10.6.2.1
Een nieuwe pod aanmaken
1.
Klik op Add pod (Pod toevoegen).
2.
Vul een unieke podnaam in en optioneel een beschrijving.
3.
Selecteer modules in het venster Available processing modules (Beschikbare modules)
(rechtsboven) en klik op de pijl naar links
Allocated processing modules (Toegekende modules) (linksboven).
Als u meerdere apparaten toevoegt, doe dat dan in de volgorde waarin u wilt dat de tabs
verschijnen in de klinische client, dus als u apparaat A eerst selecteert en instrument B daarna,
verschijnt A boven B in het venster en in de tabs Systeemstatus in clients die verbonden zijn
met de pod. Om modules te herindelen, verwijdert u ze met de pijl naar rechts
plaatst u ze terug in de juiste volgorde.
4.
Selecteer een of meer labelprinters in het venster Available slide labelers (Beschikbare
labelprinters) (rechtsonder) en voeg ze toe aan het venster Allocated slide labelers
(Toegekende labelprinters) (linksonder).
Als u meerdere printers toevoegt, kunt u elk daarvan selecteren wanneer u glaasjes gaat
printen. Stel de standaardprinter in door rechts te klikken en te klikken op Set as default
printer (Instellen als standaardprinter). De standaardprinter krijgt een blauw vinkje.
5.
Klik op Save (Opslaan).
Om een pod te verwijderen, verwijdert u eerst alle modules en printers, dan klikt u op de pod in het
linker venster en klikt u op Delete (Verwijderen).
10.6.3
Labelprinters
Labelprinters die gebruikt worden in het BOND-systeem, moeten in het scherm Hardware
configuration (Configuratie hardware), tab Slide labelers (Labelprinters) van de
administratie client worden gelokaliseerd, geïdentificeerd en geactiveerd. Daarna kunnen ze worden
opgenomen in pods (Zie
BOND 6.0 gebruikshandleiding (NIET VS en China) rev. A05 © Leica Biosystems Melbourne Pty Ltd 2021
Pods
hierboven).
Administratie client (op de BOND-controller)
om hem toe te voegen aan het venster
en
221