11.6.4
Logische uitgang [640]
Logische uitgang 1 [641]
Met behulp van een expressie-editor kunnen de
ingangssignalen op logische wijze worden samengevoegd tot
de Logic Y-functie om een logisch uitgangssignaal te creëren.
De expressie-editor beschikt over de volgende functies:
• Alle beschikbare digitale uitgangssignalen kunnen wor-
den gebruikt als invoer voor het logische blok.
• De volgende logische operators zijn beschikbaar:
"+" : OR-operator
"&" : AND-operator
"^" : EXOR-operator
"." : Dit sluit de expressie
De volgende expressies zijn volgens de volgende
waarheidstabel mogelijk (zie ook het onderstaande
voorbeeld):
Ingang
A
B
& (EN)
0
0
0
1
1
0
1
1
Het uitgangssignaal kan worden geprogrammeerd naar de
relaisuitgangen of worden gebruikt als bron voor virtuele
aansluitingen [560].
De logische expressie moet worden via de menu's [6411] tot
en met [641B], en hoe het er werkelijk uitziet kan worden
bekeken in menu [641], met het onderstaande voorbeeld:
641
Logisch 1
Sby
Menu [641] toont de werkelijke waarden voor de vier
geselecteerde ingangssignalen ingesteld in menu's [6412],
[6414], [6416] en [6418].
176
Resultaat
^
+ (OF)
(EXOR)
0
0
0
0
1
1
0
1
1
1
1
0
0 rpm
((0&1)&0)&1
Ext./Ext.
Expressie Logisch 1 [6411]
Keuzemogelijkheden voor uitvoeringsvolgorde van de
logische expressie voor de functie Logisch 1:
6411
L1 Expr
Standaard:
((1.2).3).4
Standaarduitvoeringsvolgorde, zie
((1.2).3).4
0
onderstaand voorbeeld.
Alternatieve uitvoeringsvolgorde, zie
(1.2).(3.4)
1
uitleg hieronder.
• Haakjes ( ) geven de volgorde aan waarin de ingangen
van Logisch 1 worden gecombineerd, volgens [6211].
• 1, 2, 3 en 4 staan voor ingangssignalen voor Logisch 1
geselecteerd in menu [6412], [6414], [6416] en [6418].
• De punten staan voor de operatoren van Logisch 1 (&, +
of ^), waarvan de waarden worden geselecteerd in
menu's [6413], [6415] en [6417].
De volgorde voor het opbouwen van de expressie voor
Logisch 1 met de standaardselectie in menu [6211] is als
volgt:
1. Ingang 1 wordt gecombineerd met Ingang 2 met
behulp van Operator 1.
2. Ingang 3 wordt gecombineerd met de expressie
(1.2), met behulp van Operator 2.
3. Ingang 4 wordt gecombineerd met het resultaat van
(1.2).3, met behulp van Operator 3.
De alternatieve uitvoeringsvolgorde leidt tot:
1. Ingang 1 wordt gecombineerd met Ingang 2 met
behulp van Operator 1.
2. Ingang 3 wordt gecombineerd met Ingang 4 met
behulp van Operator 3.
3. Expressie (1.2) wordt gecombineerd met expressie
(3.4), met behulp van Operator 2.
Voorbeeld
Ingang 1 [6412]
Ingang 2 = F1, menu [6414]
Ingang 3 = T1Q, menu [6416]
Ingang 4 = INV1, menu [631]
Als INV1 is geconfigureerd naar CA2 dan is de uitvoer van
de INV1 gate het omgekeerde van CA2, d.w.z. !CA2.
Operator 1 = & (EN), ingesteld in menu [6413]
Operator 2 = + (OF), menu [6415]
Operator 3 = & (EN), menu [6417]
De volgende expressie wordt gecreëerd, met de bovenstaande
menu's:
CA1&F1+T1Q&INV1
Met de standaardinstelling voor L1 Expressie wordt dit
gezien als:
((CA1&F1)+T1Q)&INV1
Laten we de volgende waarden op de ingangssignalen als
voorbeeld gebruiken:
CA1=1 (actief/hoog)
CG Drives & Automation 01-7492-03r0