11.5.2
Digitale ingangen [520]
Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen.
OPMERKING: Extra ingangen worden beschikbaar
als de I/O-optieprints worden aangesloten.
Digitale ingang 1 [521]
Om de functies van de digitale ingang te kiezen.
Op de standaard controlprint zitten acht digitale ingangen.
Als dezelfde functie wordt geprogrammeerd voor meer dan
één ingang, zal die functie volgens "OF"-logica worden
geactiveerd, tenzij anders aangegeven
521
DigIn 1
Standaard:
RunL
Uit
0
De ingang is niet actief.
Frequentieregelaar decelereert naar stop
en voorkomt rotatie in "R"-richting
Lim
(rechtsom) als het signaal laag is!
Schakelaar
1
OPMERKING: De EindSchak + is actief
+
laag.
OPMERKING: Geactiveerd volgens
"AND"-logica.
Frequentieregelaar decelereert naar stop
en voorkomt rotatie in "L"-richting
Lim
(linksom) als het signaal laag is!
Schakelaar
2
OPMERKING: De EindSchak - is actief
-
laag.
OPMERKING: Geactiveerd volgens
"AND"-logica.
als er niets op de ingang is aangesloten,
zal de frequentieregelaar direct trippen op
"Externe trip".
Ext. Trip
3
OPMERKING: De externe trip is actief
laag.
OPMERKING: Geactiveerd volgens
"AND"-logica.
Stopcommando volgens de gekozen
stopmodus in menu [33B].
OPMERKING: Het stopcommando is
Stop
4
actief laag.
OPMERKING: Geactiveerd volgens
"AND"-logica.
Enable-commando. Algemene
startvoorwaarde om de frequentieregelaar
te activeren. Als deze laag wordt tijdens
actief bedrijf, wordt de uitgang van de
frequentieregelaar direct onderbroken,
waardoor de motor uitloopt tot stilstand.
Enable
5
OPMERKING: Als geen van de digitale
ingangen wordt geprogrammeerd voor
"Enable", is het interne enable-signaal
actief.
OPMERKING: Geactiveerd volgens
"AND"-logica.
160
Start-rechts-commando (positief
toerental). De uitgang van de
RunR
6
frequentieregelaar geeft een rechtsom
draaiend draaiveld.
Start-links-commando (negatief toerental).
RunL
7
De uitgang van de frequentieregelaar geeft
een linksom draaiend draaiveld.
Reset-commando. Voor een reset van de
Reset
9
trip-conditie en om de autoreset-functie te
activeren.
Preset Ctrl1 10 Om de preset-referentie te kiezen.
Preset Ctrl2 11 Om de preset-referentie te kiezen.
Preset Ctrl3 12 Om de preset-referentie te kiezen.
Verhoogt de interne referentiewaarde op
MotPot
basis van de ingestelde Acc MotPot-tijd
13
Hoog
[333]. Heeft dezelfde functies als een
"echte" motorpotentiometer, zie Afb. 102.
Verlaagt de interne referentiewaarde op
MotPot
14
basis van de ingestelde Dec MotPot-tijd
Laag
[334]. Zie MotPot Hoog.
Feedback ingang pomp 1 voor pomp-/
Pomp 1
ventilatorregeling en informeert over de
15
Feedb
status van de extra aangesloten pomp/
ventilator.
Feedback ingang pomp 2 voor pomp-/
Pomp 2
ventilatorregeling en informeert over de
16
Feedb
status van de extra aangesloten pomp/
ventilator.
Feedback ingang pomp 3 voor pomp-/
Pomp 3
ventilatorregeling en informeert over de
17
Feedb
status van de extra aangesloten pomp/
ventilator.
Feedback ingang pomp 4 voor pomp-/
Pomp 4
ventilatorregeling en informeert over de
18
Feedb
status van de extra aangesloten pomp/
ventilator.
Feedback ingang pomp 5 voor pomp-/
Pomp 5
ventilatorregeling en informeert over de
19
Feedb
status van de extra aangesloten pomp/
ventilator.
Feedback ingang pomp 6 voor pomp-/
Pomp 6
ventilatorregeling en informeert over de
20
Feedb
status van de extra aangesloten pomp/
ventilator.
Activeert andere parameterset. Zie tabel
ParSet kz 1 23
36 voor keuzemogelijkheden.
Activeert andere parameterset. Zie tabel
ParSet kz 2 24
36 voor keuzemogelijkheden.
Voor het voormagnetiseren van de motor.
Mot
25
Wordt gebruikt om de motorstart te
PreMag
versnellen.
Om de Jog-toerental te activeren. Geeft
Jog
26
een Run-commando met de ingestelde
Jog-freq. en draairichting, pagina 131.
CG Drives & Automation 01-7492-03r0