen actief zijn, stopt de worden ingesteld om flanksturing te activeren. Dit betekent frequentieregelaar in overeenstemming met de gekozen dat een ingang wordt geactiveerd door een overgang van stopmodus.
Uitvoeren van een Motor Het geheugen van het ID-Run bedienpaneel gebruiken Voor optimale prestaties van uw frequentieregelaar/motor- Gegevens kunnen van de frequentieregelaar naar het combinatie moet de frequentieregelaar de elektrische geheugen in het bedienpaneel worden gekopieerd en parameters (weerstand van statorwikkeling enz.) van de andersom.
Lastmonitor en procesbeveiliging [400] 7.5.1 Belastingsmonitor [410] De monitorfuncties bieden de mogelijkheid om de frequentieregelaar ook als lastmonitor te gebruiken. Lastmonitoren worden gebruikt om machines en processen tegen mechanische overbelasting en onderbelasting te beveiligingen, zoals het vastlopen van een transportband, wormtransporteur, riembreuk in een ventilator of het drooglopen van een pomp.
Pagina 80
Afb. 82 Hoofdfuncties CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Pompfunctie Alle extra pompen kunnen worden geactiveerd via een Δ frequentieregelaar, softstarter, Y of D.O.L.-schakelaars. 7.6.1 Inleiding Met de standaard frequentieregelaar kunnen maximaal 4 pompen worden geregeld. R:SlavePump1 MASTER Als er I/O-print opties geïnstalleerd zijn, kunnen maximaal R:SlavePump2 PRESSURE 7 pompen worden geregeld. De I/O-print kan ook worden AnIn R:SlavePump3 Feedback...
7.6.2 Vaste MASTER Dit is de standaardinstelling van de pompregeling. De FDU regelt de Master-pomp, die altijd draait. De relaisuitgangen starten en stoppen de andere pompen, P1 tot en met P6, afhankelijk van de flow/druk. In deze configuratie kunnen maximaal 7 pompen worden geregeld, zie Afb. 86. Om de levensduur van de extra pompen gelijk te houden, kunnen de pompen worden gekozen op basis van de runtijd historie van iedere pomp.
Zie menu: [529] t/m [52H] Digitale ingang [554] naar [55C] relais R:SlavePump3 MASTER R:SlavePump2 R:SlavePump1 other other drive DI:Pump1Feedb feedback other drive DI:Pump2Feedb inputs drive DI:Pump3Feedb (NG_50-PC-6_1) Afb. 88 Feedback 'Status'-ingang. 7.6.5 Fail-safe bedrijf pompwerking kan worden gerealiseerd door één van de NC- contacten van de pompregelrelais te gebruiken.
7.6.6 PID-regeling Bij gebruik van de pompregeling is het activeren van de PID-regelingsfunctie verplicht. De analoge ingangen AnIn1 tot en met AnIn4 kunnen worden ingesteld als functies voor PID-instelwaarden en/of feedback-waarden. Zie menu: [381] t/m [385] [553] t/m [55C] [411] t/m [41C] R:SlavePump6 R:SlavePump5 R:SlavePump4...
7.6.7 Bedrading Wisselende MASTER Afb. 91 en Afb. 92 laten de relaisfuncties PompMaster1-6 en VOORZICHTIG! PompSlave1-6 zien. De master- en extra schakelaars zijn De bedrading voor de wisselende onderling verbonden om dubbele voeding van de pomp en MASTER-regeling heeft extra aandacht schade aan de regelaar te voorkomen.
7.6.8 Checklijst en tips 1. Hoofdfuncties Kies eerst welke van de twee hoofdfuncties u wilt gebruiken: - "Wisselende MASTER"-functie In dit geval kan de "masterpomp" wisselen, hoewel de bedrading voor deze functie wat ingewikkelder is dan de functie "Vaste MASTER" die hieronder wordt beschreven. Hiervoor is de I/O-printoptie nodig. - "Vaste MASTER"-functie: Eén pomp is altijd de master, alleen de extra pompen wisselen.
7.6.9 Functievoorbeelden van start/ relaisuitgangen. Het relais in dit voorbeeld start de pomp D.O.L. (Direct On Line). Natuurlijk kan ook andere start/ stop-overgangen stop-apparatuur, zoals een softstarter, worden aangestuurd door de relaisuitgang. Een extra pomp starten Deze afbeelding laat een mogelijke sequentie zien met alle betrokken niveaus en functies wanneer een extra pomp wordt gestart met behulp van de pompregelrelais.
Pagina 88
Een extra pomp stopzetten Deze afbeelding laat een mogelijke sequentie zien met alle betrokken niveaus en functies wanneer een extra pomp wordt gestopt met behulp van de pompregelrelais. Het stoppen van de tweede pomp wordt geregeld door een van de relaisuitgangen. Het relais in dit voorbeeld stopt de pomp D.O.L.
EMC en normen EMC-normen Stopcategorieën en noodstop De frequentieregelaar voldoet aan de volgende normen: EN IEC 61800-3:2018 Regelbare elektrische De volgende informatie is belangrijk als er noodcircuits aandrijfsystemen, deel 3, EMC-productnormen: nodig zijn of gebruikt worden in de installatie waar een frequentieregelaar gebruikt wordt.
Pagina 90
EMC en normen CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Communicatie OPMERKING: Detectie van communicatiestoringen kan ervoor zorgen dat de frequentieregelaar een waarschuwing of uitschakeling (trip) geeft wanneer het bedieningspaneel wordt verwijderd (zie menu's De frequentieregelaar biedt mogelijkheden voor [2645] en [2646]) of wanneer de poortcommunicatie verschillende soorten communicatie: van het bedieningspaneel defect is (zie menu's [2647] •...
42902 RunL om te starten. Voorbeeld: 42903 RunR (Zie handleiding Emotron-veldbus voor meer informatie) 42904 RunL We willen de frequentieregelaar instellen via een bussysteem met behulp van de eerste twee bytes van het datablok, door menu [2661] FB Signal 1 in te stellen op 49972. Voorts...
Een parameter met EInt -formaat kan in twee formaten -2 1110 worden weergegeven (F). Als een 15-bits unsigned integer- -1 1111 formaat (F= 0) of als een Emotron floating point-formaat 0 0000 (F=1). De belangrijkste bit (B15) duidt het gebruikte 1 0001 formaat aan.
Pagina 94
Programmeervoorbeeld: typedef struct int m:11; // mantissa, -1024..1023 int e: 4; // exponent -8..7 unsigned int f: 1; // format, 1->special emoint format eint16; //--------------------------------------------------------------------------- unsigned short int float_to_eint16(float value) eint16 etmp; int dec=0; while (floor(value) != value && dec<16) dec++;...
10. Bediening via het be- 10.2 Bedieningspaneel met 4-regelig display dieningspaneel Dit bedieningspaneel met een 4-regelig display heeft een realtimeklok. Dit betekent dat de actuele datum en tijd worden weergegeven bij bv. een trip-toestand. In dit hoofdstuk wordt het gebruik van het bedieningspaneel Ook is er een optioneel bedieningspaneel met beschreven.
Pagina 96
Tabel 29 Code Beschrijving Bit* OPMERKING: motor is gestopt In gebied B en gebied C zijn slechts 8 tekens Run Motor draait mogelijk. Dit betekent dat sommige tekst zal worden Acc Acceleratie ingekort. Dec Deceleratie getript Operating Safe Torque Off, knippert wanneer geactiveerd.
10.2.2 Menu [100] Startvenster Dit menu wordt bij iedere inschakeling weergegeven. Tijdens bedrijf wordt het menu [100] automatisch weergegeven als het toetsenbord gedurende 5 minuten niet wordt gebruikt. Menu "[100] Startvenster" geeft de instellingen weer die zijn gemaakt in menu "[110], 1e Regel", "[120], 2e regel" en "[130], 3e regel".
10.2.4 Foutlog Weekdag [933] Omdat de realtimeklok beschikbaar is, verschijnt op regel 2 Weergave van actuele weekdag, alleen-lezen. het trip-/waarschuwingsbericht en op regel 3 de datum en 1240 rpm het tijdstip waarop de trip-toestand zich voordeed. Weekdag 1240 rpm Maandag Ext trip Toets/Toets 2017-01-25...
10.2.8 De Toggle en Lokaal/Ext OPMERKING: Het is niet mogelijk om de Run/Stop- commando’s tegelijkertijd vanaf het toetsenbord en toets. extern vanaf de klemmenstrook (klemmen 1-22) te Deze toets heeft twee functies: Toggle en activeren. Behalve voor de JOG-functie die een schakelen tussen Lokaal/Ext.-functie.
Externe modus Als de frequentieregelaar in de stand EXTERN staat, wordt de frequentieregelaar bestuurd volgens gekozen methodes in de menu’s Ref Signaal [214], Run/Stp Sgnl [215] en Reset Submenu's Sgnl [216]. Voor het bewaken van de actuele lokale of externe status van de frequentieregelaar-regeling, is er een “Lokaal/Ext.”-signaal beschikbaar op de digitale uitgangen of relais.
10.3 De menustructuur 10.3.1 Het hoofdmenu Deze sectie geeft u een korte beschrijving van de functies in De menustructuur bestaat uit 4 niveaus: het hoofdmenu. Hoofdmenu Startvenster Het eerste teken in het menunummer. 1e niveau Wordt weergegeven bij inschakelen. Dit venster toont 2e niveau Het tweede teken in het menunummer.
10.4 Programmeren tijdens Voorbeeld: als u op Next drukt, gaat de 4 knipperen. bedrijf 0 rpm Acc Tijd De meeste parameters kunnen tijdens bedrijf worden 10,0s gewijzigd zonder de frequentieregelaar stop te zetten. Knipperend Parameters die niet kunnen worden gewijzigd, zijn op het Toets/Toets display gemarkeerd met een slotsymbool.
10.6 Kopieer huidige parameter naar alle sets 0 rpm Start/Stop Als er een parameter wordt weergegeven, houd de toets Enter 5 seconden ingedrukt. Nu wordt de tekst Naar alle Toets/Toets sets? weergegeven. Druk op Enter om de instelling voor de huidige parameter naar alle sets te kopiëren.
Pagina 104
Bediening via het bedieningspaneel CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
11. Functiebeschrijving 11.1 Menu's In de volgende hoofdstukken staat een beschrijving van de menu's en parameters in de software. Iedere functie wordt Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de menu's en kort beschreven en u krijgt informatie over standaard parameters in de software. Zie 10.2 Bedieningspaneel met waarden, bereiken enz.
11.1.2 Resolutie van instellingen 2e regel [120] De resolutie voor alle in dit hoofdstuk beschreven Stelt de inhoud in van de tweede regel in het menu '[100] bereikinstellingen is 3 significante cijfers. Uitzonderingen Startvenster'. Zelfde keuze als in menu [110]. hierop zijn snelheidswaarden met 4 significante cijfers.
11.2 Hoofdinstellingen [200] Kies Motor [212] Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor in uw Het menu HOOFDINST bevat de belangrijkste toepassing gebruikt. Kies de motor die u wilt definiëren. Er instellingen voor de inbedrijfstelling van de kunnen in de frequentieregelaar maximaal vier verschillende frequentieregelaar en het configureren ervan voor de motoren worden gedefinieerd, M1-M4.
Pagina 108
Ref signaal [214] Run/Stop Sgnl [215] De frequentieregelaar heeft een referentiesignaal nodig om Deze functie wordt gebruikt om de bron voor start- en het toerental van de motor te regelen. Dit referentiesignaal stopcommando'ste selecteren. Dit wordt beschreven op kan worden aangeboden door een externe bron vanuit de pagina 141.
Pagina 109
Werking van toets Lokaal/Extern Rotatie [219] [217] Algemene beperking van de draairichting De Toggle-toets op het toetsenbord, zie deel 10.2.8 De van de motor Toggle en Lokaal/Ext toets, heeft twee functies en wordt in direction dit menu geactiveerd. Standaard is de toets gewoon ingesteld Deze functie beperkt de algemene rotatie oftewel tot links of om te werken als een toggle-toets die u makkelijk door de rechts, of tot beide draairichtingen.
Pagina 110
Extern signaal Niveau/Flank [21A] In dit menu kiest u de reactiewijze voor de ingangen voor OPMERKING: de instelling wordt beïnvloed door het RunR, RunL en Reset die worden bestuurd via de digitale commando 'Laden uit BP' [245] en als het ingangen van de klemmenstrook.
11.2.2 Motor Data [220] Motor Vermogen [223] In dit menu voert u de motorgegevens in om de Hier wordt het nominale motorvermogen ingesteld. In geval frequentieregelaar af te stemmen op de aangesloten motor. van parallelle motoren stelt u de waarde in als de som van Dit is essentieel voor de regelnauwkeurigheid en voor het vermogen van de motoren.
Pagina 112
Motor Polen [226] Wanneer het nominale toerental van de motor ≤500 rpm is, verschijnt automatisch het extra menu voor het invoeren van voor I het aantal motor polen, [226]. In dit menu kan het werkelijke aantal polen van de gebruikte motor worden Geforc.
Pagina 113
Motorgeluid [22A] Enc toerental [22D] Stelt de geluidkarakteristiek in van de frequentieregelaar Alleen zichtbaar indien de Encoder-optiekaart is geïnstalleerd en toegevoegd in menu's 1x0. Deze parameter laat het door de schakelfrequentie en/of het schakelpatroon te gemeten motortoerental zien. Om te controleren of de wijzigen.
PWM Modus [22E2] Encoder fout- en toerentalbewaking [22G] 22E2 PWM Mode Parameters voor encoderfoutbewaking en supervisie van het toerental met behulp van encoderfeedback, voor het Standaard: Standaard detecteren van toerentalafwijkingen ten opzichte van het interne toerentalreferentiesignaal. Dezelfde Standaard Standaard toerentalafwijkingsfunctionaliteit is ook beschikbaar in de Sinusfiltermodus voor gebruik met kraanoptie, met parameters voor toerentalbandbreedte en SinusFilt...
Pagina 115
Omgekeerde fasevolgorde (U, W, V) Bereik: 0,001-40000 mOhm Motor Type [22I] Lsd (mH/ph) [22J3] Selecteer in dit menu het type motor. Emotron- Stel de d-as inductantie waarde per fase in. frequentieregelaars kunnen asynchrone motoren, PMSM- motoren (synchrone motor met permanente magneet) en 22J3 Lsd (mH/ph) synchrone reluctantiemotoren aansturen.
11.2.3 Motor Beveiliging [230] Deze functie beschermt de motor tegen overbelasting op basis van de norm IEC 60947-4-2. Motor I t Type [231] De motorbeveiligingsfunctie maakt het mogelijk om de motor te beschermen tegen overbelasting conform de norm IEC 60947-4-2. Hiervoor wordt Motor I2t I, [232], als referentie gebruikt.
Pagina 117
Motor I t I [232] Motor I t Tijd [233] Stelt de stroombegrenzing in voor de I t-beveiliging van de Stelt de tijd in voor de I t-functie. Na deze tijd wordt de motor als percentage van I limiet voor de I t bereikt bij bedrijf met 120% van de I stroomwaarde.
Pagina 118
Thermische Beveiliging [234] PT100 Ingang [236] In dit menu worden actieve PTC-sensoren voor Stelt in welke van de PT100 ingangen (3 ingangen per print) motorbeveiliging geselecteerd en/of wordt de PT100- kunnen worden gebruikt voor thermische beveiliging. Door motorbeveiliging geactiveerd/gedeactiveerd. Selecteer actieve het deactiveren van ongebruikte PT100-ingangen op de PT100-sensoren in menu [236].
één waarde hebben voor alle dezelfde gegevens zijn van toepassing (te vinden op parametersets. www.emotron.com/www.cgglobal.com). De volgende parameters zijn algemeen: [211] Taal, [217] Dit menu is alleen zichtbaar als er een PTC (of weerstand <2 Lokaal/Ext., [218] Code Blokk?, [220] Motor Data, [241] kOhm) is aangesloten op klemmen X1: 78–79.
Fabrieksinstellingen laden in set [243] OPMERKING: De parameterset kan niet worden Met deze functie kunnen drie verschillende niveaus gewijzigd tijdens bedrijf als de parameterset ook een (fabrieksinstellingen) worden gekozen voor de vier wijziging van motorset teweeg brengt. parametersets. Bij het laden van de instellingen worden alle (M2-M4).
Kopieer alle instellingen naar het Gegevens van motor 4 worden geladen. bedieningspaneel [244] M1M2M3 Gegevens van motoren 1, 2, 3 en 4 Alle instellingen kunnen naar het bedieningspaneel worden worden geladen. gekopieerd, inclusief de motorgegevens. Tijdens het Alle gegevens worden vanuit het kopiëren worden startcommando's genegeerd.
11.2.5 Automatische reset van trips/Tripcondities [250] Aantal Trips Deze functie biedt de mogelijkheid om af en toe voorkomende trips die geen gevolgen hebben voor het Standaard: 0 (geen Autoreset) proces automatisch kunnen worden gereset. Alleen als een Bereik: 0-10 pogingen storing blijft terugkomen, zich herhaalt met bepaalde tijd intervallen en daarom niet door de frequentieregelaar kan worden verholpen, geeft de frequentieregelaar een alarm af...
Pagina 123
Overspann [2524] Vloeistofkoeling Laag niveau Trip Type [2529] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Kies de gewenste reactie op een alarmtrip. vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is. 2529 LC niveau TT 2524 Overspann Standaard: Trip...
Pagina 124
Motor I t Trip Type [2534] Over Toeren [2539] Kies de gewenste reactie op een Motor I t-trip. Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is. 2534 Motor I t TT Standaard:...
Pagina 125
Comm & I/O [254] Min Alarm-triptype [2552] Kies de gewenste reactie op een min alarm-trip. Communicatie fout [2541] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de 2552 Min Alarm TT vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de Standaard: Trip functie actief is.
Pagina 126
Externe Trips [258] External Trip 3 Type [2586] Kies de gewenste reactie op een alarmtrip. Externe Trip 1 [2581] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de 2586 ExtTrip3 TT vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de Standaard: Trip functie actief is.
11.2.6 Seriële Comm [260] Baudrate [2621] Stel de baudrate voor de communicatie in. De geïntegreerde RS485 interface op terminal X1: A+ en B- zullen altijd worden ingeschakeld, ongeacht de instelling in menu [261] Comm type. Bovendien kan hij parallel aan elke OPMERKING: dit adres wordt alleen gebruikt voor de veldbusoptie op X4-interface worden gebruikt.
Pagina 128
PrData Mode [2632] CANBaudrate [2635] Voer de modus in voor procesgegevens (cyclische gegevens). Stel de baud rate in voor CANopen-veldbus. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor de Veldbus-optie. OPMERKING: wordt alleen voor CANopen-module gebruikt OPMERKING: voor CANopen-module wordt dit menu geforceerd ingesteld op '8'.
Pagina 129
Comm Fout [264] 485FoutType [2643] Selecteert actie voor time-out op geïntegreerde RS485- Hoofdmenu voor instellingen communicatiefouten/- interface op X1: A+ en B-. waarschuwingen. Raadpleeg voor nadere details de handleiding voor de Veldbus-optie. 2643 485FoutType De menu's [2641] en [2642] worden specifiek gebruikt voor de veldbusoptie die op interface X4 is gemonteerd.
Pagina 130
Communicatiestoring toetsenbord Tijd Bedieningspaneel Poort Fout Tijd [2648] [2646] 2648 CPportFTijd Bepaalt de vertragingstijd voor de detectie van een verwijderd bedieningspaneel, mits 2645 trip of Standaard: 10,0 s waarschuwing is. Bereik: 0,1 s- 15,0 s 2646 BP ComFTijd Ethernet [265] Standaard: Instellingen voor Ethernet-module (Modbus/TCP, Profinet Bereik:...
Veldbussignalen [266] 11.2.7 Draadloos [270] Bepaalt mapping voor aanvullende proceswaarden. Parameters voor het configureren van draadloze Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor de communicatieverbindingen zoals WiFi of Bluetooth Low Veldbus-optie. Energy (BLE). Het wijzigen van een van deze parameters zal een herconfiguratie-actie teweegbrengen die kan resulteren FB S1/Wr1 - FB S8/Wr8 [2661]-[2668] in een kleine vertraging van ingedrukte toetsen / menu...
Pagina 132
DHCP [2724] 2721 WiFi Mode Selecteert hoe IP-eigenschappen worden behandeld. Statisch Standaard Toegangspunt houdt in dat de gebruiker een adres opgeeft, terwijl DHCP inhoudt dat een DHCP-server op het netwerk een IP-adres Configureer de WiFi-interface om te toewijst. Als [2721] WiFi-modus AccessPoint is, wordt fungeren als een Access Point (AP), automatisch DHCP geselecteerd.
IP-adres [2727] Bluetooth (BLE) opties [273] Toont statisch adres om te gebruiken als '[2724] DHCP' is Dit menu is verborgen als BLE niet is geselecteerd in menu ingesteld op Statisch. Toont toegewezen adres indien '[2724] '[271] WirelessMode'. DHCP' is ingesteld op DHCP. Dit is het IP-adres dat aan de BluetoothID [2731] frequentieregelaar is toegewezen.
11.3 Proces- en OPMERKING: de actuele waarde in menu [310] wordt niet gekopieerd of geladen vanuit het toepassingsparameters bedieningspaneelgeheugen wanneer Kopieer Set [300] [242], Kopie>BP [244] of Laden uit BP [245] wordt uitgevoerd. Deze parameters worden voornamelijk aangepast om optimale proces- of machineprestaties te verkrijgen. OPMERKING: als de MotPot-functie wordt gebruikt, De uitlezing, referenties en actuele waardes zijn afhankelijk zijn de hellingstijden voor de referentiewaarde...
11.3.2 Proc inst [320] OPMERKING: als in menu '[321] Proc Bron' Toerental Met deze functies kan de frequentieregelaar worden of Frequentie is gekozen, worden menu's [321] - [328] verborgen. geconfigureerd voor de toepassing. De menu's [110], [120], [310], [362]-[368] en [711] gebruiken de proceseenheid die is geselecteerd in [321] en [322] voor de toepassing, bv.
Pagina 136
Eigen def. [323] Nr. voor Nr. voor Dit menu wordt alleen weergegeven als Eigen def. is gekozen Karakter seriële Karakter seriële comm. comm. in menu [322]. Deze functie stelt de gebruiker in staat om een eenheid met zes symbolen te definiëren. Gebruik de toetsen Prev en Next om de cursor naar de gewenste positie á...
Pagina 137
Proces Min [324] Proces Met deze functie wordt de minimaal toegestane Eenheid Proces proceswaarde ingesteld. [325] Proces Min Standaard: 0,000-10000 (Toerental, Koppel, F(Toerental), F(Koppel)) Bereik: -10000 - +10000 (F(AnIn, PT100, Ratio=Lineair F(Comm)) Ratio=Kwadratisch Proces Max [325] Dit menu is niet zichtbaar als toerental, koppel of frequentie Proces Toerental is gekozen.
F(Waarde), Proces Max [328] 11.3.3 Start/stop-instellingen [330] Deze functie wordt gebruikt voor schaling als er geen sensor Submenu met alle functies voor acceleratie, deceleratie, wordt gebruikt. Het biedt u de mogelijkheid om de starten, stoppen enz. nauwkeurigheid van het proces te verhogen door het schalen van de proceswaarden.
Pagina 139
Dec Tijd [332] Acceleratietijd tot minimaal De deceleratietijd wordt gedefinieerd als de tijd die de motor toerental [335] nodig heeft om van het nominale motortoerental te Als in een toepassing het minimale toerental, [341]>0 rpm, decelereren naar 0 rpm. wordt gebruikt, hanteert de frequentieregelaar afzonderlijke hellingstijden onder dit niveau.
Pagina 140
B. De acceleratie gaat verder vanaf minimumtoerental 600 rpm naar maximumtoerental 3000 rpm met acceleratiesnelheid volgens de Acceleratietijd voor de aanlooptijden [331]. Bereken als volgt: 3000 - 600= 2400 rpm wat 80% is van 3000 rpm => Lineair acceleratietijd is 80% x 10 s = 8 s. S-curve Dat betekent dat de totale acceleratietijd van 0-3000 rpm 16 seconden duurt (8+8).
Invangen [33A] 11.3.4 Mechanische remregeling De vier remgerelateerde menu's [33C] tot [33F] kunnen Bij invangen wordt de motor die reeds roteert, vloeiend worden gebruikt om mechanische remmen aan te sturen. ingevangen bij het actuele toerental en daarna naar het Ondersteuning voor een Rem Gelicht signaal is opgenomen gewenste toerental geregeld.
Pagina 142
Remlostijd [33C] Afb. 113 laat het verband zien tussen de vier remfuncties. Met de remlostijd wordt de tijd ingesteld voor de vertraging • Rem los tijd [33C] die de frequentieregelaar moet aanhouden voordat deze het • Rem los rpm [33D] referentiewaarde op gaat voeren naar het gekozen eindtoerental.
Pagina 143
Remlostoerental [33D] Remfouttijd [33H] Het remlostoerental werkt alleen met de remfunctie: rem los De functie 'Remfouttijd' voor 'Rem niet vrijgegeven' wordt [33C]. De vrijgavesnelheid is de beginsnelheid referentie in dit menu gespecificeerd. tijdens de tijd dat de rem gelost wordt. Rem Fout Rem los rpm Standaard:...
Pagina 144
Rem insch Rem wacht tijd tijd Start In bedrijf Koppel Toerental>0 Remrelais Rem bevestigen Remtrip <33H <33H Remwaarschuwing Remfouttijd Tijdens stop Tijdens bedrijf * In geheugen opgeslagen belastingkoppelniveau, indien functie geactiveerd met [33I] Rem Los NM. ** Tijd voor het neerzetten van de belasting door de operator. Afb.
11.3.5 Toerental [340] Als u deze functie wilt gebruiken met een 'procesreferentie'signaal via een analoge ingang, moet u Menu met alle parameters voor instellingen m.b.t. ervoor zorgen dat de betreffende analoge ingang goed wordt toerentallen, zoals minimale/maximale toerentallen, jog- ingesteld, dus dat de parameter AnIn Advanced 'AnIn1 toerentallen, skiptoerentallen.
Pagina 146
Skiptoerental 1 laag [344] Skiptoerental 2 laag [346] Dezelfde functie als menu [344] voor het 2e skipbereik. Binnen het instelbereik voor de skipfrequentie van Hi (Hoog) naar Lo (Laag) kan het uitgangstoerental niet Skiptoer 2 Lo constant blijven om mechanische resonantie in het aandrijfsysteem te voorkomen.
Droop Toeren [349] 11.3.6 Koppels [350] Toeren drooping vermindert de snelheid in verhouding tot Menu met alle parameters voor koppelinstellingen. het koppel. Dit kan worden gebruikt voor stationaire belastingsverdeling tussen motoren die op dezelfde belasting Maximaal koppel [351] zijn aangesloten. Het 'droop'-toerental is de gevraagde Stelt het maximumkoppel voor de motor in (volgens de toerentalvermindering bij nominaal koppel.
11.3.7 Preset-referenties [360] Preset Ref 1 [362] t/m Preset Ref 7 [368] Vooraf ingestelde toerentallen hebben voorrang op de Motorpotentiometer [361] analoge ingangen. Vooraf ingestelde toerentallen worden Stelt de eigenschappen van de motorpotentiometerfunctie geactiveerd door de digitale ingangen. De digitale ingangen in.
Referentiemodus Toetsen [369] 11.3.8 PID-procesregeling [380] Deze parameter bepaalt hoe de referentiewaarde [310] wordt De PID-regelaar wordt gebruikt om een extern proces te bewerkt. sturen via een feedbacksignaal. De referentiewaarde kan worden ingesteld via de analoge ingang AnIn1, op het bedieningspaneel [310] met behulp van een vooraf Tts Ref mode ingestelde referentie of via seriële communicatie.
D-tijd PID proces [385] Voorbeeld 1: PID-regeling = normaal (flow- of drukregeling) Stelt de differentietijd voor de PID-regelaar in. [321] = F (AnIn) [322] = Bar PID D Tijd [310] = 20 Bar Standaard: 0,00 s [342] = 2 s (inactief omdat [386] geactiveerd is en met een hogere prioriteit) Bereik: 0,00–30 s...
Pagina 152
Test stabiele toestand PID [388] Stabiele band PID [389] Bij toepassingen waarbij de feedback onafhankelijk kan Met PID Stabiele band wordt een marge/band gedefinieerd worden van het motortoerental, kan deze functie PID Test rond de referentie die 'werking in stabiele toestand' aangeeft. stabiele toestand worden gebruikt om de PID-bediening op Tijdens de test stabiele toestand wordt de PID-bediening te heffen en de frequentieregelaar geforceerd in de slaapstand...
11.3.9 Pompregeling [390] Aandr. Keuze [393] De functies voor pompregeling bevinden zich in menu Stelt de primaire werking van het pompsysteem in. [390]. De functie wordt gebruikt om een aantal 'Volgorde' en 'Run Tijd' zijn voor bedrijf met een Vaste aandrijvingen aan te sturen (pompen, ventilatoren enz.), MASTER.
Pagina 154
Keuzeconditie [394] Keuze Timer [395] Deze parameter bepaalt de criteria voor het wijzigen van de Als de hier ingestelde tijd is verstreken, wordt de master- master. Dit menu wordt alleen weergegeven als de aandrijving veranderd. Deze functie is alleen actief en Wisselende MASTER-stand is gekozen.
Pagina 155
Startvertraging [399] Toerental volgende pomp start Deze startvertraging moet zijn verstreken voordat de volgende pomp wordt gestart. Een vertragingstijd voorkomt dat pompen voortdurend blijven in- en uitschakelen. Bovenband Startvertr. Standaard: 0 s Bereik: 0-999 s Stroming/Druk Startvertraging [399] Stopvertraging [39A] (NG_50-PC-12_1) Deze vertragingstijd moet zijn verstreken voordat de Afb.
Pagina 156
Onderbandlimiet [39C] Start met transfertoerental [39E] Als het toerental van de pomp de onderbandlimiet bereikt, De transfertoerentalstart wordt gebruikt om een stroom te minimaliseren/ wordt de 'toppomp' onmiddellijk stopgezet zonder drukoverschrijding bij het toevoegen van een andere pomp. vertraging. Bij gebruik van een stopvertraging wordt deze Als er een extra pomp moet worden ingeschakeld, zal de vertraging genegeerd.
Pagina 157
Voorbeeld Max Toeren = 1500 rpm Stroming/Druk Transfertoerental Min Toeren = 200 rpm vermindert doorschieten TransS Start = 60% Als er minder extra pompen nodig zijn, wordt het toerental omhoog geregeld naar min toeren + (60% x (1500 rpm - 200 rpm)) = 200 rpm + 780 rpm = 980 rpm.
Pagina 158
Pompstatus [39N] Pomp 123456 Indicatie Beschrijving Regeling, masterpomp, alleen als wisselende master wordt gebruikt Directe regeling Pomp is uit Pompfout Aantal back-up/reserve [39P] Stelt het aantal pompen in dat wordt gebruikt voor back-up/ reserve, dat onder normale omstandigheden niet kan worden gekozen.
11.4 Lastmonitor en Alarmstartvertraging [414] Deze parameter wordt gebruikt als u bijvoorbeeld een alarm procesbeveiliging [400] tijdens de opstartprocedure wilt negeren. Stelt de vertragingstijd in na een start-commando waarna 11.4.1 Last monitor [410] een alarm mag worden gegeven. De monitorfuncties bieden de mogelijkheid om de •...
Pagina 160
Max. vertraging alarm [4162] Er wordt een alarm geactiveerd als het belastingsniveau langer dan de in 'Max Alarm vertragingstijd' ingestelde tijd Belasting hoger blijft dan het alarmniveau. 4162 MaxAlrmVert Standaard: 0,1 s Bereik: 0-90 s [41D] MinAbsMarg Max Vooralarm [417] Max Vooralarm-marge [4171] Toerental Bij lasttype Basis, [415], wordt met de Max Vooralarm-...
Pagina 161
Min Vooralarm [418] Min Alarm-responsvertraging [4192] Er wordt een alarm geactiveerd als het lastniveau langer dan Min Vooralarm-marge [4181] de in 'Min Alarm vertragingstijd' ingestelde tijd lager blijft Bij lasttype Basis, [415], wordt met de Min Vooralarm- dan het alarmniveau. marge de band ingesteld onder de Normaal Last, [41B], waar geen vooralarm wordt gegenereerd.
Pagina 162
Normaal Last [41B] Grafiek min.-max. alarmtolerantieband Stel het niveau van de normale belasting in. Het alarm of Max toeren vooralarm wordt geactiveerd als de last boven/onder de Min Toeren normale belasting ± de marge ligt. Normaal Last Standaard: 100% Bereik: 0-400% van maximaal koppel OPMERKING: 100% Koppel betekent: I Het maximum hangt af van de instellingen voor...
11.4.2 Procesbeveiliging [420] Rotor vast [422] Submenu met instellingen voor de beveiligingsfuncties voor Als de functie rotor vast is ingeschakeld, zal de de frequentieregelaar en de motor. frequentieregelaar de motor en de toepassing beschermen bij vastlopen tijdens het opvoeren van het motortoerental vanuit stilstand.
Voltlimiet [424] 11.4.3 Tekst trip [430] Wordt gebruikt om de overspanningsregelfunctie uit te ExtTrip1 Tekst [431] schakelen als uitsluitend remmen via remchopper en weerstand nodig is. De overspanningsregelfunctie Voltlimiet Gebruikt voor aangepaste externe trip meldingen van beperkt het remkoppel zodat het spanningsniveau van de maximum 16 karakters.
11.5 I/O's en virtuele [515] AnIn2 Setup = 4-20 mA [5164] AnIn2 FcMin = Min (0 rpm) aansluitingen [500] [5166] AnIn2 FcMax = Eigen def. [5167] AnIn2 WaMax = 300 rpm Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen [5168] AnIn2 Oper = Add+ en -uitgangen van de frequentieregelaar.
Pagina 166
Berekening: De spanningsingang heeft een vaste AnIn1 = (8-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 1200 rpm drempel (Live Zero) van 2 V en regelt het 2–10 V AnIn2 = (4-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 600 rpm volledige bereik voor het ingangssignaal.
Pagina 167
100 % 100 % Omkeren AnIn Min > 2–10 V AnIn Max 4–20 mA 1 0 V (NG_06-F25) 10 V Afb. 139 Omgekeerde referentie Afb. 138 2-10 V/4-20 mA (Live Zero) AnIn1 Bipol [5133] Dit menu wordt alleen weergegeven als AnIn1 Setup is AnIn1 Advanced [513] ingesteld op Eigen Bipol mA of Eigen Bipol V.
Pagina 168
AnIn1 Functie Waarde Min [5135] AnIn1 Oper [5138] Met AnIn1-functie Waarde Min definieert u een eigen waarde voor het signaal. Alleen zichtbaar als eigen definitie is 5138 AnIn1 Oper gekozen in menu [5134]. Standaard: Add+ 5135 AnIn1 WaMin Analoog signaal wordt opgeteld bij Add+ gekozen Standaard:...
Pagina 169
AnIn2 Funct [514] AnIn3 Advan [519] Parameter voor het instellen van de functie van analoge Zelfde functies en submenu’s als bij AnIn1 Geavanceerd ingang 2. [513]. Zelfde functie als AnIn1 Funct [511]. AnIn3 Advan AnIn2 Fc AnIn4 functie [51A] Standaard: Selectie: gelijk aan menu Parameter voor het instellen van de functie van analoge...
11.5.2 Digitale ingangen [520] Preset Ref1 10 Om de preset-referentie te kiezen. Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen. Preset Ref2 11 Om de preset-referentie te kiezen. Preset Ref3 12 Om de preset-referentie te kiezen. OPMERKING: extra ingangen worden beschikbaar Verhoogt de interne referentiewaarde op als de I/O-optieprints worden aangesloten.
Pagina 171
Digitale ingang 2 [522] t/m digitale Om het Jog-toerental te activeren. Geeft een Run-commando met de ingestelde ingang 8 [528] Jog-freq. en draairichting. Zelfde functie als DigIn 1 [521]. Standaardfunctie voor als er niets op de ingang is aangesloten, DigIn 8 is Reset. De standaardfunctie voor DigIn 3 tot en zal de frequentieregelaar direct trippen op met 7 is Uit.
11.5.3 Analoge uitgangen [530] OPMERKING: bij selectie van AnIn1, AnIn2 …. AnIn4 Submenu met alle instellingen voor de analoge uitgangen. moet de instelling van de AnOut (menu [532] of [535]) Er kan worden gekozen uit toepassings- en worden ingesteld op 0-10V of 0-20mA. Als de AnOut frequentieregelaar-waarden om de actuele status te Setup is ingesteld op bv.
Pagina 173
AnOut1 Bipol [5333] Wordt automatisch weergegeven als EigenBipolmA of EigenBipol V is gekozen in menu AnOut1 Setup. Dit menu Ref. Frequentie- Frequentie- geeft automatisch mA- of V-bereik weer op basis van de regelaar 2 regelaar 1 gekozen functie. Het bereik wordt ingesteld door het Slave Master wijzigen van de positieve maximumwaarde.
Pagina 174
Voorbeeld AnOut2-functie [534] Stel de AnOut-functie voor Motorfrequentie in op 0 Hz, stel Stelt de functie in voor Analoge uitgang 2 de AnOut-functie Min [5334] in op 'Eigen Definitie' en AnOut1 WaMin[5335] = 0,0. Dit resulteert in een analoog AnOut2 Fc uitgangssignaal van 0/4 mA tot 20 mA:: 0 Hz tot Fmot.
11.5.4 Digitale uitgangen [540] Het niveau voor Min Alarm of Max Alarm Alarm is bereikt. Submenu met alle instellingen voor de digitale uitgangen. Het niveau voor Min Vooralarm of Vooralarm Max Vooralarm is bereikt. Digitale uitgang 1 [541] Max Alarm Het niveau voor Max Alarm is bereikt.
Pagina 176
Lokaal/Ext. modusindicatie INV2 INV poort 2 uitgang Lokaal/Ext. Lokaal = 1, Extern = 0 INV3 INV poort 3 uitgang Stand-by Stand-by-voedingsoptie is actief INV4 INV poort 4 uitgang PTC Trip Trip als functie actief is INV5 INV poort 5 uitgang PT100 Trip Trip als functie actief is INV6...
11.5.5 Relais [550] Relais Advan [55D] Submenu met alle instellingen voor de relaisuitgangen. De Deze functie maakt het mogelijk om ervoor te zorgen dat relaismoduskeuze maakt het mogelijk om een het relais ook wordt gesloten als de frequentieregelaar defect 'storingsbestendige' ('fail safe')relaiswerking te realiseren is of door het normaal gesloten contact te laten fungeren als een wordt uitgeschakeld.
11.5.6 Virtuele aansluitingen [560] 11.6 Logische functies en Functies voor het inschakelen van acht interne verbindingen timers [560] van comparator-, timer- en digitale signalen zonder fysieke Met de comparators, logische functies en timers kunnen digitale in-/uitgangen bezet te houden. Virtuele voorwaardelijke signalen worden geprogrammeerd voor verbindingen worden gebruikt om een digitale regelings- of signaleringsfuncties.
Pagina 179
Analoge Comparator 1 Setup [611] 6111 CA1 Waarde Analoge comparator 1, parametergroep. Standaard: Toerental Analoge Comparator 1 Waarde [6111] Instellen met Procesinstellingen [321] ProcesWaarde 0 Keuze van de analoge waarde voor analoge Comparator 1 en [322] (CA1). Toerental Analoge comparator 1 vergelijkt de selecteerbare analoge Koppel waarde in menu [6111] met de constante Niveau HI in menu [6112] en de constante Niveau LO in menu [6113].
Pagina 180
Voorbeeld Referentiesignaal AnIn1 Automatisch RUN/STOP-signaal aanmaken via het analoge Max Toeren referentiesignaal. Het analoge stroomreferentiesignaal, 4-20 20 mA mA, is aangesloten op analoge ingang 1. 'AnIn1 Setup', menu [512] = 4-20 mA en de drempel is 4 mA. Volledige schaal (100%) ingangssignaal op AnIn 1 = 20 mA. Als het referentiesignaal op AnIn1 toeneemt tot 80% van de drempel (4 mA x 0,8 = 3,2 mA), wordt de frequentieregelaar in de RUN-modus gezet.
Pagina 181
Analoge comparator 1, Niveau hoog [6112] Voorbeeld Stelt de analoge comparator in op hoog niveau, met bereik Dit voorbeeld beschrijft, zowel voor hysterese als de volgens de geselecteerde waarde in menu [6111]. venstercomparator, het normale gebruik van de constante NivoHI en NivoLO. 6112 CA1 NivoHi Menu...
Pagina 182
Tabel 39 Opmerkingen bij afb. 145 voor selectie Hysterese. Tabel 40 Opmerkingen bij afb. 145 voor selectie Window. Beschrijving Beschrijving Hysterese Window Het referentiesignaal passeert de Niveau Het referentiesignaal passeert de waarde LO-waarde van onderen (positieve flank). voor Niveau HI van boven (signaal binnen De comparator CA1 verandert niet, dus de grenswaarden venster), de uitgang van uitgang blijft laag.
Pagina 183
Analoge comparator 1, Niveau laag [6113] Type [6114] = Window Stelt het lage niveau voor de analoge comparator in, met eenheid en bereik volgens de in het menu gekozen waarde [6115] Unipolair [6111]. [6112] HI > 0 Analoge waar [6113] LO > 0 [6111] 6113 CA1 NivoLO...
Analoge Comparator 1 Vertr resetten 11.6.2 Analoge Multiplexer [620] [6117] De Analogue Multiplx vergelijkt twee configureerbare Het resetten van het uitgangssignaal van analoge comparator analoge ingangssignalen (InA en InB) en genereert een 1 wordt vertraagd met de ingestelde tijd in het menu. Zie virtuele analoge uitgang.
Pagina 185
Analoog Multiplexer 1 Operator [6213] Analoge Multiplexer 2 Operator [6223] Bediening van de Analoge Mux 1. De namen die op het Bediener van de Analoge Mux 2. De functie is dezelfde als in bedieningspaneel worden getoond, worden als volgt Operator [6213]. gewijzigd.
11.6.3 Inverter [630] 11.6.4 Logische uitgang [640] De uitgang van de INV poort is het geïnverteerde signaal van de geselecteerde ingang. INV poorten worden gebruikt Logische uitgang 1 [641] wanneer een andere functie (logische expressie, digitaal uit, Met behulp van een expressie-editor kunnen de virtueel IO) het geïnverteerde signaal nodig heeft.
Pagina 187
Logische Expressie 1 [6411] De volgende expressie wordt gecreëerd, met de bovenstaande menu's: Keuzemogelijkheden voor uitvoeringsvolgorde van de logische expressie voor de functie Logisch 1: CA1&F1+T1Q&INV1 Met de standaardinstelling voor L1 Expressie wordt dit 6411 L1 Expr gezien als: Standaard: ((1.2).3).4 ((CA1&F1)+T1Q)&INV1 Standaarduitvoeringsvolgorde, zie...
Pagina 188
Logisch 1 Operator 1 [6413] Ingang 4 Logisch 1 [6418] In dit menu wordt de eerste operator voor de functie In dit menu wordt de vierde ingang voor de functie Logisch Logisch 1 geselecteerd. 1 geselecteerd. 6413 L1 Op 1 6418 L1 Ingang 4 Standaard:...
11.6.5 Timers [650] De functie van de modus 'Aan-tijd' is om een geactiveerd (hoog) uitgangssignaal voor de timer ten opzichte van het De timerfuncties kunnen worden gebruikt als triggersignaal te verlengen. Zie Afb. 151. vertragingstimer of als een intervaltimer met afzonderlijke Aan- en Uit-tijden (schakelmodus) of om een signaal te •...
Pagina 190
Timer1 [651] Timer 1 T2 [6515] Timer 1 T2 stelt de uit-tijd in de schakelmodus in. Parametergroep voor Timer 1. Timer 1 Trig [6511] 6515 Timer1 T2 Keuze van het triggersignaal van de timeringang. Standaard: 0,0 s Timer 1 kan worden geactiveerd door een hoog signaal op Bereik: 0 - 36000,0 s een DigIn die is ingesteld op Timer 1 of via een virtueel doel...
11.6.6 Flip flops [660] Prioriteit resetten De functie Flipflop is een geheugencircuit dat kan worden gebruikt om gegevens over de status op te slaan. De uitgang van een flipflop is niet alleen afhankelijk van de huidige ingang status, maar van de status op het moment dat deze RESET wordt ontvangen (vandaar dat de vorige ingangsstatus ook van belang is).
Flanksturing zonder prioriteit Flip flop 1 instel vertraging [6614] Het ingangssignaal SET voor flip flop 1 wordt vertraagd met De derde instelling is 'Flanksturing', waarbij geen de ingestelde waarde in dit menu. ingangssignaal prioriteit over het andere heeft. Het uitgangssignaal volgt een van de twee ingangssignalen (mits 6614 F1 Set Vertr ze een positieve flank hebben).
11.6.7 Tellers [670] Reset teller 1 [6712] Selectie van het digitale signaal dat wordt gebruikt als Teller functie voor het tellen van pulsen en signalering op resetsignaal voor teller 1. Teller 1 waarde wordt gewist naar 0 digitale uitgang als de teller specifieke boven en onder en vastgehouden op 0 zolang de reset-ingang actief is (hoog).
Pagina 194
Waarde teller 1 [6719] Afnametimer teller 2 [6725] Parameter toont de actuele waarde van teller 1. Functie is identiek aan Afnametimer Teller 1 [6715]. 6725 C2 DecTimer OPMERKING: DecTimer waarde van teller 1 geldt voor alle parametersets. Standaard: Bereik: Uit, 1–3600 s (Uit=0) OPMERKING: de waarde is vluchtig en wordt bij uitschakeling van de FO gewist.
11.6.8 Kloklogica [680] Weekdag klok 1 [6815] Weekdagen dat de klokfunctie actief is. Als u in de Groep 670 is alleen beschikbaar wanneer de bewerkingsmodus bent, selecteer of deselecteer de gewenste frequentieregelaar is uitgerust met een 4-regelig bedienpaneel weekdagen met de cursor door de toetsen PREV en NEXT (incl.
11.7 Bedrijf/status weergeven Elektrisch vermogen [715] Geeft het actuele elektrische uitgangsvermogen weer. Er [700] wordt een minteken gebruikt als de motor elektrisch Menu met parameters voor het weergeven van alle actuele vermogen naar de FO genereerd. bedrijf gegevens, zoals toerental, koppel en vermogen. El Vermogen 11.7.1 Bedrijf [710]...
IGBT-temperatuur [71A] 11.7.2 Status [720] Geeft de actueel gemeten IGBT-temperatuur weer. Het signaal wordt gegenereerd door een sensor in de IGBT- Status van Frequentieregelaar [721] module. Geeft de algehele status van de frequentieregelaar aan. IGBT Temp 0rpm FO Status Eenheid: °C 1/222/333/44 Resolutie:...
Pagina 198
Voorbeeld: Communicatie Waarschuwing vorig voorbeeld 'A/Tts/Kls/TL' integerwaarde wordt geïnterpreteerd '0/1/0/4' Geen In bitformaat wordt dit aangegeven als ² Motor I Interpretatie Verklaring integerwaarde 0 LSB A(0) Parameterset Motor los Rotor vast Toets (1) Bron van referentie ExtTrip1* Mon MaxAlarm Bron van Rem (0) commando's Mon MinAlarm...
Pagina 199
Status digitale ingang [721] Status analoge ingang [725] Geeft de status van de digitale ingangen aan. Zie afb. 155. Geeft de status van de analoge ingangen 1 en 2 aan. DigIn 1 0rpm DigIn 2 AnIn 1 DigIn 3 DigIn 4 DigIn 5 Kls/Kls DigIn 6...
Pagina 200
Van boven naar beneden gelezen vanaf de eerste naar de Run Status [72D] tweede regel wordt de status van de bijbehorende uitgang in Dit menu geeft aan wat het starten van de frequentieregelaar % getoond: verhindert. -100%AnOut1 heeft een negatieve 100% uitgangswaarde 65%AnOut2 heeft een 65% uitgangswaarde Run Status Het voorbeeld in afb.
11.7.3 Opgeslagen waarden [730] Reset Energie [7331] Reset de energieteller. De opgeslagen informatie wordt De weergegeven waarden zijn de actuele waarden die in de loop gewist en er wordt een nieuwe registratieperiode gestart. van de tijd zijn opgebouwd. Waarden worden opgeslagen bij uitschakeling en bij inschakeling weer bijgewerkt.
11.8 Tripgeheugen bekijken Hier toont het menu de tijd waarop de trip plaatsvond. [800] 0rpm Hoofdmenu met parameters voor het bekijken van alle Over temp opgeslagen tripgegevens. In totaal slaat de frequentieregelaar 1396:13:00 de laatste negen trips op in het tripgeheugen. Wanneer zich Kls/Kls een trip voordoet, worden de statusmenu's gekopieerd naar het triplogboek en hier zijn de laatste negen triplogboeken...
11.9 Systeemgegevens [900] Gekopieerd Tripmenu Beschrijving Hoofdmenu voor het bekijken van alle systeemgegevens van de frequentieregelaar. Energie Ref Inst/Kyk 11.9.1 VSD-gegevens [920] VIO Status PT100 4, 5, 6 Type FO [921] Toont het type van de frequentieregelaar op basis van het Tripmeldingen [820] - [890] typenummer.
Pagina 204
EmoLib ID [9223] Software library identificatiecode. Tabel 42 Informatie voor Modbus- en Profibus-nummer, softwareversie 9223 EmoLib ID Voorbeeld Beschrijving 9A12D134 7–0 Mineur versie 13–8 majeur versie versie Softwareconfiguratie [9224] 00: V, uitgave versie Niet-standaard functies worden geactiveerd als de waarde 15–14 01: P, pre-uitgave versie verschillend is van nul.
Hardware [924] 11.9.2 Real Time Klok In het 4-regelige bedieningspaneel is een ingebouwde Real CB-code [9241] Time klok beschikbaar. Dit betekent dat de actuele datum Unieke identificatie van besturingskaart; 32 bit hex waarde. en tijd worden weergegeven bij bv. een trip-toestand. Door een ingebouwde super-condensator blijft de klok ook bij een 9241 stroomonderbreking werken.
Weekdag [933] 11.9.3 Inspectie [940] Weergave van actuele weekdag, alleen-lezen. Menugroep van inspectie-intervalfunctie. Weekdag Interval [941] Standaard: Maandag Inspectie interval van de frequentieregelaar (in uren). Na het verstrijken van deze interval knippert een Maandag waarschuwingsbericht op het display. De eenheid is uren en Dinsdag de standaardwaarde is 35 000 uren = 4 jaar.
11.9.4 Service cont [950] Email Naam [956] Dit is een menugroep voor het toevoegen van service Het menu maakt het mogelijk om een e-mail naam van een contactinformatie in de frequentieregelaar. Het is service center met maximaal 16 alfanumerieke tekens in te toegankelijk bij normale aanmelding, d.w.z.
12. Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud 12.1 Trips, waarschuwingen “Waarschuwing” • De regelaar benadert een triplimiet. en limieten • Waarschuwingsrelais of -uitgang is actief Om de frequentieregelaar te beveiligen, worden de (indien gekozen). belangrijkste bedrijfsvariabelen continu bewaakt door het •...
Tabel 44 Lijst met trips en waarschuwingen 12.2 Triptoestanden, oorzaken en oplossingen Trip-/ Trip Waarsch.- waarschuwings- Keuzes (Normaal/ indicatoren De tabel verderop in deze paragraaf is bedoeld als meldingen Zacht) (gebied C) basishulpmiddel bij het zoeken naar de oorzaak van een Normaal/ systeemstoring en het oplossen van eventuele problemen.
12.2.1 Technisch gekwalificeerd personeel Installatie, inbedrijfstelling, demontage, metingen enz. van of aan de frequentieregelaar mogen alleen worden uitgevoerd door technisch gekwalificeerd personeel. 12.2.2 Frequentieregelaar openen WAARSCHUWING! Schakel altijd de netspanning uit als het nodig is de frequentieregelaar te openen en wacht minstens 7 minuten om de condensatoren de tijd te geven zich te ontladen.
Pagina 212
Tabel 45 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Bouwvorm ** Controle op mechanische overbelasting t-waarde is overschreden. van de motor of de machines (lagers, Motor I Overbelasting van de motor volgens tandwielkasten, kettingen, riemen, enz.) “I t” de geprogrammeerde I t-instellingen.
Pagina 213
Tabel 45 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Bouwvorm ** Controleer de apparatuur die de externe Externe ingang (DigIn 1-8) actief: ingang initieert Ext Mot Temp actieve lage functie op de ingang. Controleer de programmering van de digitale ingangen DigIn 1-8 Interne fout Intern alarm Neem contact op met serviceafdeling...
Pagina 214
Tabel 45 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Bouwvorm ** Overspann Te hoge tussenkringspanning: Controleer de instellingen van de D(eceleratie) Te korte deceleratietijd deceleratietijd en maak deze langer met betrekking tot de traagheid indien nodig. van de motor/machine. Controleer de grootte van de remweerstand Overspann Te kleine remweerstand of defecte...
Pagina 215
Tabel 45 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Bouwvorm ** Controleer motor. Fout in stroombalans: Controleer zekeringen en PF Curr Err - tussen verschillende modules. leidingaansluitingen 430 en hoger - tussen twee fasen binnen één module. Controleer de individuele motorstroomkabels met een ampèretang.
12.3 Onderhoud De frequentieregelaar is zo ontworpen dat er minimale service en onderhoud nodig is. Er zijn echter een aantal punten die wel regelmatig moeten worden gecontroleerd om de levensduur van het product te optimaliseren. • Houd de frequentieregelaar schoon en de koeling efficiënt (schone luchtinlaten, profiel koellichaam, onderdelen, componenten enz.) •...
13. Opties 13.2 Sets voor extern De standaard beschikbare opties worden hier kort beschreven. Sommige opties hebben een eigen bedieningspaneel gebruiksaanwijzing of installatiehandleiding. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier. Zie ook "Technische catalogus frequentieregelaars" voor meer details. 13.2.1 Set bedieningspaneel, inclusief blind paneel 13.1 Bedieningspaneel...
13.4 Wartelsets Wartelsets zijn verkrijgbaar voor de bouwvormen B, C en D. Optionele wartelsets zijn verkrijgbaar voor de IP54- bouwvormen B, C, D, C69 en D69. Metalen EMC-wartels worden gebruikt voor motor- en remweerstandkabels. Bouw- Bestelnummer Stroom (maat) vorm Afb. 169 Set bedieningspaneel, inclusief bedieningspaneel. 01-4601-21 3 - 6 A (M16 - M20) 01-4601-22...
13.7 Remchopper Tabel 47 Remweerstand FDU48 V-typen Alle frequentieregelaars kunnen worden uitgerust met een Rmin [ohm] bij Rmin [ohm] bij optionele ingebouwde rem-chopper. De remweerstand moet Type voeding 380-415 voeding 440-480 buiten de frequentieregelaar worden gemonteerd. De keuze van de weerstand hangt af van inschakelduur en de duty- FDU48- cycle van de applicatie.
-090 motortoerental via een incrementele encoder, wordt -109 beschreven in een afzonderlijke handleiding. -146 Voor Emotron FDU en voor VFX in V/Hz-modus is deze -175 functie alleen voor snelheidsuit-lezing of voor de -200 spinstartfunctie. Geen toerentalregeling. -250...
• De Safe Torque Off-functie werkt volgens de normen EN IEC 61800-5-2:2017, EN IEC 61508:2010, EN ISO 13849-1:2008 en EN IEC 62061:2005. • Raadpleeg voor meer informatie "Emotron OSTO_100 optieprint voor veiligheidsfunc-tie Safe Torque Off (STO)" (01-7513-11). CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Overspanningsbegrenzer Sinusfilters Common mode-filter Remweerstanden 13.18 AFE - Actieve front-end Emotron frequentieregelaars van CG Drives & Automation zijn ook verkrijgbaar als aandrijvingen met lage harmonische vervorming en als regeneratieve aandrijvingen. Ga voor meer informatie naar www.emotron.com / www.cgglobal.com. Opties CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
Opmerking: Gebruik de nominale stroom van de motor voor het bepalen van de benodigde frequentieregelaar. Emotron FDU 2.1 - IP20/21-uitvoering Tabel 50 Typisch motorvermogen bij netspanning van 230 V. Bereik netspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max.
Pagina 224
Tabel 51 Typisch motorvermogen op netspanning van 400 en 460 V. Bereik netspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min elke 10 min) (150 %, 1 min elke 10 min) uitgangs- Model FDU Bouwvorm Vermogen Vermogen...
Pagina 225
Emotron FDU 2.1 - IP54-uitvoering (Model 48-430 en hoger ook verkrijgbaar als IP20) Tabel 53 Typisch motorvermogen bij netspanning van 230 V. Bereik netspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min elke 10 min)
Pagina 226
Tabel 54 Normaal motorvermogen bij netspanning 400 V. Bereik netspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. Bouwvorm (120 %, 1 min elke 10 min) (150 %, 1 min elke 10 min) Model FDU uitgangs- (Aantal IP-klasse Vermogen Nominale Vermogen...
Pagina 227
Tabel 55 Nominaal motorvermogen bij netspanning 460 V. Bereik netspanning frequentieregelaar 230 - 480 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. Bouwvorm (120 %, 1 min elke 10 min) (150 %, 1 min elke 10 min) uitgangs- Model FDU (Aantal IP-klasse stroom Vermogen bij Nominale...
Pagina 228
Emotron FDU 2.1 - IP54-uitvoering (Model 69-250 en hoger ook verkrijgbaar als IP20) Tabel 56 Typisch motorvermogen bij netspanning van 525 V. Bereik netspanning frequentieregelaar, voor FDU52: 440 - 525 V en voor FDU69: 500 - 690 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max.
Pagina 229
Tabel 57 Typisch motorvermogen op netspanning van 575 en 690 V. Bereik netspanning frequentieregelaar 500 - 690 V. Normaal bedrijf Zwaar bedrijf Max. (120 %, 1 min elke 10 min) (150 %, 1 min elke 10 min) Bouwvorm uitgangs Model FDU (Aantal IP-klasse Vermogen...
14.3 Werking bij hogere 14.4 Werking bij hogere temperaturen schakelfrequentie De meeste frequentieregelaars van Emotron zijn bedoeld om Tabel 59 toont de schakelfrequentie voor de verschillende te werken tot een omgevingstemperatuur van maximaal 40 frequentieregelaar-modellen. Met de mogelijkheid om met °C (104 °F).
gewichten 14.5 Afmetingen en De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afmetingen en gewichten. De modellen 002 t/m 365 zijn verkrijgbaar in IP54-uitvoering als wandgemonteerde modules. De modellen 430 t/m 3K0 bestaan uit 2, 3, 4 ..15 parallelle 'power electronic building blocks' (PEBB), verkrijgbaar in IP20-uitvoering als wandgemonteerde modules en in IP54-uitvoering als gemonteerde standaardkast.
Pagina 233
Tabel 61 Mechanische specificaties, FDU69 voor IP20-module en IP54 IP20-module IP54 Gewicht Gewicht IP54 Modellen Bouwvorm Afm. H x B x D Afm. H x B x D IP20 kg (lb) mm (in) mm (in) kg (lb) 002 tot en 440/512* x 178 x 314 –...
Afmetingen en gewicht voor modellen Emotron FDU48 - IP20/21-uitvoering De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afmetingen en gewicht van de Emotron FDU IP20/21-uitvoering. Deze frequentieregelaars zijn verkrijgbaar als wandgemonteerde modules: De versie IP20 is geoptimaliseerd voor montage in een kast.
14.7 Zekeringen en wartels 14.7.1 Volgens IEC-waarden Gebruik netzekeringen van het type gL/gG conform IEC OPMERKING: De afmetingen van de zekering en de 269 of onderbrekers met vergelijkbare eigenschappen. kabeldoorsnede zijn afhankelijk van de toepassing en Controleer eerst de apparatuur voordat u de wartels moeten worden bepaald in overeenstemming met de installeert.
Pagina 237
Tabel 66 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels voor de modellen FDU48 en FDU52 Maximale Wartels (klembereik) * Nominale waarde Model FDU ingangsstroom zekering net/motor (Ø17-42 mm (0,67 - 1,65 in)) (Ø11-32 mm (0,43 - 1,26 in)) 48-146-54 flexibele kabeldoorvoer of M50- flexibele kabeldoorvoer of M40- opening.
Pagina 238
Tabel 67 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels voor de 690 V-modellen Maximale Wartels (klembereik) * Nominale waarde Model FDU ingangsstroom zekering net/motor 69-002-54 M32 (8 - 17 / 9 - 17 mm) M25 (9 - 17 mm) 8 - 12 mm (0,32 - 0,47 inch) 69-002-20 12 - 16 mm (0,47 - 0,63 inch) 69-003-54...
Pagina 239
Tabel 67 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels voor de 690 V-modellen Maximale Wartels (klembereik) * Nominale waarde Model FDU ingangsstroom zekering net/motor 69-082-54 69-090-54 69-109-54 (Ø23-55 mm (0,9 - 2,16 in)) flexibele kabeldoorvoer of M63-opening. (Ø17-42 mm (0,67 - 1,65 in)) flexibele kabeldoorvoer of M50-opening. 69-146-54 69-175-54 69-200-54...
14.7.2 Zekeringen volgens NEMA- Tabel 68 Type en zekering normering Netzekeringen Ingangs Model stroom Type Ferraz- Klasse J TD [Arms] Shawmut Tabel 68 Type en zekering 48-500 AJT500 Netzekeringen Ingangs Model 48-590 AJT600 stroom Type Ferraz- Klasse J TD [Arms] Shawmut 48-660 AJT600...
14.8 Stuursignalen Tabel 69 Aansluit- Naam Functie (standaard) Signaal Type klem X1 +10 V +10 VDC voedingsspanning +10 VDC, max 10 mA uitgang 0 -10 VDC of 0/4–20 mA AnIn1 Proces Ref analoge ingang bipolair: -10 - +10 VDC of -20 - +20 mA 0 -10 VDC of 0/4–20 mA AnIn2 analoge ingang...
Pagina 242
Technische gegevens CG Drives & Automation 01-7491-03r1...
15. Menulijst In het downloadgedeelte van onze website, www.cgglobal.com of www.emotron.com, vindt u een communicatie-informatielijst en een lijst voor het noteren van parametersetinformatie. Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr.
Pagina 244
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index Motor Vent Eigen 43048 168/207 4BE8 19432 UInt UInt Motor ID-Run 43049 168/208 4BE9 19433 UInt UInt Geluid 43050 168/209 4BEA 19434 UInt UInt...
Pagina 245
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index Fabriek>Set 43023 168/182 4BCF 19407 UInt UInt Kopie>BP Geen Kopie 43024 168/183 4BD0 19408 UInt UInt Laden uit BP Geen Kopie 43025 168/184 4BD1...
Pagina 246
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index 2552 Min Alarm TT Trip 43092 168/251 4C14 19476 UInt UInt 2553 Max Alarm 43093 168/252 4C15 19477 Long, 1=1 s EInt 2554 Max Alarm TT...
Pagina 247
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index 42701 167/115 4A8D 19085 UInt, 1=1 UInt 42702 167/116 4A8E 19086 UInt, 1=1 UInt 2651 IP Adres 0.0.0.0 42703 167/117 4A8F 19087 UInt, 1=1 UInt...
Pagina 250
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index Skiptoer2 Lo 0 rpm 43126 169/30 4C36 19510 Int, 1=1rpm Skiptoer2 Hi 0 rpm 43127 169/31 4C37 19511 Int, 1=1rpm Jog Toeren 50rpm 43128 169/32...
Pagina 251
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index Aandr bij Kz 43166 169/70 4C5E 19550 UInt, 1=1 UInt Boven Band 43167 169/71 4C5F 19551 Lang, 1=1% EInt Onder Band 43168 169/72 4C60...
Pagina 252
Profibus- Modbus- Standaard- EtherCAT Profinet- Veldbus- Modbus Menuparameters positie/ Opmerkingen instancenr./ instellingen index (hex) index formaat formaat DeviceNet-nr. index Lastmoni- tor en procesbeveili ging [400] Last monitor [410] Kies Alarm 43321 169/225 4CF9 19705 UInt UInt Alarm Trip 43322 169/226 4CFA 19706 UInt...
Pagina 279
(553) ........173 Responsvertraging ...155, 156, 158 (55D) ........173 Startvertraging ......155 Quick Setup Card ......7 Vertragingstijd ......155 (561) ........174 (562) ........174 Motor cos phi (arbeidsfactor) ..108 (563-56G) ......174 Motor Data ........107 Rechtsom draaiend draaiveld ..166 (610) ........174 Motor I2t-stroom ......208 Referentie (6111) ........175 Motor ID-Run .......108...
Pagina 280
Technical Data ......269 Technische gegevens ......219 Test Run ........108 Tijd .........94, 201 Timer ..........150 Toepassing met meerdere motoren ... 103 Toerental ........192 Toetsen ..........94 - Toets ........96 Bedieningstoetsen .....94 Functietoetsen ......96 RUN L ........94 RUN R ........94 STOP/RESET ......94 Toets + ........96 Toets ENTER ......96 Toets ESCAPE ......96 Toets NEXT ......96...
Pagina 282
Telefoon: +31 (0)497 389 222 drives.service@cgglobal.com info.se@cgglobal.com info.de@cgglobal.com Fax: +31 (0)497 386 275 info.nl@cgglobal.com CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.emotron.com/www.cgglobal.com...