Voorbeelden
Er kan gebruik worden gemaakt van verschillende
parametersets om de instelling van een frequentieregelaar
makkelijk te veranderen en zo snel in te spelen op
verschillende toepassingsbehoeften. Als bijvoorbeeld
• een proces geoptimaliseerde instellingen nodig heeft in
verschillende stadia van het proces voor het
- verbeteren van de proceskwaliteit
- verbeteren van de regelnauwkeurigheid
- verlagen van de onderhoudskosten
- verbeteren van de veiligheid van de operator
Via deze instellingen is er een groot aantal opties
beschikbaar. Hier vindt u een aantal suggesties:
Multi-frequentiekeuze
Binnen één parameterset kunnen de 7 vooraf ingestelde
referentiewaardes worden gekozen via de digitale ingangen.
In combinatie met de parameterset kunnen 28 vooraf
ingestelde referentiewaardes worden gekozen met behulp
van alle 5 digitale ingangen. DigIn1, 2 en 3 voor het kiezen
van een vooraf ingestelde referentiewaarde binnen één
parameterset en DigIn 4 en 5 voor het kiezen van de
parametersets.
Bottelmachine met 3 verschillende pro-
ducten
Gebruik 3 parametersets voor 3 verschillende jog-
toerentallen als de machine moet worden ingesteld. De
vierde parameterset kan worden gebruikt voor "normale"
externe bediening wanneer de machine op volle productie
draait.
Product veranderen op wikkelmachines.
Als een machine moet wisselen tussen 2 of 3 verschillende
producten, bijvoorbeeld een wikkelmachine met
verschillende draaddiktes, is het van belang om acceleratie-
en deceleratietijden, max. toerental en max. koppel aan te
passen. Voor iedere draaddikte kan dan een andere
parameterset worden gebruikt.
Handmatige - automatische regeling
Als er in een bepaalde toepassing iets handmatig wordt
bijgevuld, waarna het niveau vervolgens wordt geregeld via
PID-regeling, wordt dit opgelost door één parameterset voor
de handmatige regeling te gebruiken en één voor de
automatische regeling.
7.1.3 Eén motor en één
parameterset
Dit is de meest gebruikte toepassing voor pompen en
ventilatoren.
Nadat standaardmotor M1 en parameterset A zijn gekozen:
1. Voer de instellingen voor motorgegevens in.
2. Voer de instellingen in voor andere parameters, zoals
ingangen en uitgangen.
66
Hoofdfuncties
7.1.4 Eén motor en twee
parametersets
Deze toepassing is handig als u bijvoorbeeld een machine
hebt die met twee verschillende toerentallen draait voor
verschillende producten.
Nadat standaardmotor M1 is gekozen:
1. Kies parameterset A in menu [241].
2. Voer motorgegevens in in menu [220].
3. Voer de instellingen in voor andere parameters, zoals
ingangen en uitgangen.
4. Als er slechts sprake is van kleine verschillen tussen de
instellingen in de parametersets, kunt u parameterset A
kopiëren naar parameterset B, menu [242].
5. Voer de instellingen in voor parameters, zoals ingangen
en uitgangen.
Opmerking: Motorgegevens in parameterset B niet
wijzigen.
7.1.5 Twee motoren en twee
parametersets
Dit is handig als u een machine hebt met twee motoren die
niet tegelijkertijd kunnen draaien, zoals een
kabeloprolmachine die de rol met één motor optilt en
vervolgens de rol met de andere motor laat draaien.
De ene motor moet stoppen voordat wordt overgeschakeld
naar de andere motor.
1. Kies parameterset A in menu [241].
2. Kies motor M1 in menu [212].
3. Voer motorgegevens plus instellingen voor andere para-
meters in, zoals ingangen en uitgangen.
4. Kies parameterset B in menu [241].
5. Kies motor M2 in menu [212].
6. Voer motorgegevens plus instellingen voor andere para-
meters in, zoals ingangen en uitgangen.
7.1.6 Autoreset bij trip
Voor een aantal niet-kritieke toepassingsgerelateerde
storingscondities kan automatisch een reset-commando
worden gegenereerd om de storingsconditie te verhelpen.
Dit kunt u aangeven in menu [241]. In dit menu kan
worden ingesteld hoe vaak er maximaal automatisch mag
worden herstart, zie menu [251]. Daarna blijft de
frequentieregelaar in de storingsconditie omdat externe
ondersteuning vereist is.
Voorbeeld
De motor wordt beschermd door een interne beveiliging
tegen thermische overbelasting. Als deze beveiliging wordt
geactiveerd, moet de frequentieregelaar wachten totdat de
motor voldoende is afgekoeld voordat het normale bedrijf
mag worden hervat. Als dit probleem zich binnen korte tijd
drie keer voordoet, is externe ondersteuning vereist.
De volgende instellingen moeten worden verricht:
• Voer het maximale aantal herstarts in, stel menu [251] in
op 3.
CG Drives & Automation 01-7492-03r0