14.3.4.2 Negatieve reagenscontrole
ISH Voor in-situ hybridisatie gebruikt u de negatieve controleprobe.
Het protocol voor negatieve probecontroles moet overeenkomen met dat van de testprobe.
Gebruik het in plaats van de probe met een coupe van elk patiëntmateriaal om niet-specifieke
kleuring te beoordelen en om een betere interpretatie van specifieke kleuring mogelijk te
maken.
De incubatieperiode voor de negatieve reagenscontrole moet overeenkomen met dat van de
probe.
Gebruik een apart negatieve reagenscontroleglaasje voor elke herstelmethode die u gebruikt
(inclusief geen herstel) voor een gegeven probe.
Om endogene enzymactiviteit of niet-specifieke verbinding van enzymen te onderscheiden van
specifieke immunoreactiviteit, kleurt u extra patiëntweefsels respectievelijk met uitsluitend
substraat-chromogeen of enzymcomplexen en substraat-chromogeen.
14.3.5
De voordelen van kwaliteitscontrole
De voordelen van kwaliteitscontrole worden samengevat in de tabel hieronder.
Weefsel:
Gefixeerd en verwerkt
net als patiëntmonster
Positieve
weefselcontrole:
Weefsel of cellen die
de target antigeen/
nucleïnezuursequentie
die gedetecteerd moet
worden (kan zich
bevinden in
patiëntweefsel). De
ideale controle is dat
zwak positieve
kleuringsweefsel
bijzonder gevoelig is
voor degradatie van
antilichaam/
nucleïnezuur.
BOND 6.0 gebruikshandleiding (NIET VS en China) rev. A05 © Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd 2021
Specifiek
antilichaam/
probe met
detectiesysteem-
reagentia
Controleert alle
stappen van de
analyse.
Bevestigt reagens en
procedures die
gebruikt zijn voor
kleuring.
Positieve
Negatieve
reagenscontrole
reagenscontrole [ISH]
plus zelfde
of niet-specifiek
detectiesysteem-
antilichaam of buffer
reagentia zoals
[IHC] plus zelfde
gebruikt met
detectiesysteemreagentia
specifiek
zoals gebruikt met
antilichaam/probe
specifiek antilichaam/
probe
Detectie van niet-
specifieke
achtergrondkleuring
BOND reagentia gebruiken
300